Platform voor buurtontwikkeling

Wegbereider van het buurtgericht werk: Helena Mercier

Iconische buurtmakers
Artikel
afbeelding van Henk Krijnen  
23 januari 2023

Begin jaren 80 volgt ook de feminisering van het opbouwwerk. Helena Mercier verbond al ruim 100 jaar eerder de emancipatiestrijd van vrouwen en arbeiders en was drijvende kracht achter de eerste volksacademie van Nederland. 

 

Vrouwen staan tegenwoordig aan de frontlinie van het buurtgericht werk. In de tweede helft van de vorige eeuw was dat wel anders. Toen was het opbouwwerk een typisch mannenberoep. Maar wat weinigen weten, is dat vrouwen ook veel eerder in de geschiedenis een sleutelrol speelden. Zij staan zelfs aan de wieg van deze vorm van sociaal werk. Helena Mercier (1839-1910) is de eerste pionier.

Gedwongen het huishouden in

Mercier stamt uit een welvarend Amsterdams gezin. Als haar vader op haar vijftiende overlijdt, verandert haar leven ingrijpend. Financiële nood dwingt haar om thuis in de huishouding te gaan werken. Tegen haar wil moet ze abrupt haar middelbare schoolopleiding afbreken. Na enige jaren besluit de leergierige Helena om zich via zelfstudie voor te bereiden op het vak van onderwijzer. Maar op haar vijfentwintigste treft haar een nieuw onheil. Kort voor het eindexamen krijgt ze een mentale inzinking. Tot haar verdriet kan ze ook deze opleiding niet afmaken.

Zo rond haar dertigste kruipt ze uit het dal. Gaandeweg ontwikkelt ze haar voor die tijd tegendraadse maatschappelijke visie. Ze leest veel en is vaardig met de pen. Tot haar ongenoegen ziet ze dat veel vrouwen uit burgerlijke milieus zich tevredenstellen met een rol binnenshuis.

Vrouwenemancipatie

Vanaf 1870 schrijft ze onder het pseudoniem 'Stella' kritische artikelen. Ze richt haar pijlen op het geestdodende milieu van haar jeugd. Net als vele andere strijders voor vrouwenrechten in die tijd wijst ze op de leegte van het huisvrouwenbestaan. 

Mercier vindt dat vrouwen uit de gegoede burgerij hun tijd verdoen met liefdadigheid. Ze moeten hun bevoorrechte standspositie juist gebruiken om zich midden in de maatschappij te posteren. Mercier ontpopt zich tot één van de boegbeelden van de eerste feministische golf. Al heel vroeg pleit ze voor gelijkberechtiging tussen de seksen. Enigszins daarmee in tegenspraak ziet zij voor vrouwen een bijzondere taak weggelegd die past bij hun sekserol: sociaal werk. Eigenschappen als inlevingsvermogen en zorgzaamheid maken hen in haar ogen geknipt voor dit beroep. Ze hoopt dat door de grotere inbreng van vrouwen het zedelijk peil van de maatschappij kan worden verhoogd.

Sociaal-liberalisme

In de tweede helft van de negentiende eeuw wordt de aanpak van de sociale kwestie een prominent thema. In de verouderde binnensteden en op het verpauperde platteland hopen de sociale problemen zich op. De politieke elites kijken hoofdzakelijk toe

Hier komt verandering in als in liberale kringen een kritische stroming op gang komt: het sociaal-liberalisme.  Door overheidsinmenging en gerichte sociale politiek moeten de levensomstandigheden van de lagere volksklassen worden verbeterd, zo vinden de nieuwerwetse sociaal-liberalen. Maar tegelijkertijd moet de staat oppassen om te betuttelen. Uiteindelijk moeten de mensen in de knel het zelf doen. Een steuntje in de rug door de overheid: okay.

Veel invloed op Merciers intellectuele ontwikkeling heeft de vooraanstaande sociaal-liberaal Arnold Kerdijk. Zij ontmoet hem rond 1880 en blijft levenslang met hem bevriend. Hij is hoofdredacteur van het toonaangevende Sociaal Weekblad en vraagt haar om redacteur te worden. Dit blijkt een juiste keuze. Haar scherpe pen maakt haar al snel tot een invloedrijk publicist.

Rauwe werkelijkheid

Minstens net zo belangrijk voor Mercier is haar innige band met de bekende Aletta Jacobs, vrouwenarts en feministe van het eerste uur. Jacobs kent de sociale misstanden van nabij. Zij brengt de beschermd opgevoede Mercier in aanraking met de arbeidersklasse. Om haar directer met de rauwe werkelijkheid te confronteren, organiseert ze een aantal gezamenlijke rondtochten door volksbuurten. Dit opent de ogen van Mercier. 

