Platform voor buurtontwikkeling

Iconische buurtmakers

Wie heeft er een blijvende stempel gedrukt op het vakgebied van samenlevingsopbouw? Grondleggers en voortrekkers zijn belangrijk voor de ontwikkeling van een vakgebied. Komende tijd portretteren we buurtmakers die op hun eigenzinnige en unieke manier hun sporen hebben verdiend.

 

 

Architect André van Stigt houdt zich niet alleen bezig met de stenige kant van buurtontwikkeling. In een tijd van grootse top-down ontwerpplannen kiest hij voor betaalbaar wonen, de menselijke maat en eerbied voor het bestaande; van buurthistorie tot gewoonten van bewoners.

Op 11-jarige leeftijd verzette Mohamed Rabbae zich in Marokko al tegen het koloniale regime. Nadat hij in 1966 in Nederland kwam, zette hij zich met succes in voor volwaardig burgerschap van arbeidsmigranten, die destijds nog werden aangeduid als ‘allochtoon’.

Gradus Hendriks legt in 1954, na een studiereis in Amerika, de basis voor community organizing in Nederland. Als gedreven topambtenaar pleit hij voor kleinschalige buurtvoorzieningen, ook wanneer schaalvergroting in de mode komt.

Begin jaren 80 volgt ook de feminisering van het opbouwwerk. Helena Mercier verbond al ruim 100 jaar eerder de emancipatiestrijd van vrouwen en arbeiders en was drijvende kracht achter de eerste volksacademie van Nederland. 

‘Opbouwwerk is altijd het beroep van de toekomst geweest’, zo klonk het levensmotto van Wil van de Leur. Hij zag opbouwwerk als een zelfstandige, serieus te nemen professie met vakkrachten aan het roer. Zien we het opbouwwerk nog steeds in dit daglicht?

Een speeltuin is een vrije ruimte voor kinderen om onbekommerd te kunnen spelen. Maar niet uitsluitend. Volgens de oprichter van de eerste volksspeeltuin in Nederland, is een speeltuin een ontmoetingsplek voor alle buurtbewoners waar vaders en moeders hun handen uit de mouwen steken.

In tegenstelling tot de jaren tachtig wordt opbouwwerk nu als luxeartikel gezien. Van der Ploeg was ervan overtuigd dat bewonersparticipatie niet zonder expertise van het opbouwwerk kan en durfde de opbouwwerk status te geven die het in zijn ogen verdiende.

Het gaat niet om de tekortkomingen van de bewoners, maar om hun ongebruikte potenties. Deze mantra omarmt Henk Cornelissen al vroeg als opbouwwerker en voert deze door tot diep in alle haarvaten van de grootste bewonersorganisatie: het LSA.

Jaap De Bruin strijdt in de jaren dertig met vuist en hart voor een veilige buurt en het eerste buurthuis in Nederland. Met het oog op het huidige pleidooi voor de sociale basis, zou Jaap de Bruin zich afvragen: 'Waar zijn de buurthuizen?'

Met haar wijkenbeleid krijgen bewoners grote invloed op de koers en de uitvoering van de wijkaanpak. Daarom gaat deel twee in de serie Iconische buurtmakers over niemand minder dan Ella Vogelaar.