Sociaal werk als serieus beroep

In 1884 schrijft zij dat zij in de 'sociale questie' een onderwerp heeft gevonden waaraan zij zich de rest van haar leven wil wijden. Goedwillend idealisme en filantropie zetten in de ogen van Mercier te weinig zoden aan de dijk. Voor verantwoord maatschappelijk werk is een professionele attitude nodig. Persoonlijke rijpheid, zelfinzicht en maatschappijkennis zijn cruciaal. Om effectief te opereren, moeten de relaties die sociaal werkers onderhouden een zakelijk karakter hebben. Sociaal werk is in haar ogen een ambacht dat als hefboom kan fungeren voor de emancipatie van de lagere volksklassen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Mercier aan de wieg staat van de School voor Maatschappelijk Werk, de eerste beroepsopleiding op dit gebied in Nederland.

‘Goedwillend idealisme en filantropie zetten te weinig zoden aan de dijk.’

Wonen als sociaal recht

In de debatten over het woningvraagstuk, die uiteindelijk leiden tot de baanbrekende Woningwet van 1901, speelt Mercier een hoofdrol. In 1887 publiceert ze het boek Over Arbeiderswoningen. Een fatsoenlijke woning is niet alleen sociaal rechtvaardig, het bevordert ook de zelfverheffing van de bewoners. Zij is één van de eersten die het belang inziet van kwalitatief goede volkshuisvesting. Ze heeft een belangrijk aandeel in de oprichting van de N.V. Bouwonderneming Jordaan in 1896, een woningcorporatie avant la lettre. Mercier heeft nadrukkelijk aandacht voor het belang van openbare ruimte en groen. Ze is aanhanger van het ideaal van tuinsteden. Ook met haar ideeën over volkshuisvesting is ze haar tijd vooruit.

Haar beschavingsdrang reikt ook tot achter de voordeur. Ze maakt zich sterk voor een ordentelijke huishouding en voor een positief buurtleven. Een verzorgde woning is het begin van een geslaagd leven. Mercier staat aan de basis van het stelsel van woningopzichteressen in Nederland. Deze sociaal werksters zijn in dienst van woningcorporaties. Bij het wekelijks ophalen van de huur worden niet alleen alledaagse problemen besproken maar worden ook – vaak stringente - adviezen gegeven voor levensverbetering. 

De buurt als werkterrein

Ronduit enthousiast is Mercier over het zogeheten Toynbeewerk. Deze vorm van sociaal werk komt in Engeland in de jaren tachtig van de grond. In de Toynbee Hall, een volkshuis dat in 1884 in het Londense East End wordt gesticht, wordt een verbinding gelegd tussen de leefwereld van de hogere en lagere maatschappelijke klassen. Zelfredzaamheid, persoonlijke vorming en culturele educatie zijn het doel. Ruime aandacht ook is er voor persoonlijke hygiëne, het maken van kleding en een goed georganiseerde huishouding. Mercier is de drijvende kracht achter Ons Huis, het eerste buurthuis in Nederland. Deze volksacademie verrijst in 1892 midden in de Jordaan. Met haar steun komen even later ook in andere steden dergelijke volkshuizen van de grond

Sociale verheffing

Helena Mercier is een sociaal hervormster van formaat. Ze verbindt, op uiterst praktische wijze, de emancipatiestrijd van twee sociale groepen: arbeiders en vrouwen. Hiermee baant zij de weg voor een nieuw arbeidsterrein voor vrouwen: het sociaal werk. Sociale verheffing is voor haar een serieuze aangelegenheid die niet aan vrijwilligers kan worden overgelaten. Op oprechte wijze probeert ze haar standsvooroordelen opzij te zetten en het arbeidersbestaan van binnenuit te begrijpen en te veranderen.
Helena Mercier wordt beschouwd als de grondlegger van het maatschappelijk werk. Dat is terecht. Maar ze is meer dan dat. Zij is ook een wegbereider van het buurtgericht werk in ons land.

Serie iconische buurtmakers

Wie heeft er een blijvend stempel gedrukt op de samenlevingsopbouw? Grondleggers en voortrekkers zijn belangrijk voor de ontwikkeling van een vakgebied. Henk Krijnen portretteert buurtmakers die op een eigenzinnige en unieke manier hun sporen hebben verdiend.

 

afbeelding van Henk Krijnen  

Henk Krijnen

Mijn hart ligt bij het buurtwerk. Een buurt is voor mij iets vanzelfsprekends. Ik groeide erin op. De verbondenheid met het buurtwerk begon eind jaren zestig, (jazeker, in die opstandige periode!) in de wijk waar nagenoeg mijn hele familie woonde.

Lees meer: