Platform voor buurtontwikkeling

Bruggenbouwer in politiek verdeeld Nederland: Mohamed Rabbae

Iconische buurtmakers
Artikel
afbeelding van Henk Krijnen  
5 juli 2023
Foto van Mohamed Rabbae

Op 11-jarige leeftijd verzette Mohamed Rabbae zich in Marokko al tegen het koloniale regime. Nadat hij in 1966 in Nederland kwam, zette hij zich met succes in voor volwaardig burgerschap van arbeidsmigranten, die destijds nog werden aangeduid als ‘allochtoon’.

 

Als mid-twintiger neemt Mohamed Rabbae (1941-2022) een ingrijpend besluit. Om de dienstplicht in zijn geboorteland Marokko te ontlopen, en vanwege de wijdverbreide politieke repressie, kiest hij voor een bestaan in Nederland. Hij is vooral bekend van zijn lijsttrekkerschap voor GroenLinks in 1994 en vanwege zijn acties tegen de anti-islamopvattingen van Wilders. Minder bekend is dat hij als boegbeeld van ‘allochtoon’ Nederland mede aan de wieg staat van het idee van multiculturele wijkontwikkeling.

Politiek bewust

Rabbae wordt op 8 maart 1941 geboren in Berechid, een dorpje in de buurt van Casablanca. Zijn vader, afkomstig uit een familie van landarbeiders, weet op te klimmen tot privéchauffeur voor grootgrondbezitters. Zijn moeder is ongeletterd, maar beide ouders willen graag dat hij doorstudeert.

Al in zijn jeugdjaren verzet hij zich tegen het koloniale regime, na de onafhankelijkheid in 1956 ook tegen de monarchie die zich in steeds autoritairder richting beweegt. Als amper elfjarige neemt hij gewapend met een bijl deel aan rellen tegen de Franse machthebbers. Stiekem luistert hij met zijn ouders naar uitzendingen van Radio Cairo speciaal bedoeld voor Marokko. De gesprekken die hij thuis over politiek voert, vormen hem.

Sociale betekenis islam

Zijn ouders hechten eraan dat Mohamed, de eerstgeborene, degelijk onderwijs volgt. Hij bemachtigt een beurs voor een lyceum in Casablanca, een op Franse leest geschoeid internaat. Het is een degelijke opleiding, met een mix van Westers en Koranonderwijs. Hij doorloopt deze middelbare school probleemloos.

Mohamed heeft weinig op met de gemakzuchtige anti-godsdienst-houding van een deel van zijn medeleerlingen. Voor hen is religie achterhaald, maar hij heeft oog voor de sociale betekenis van de islam. Zo is de ramadan voor hem iets bijzonders, ook vanwege de gezelligheid 's avonds in de stad. Voor Rabbae is godsdienst wel een privézaak: ”Waarom zou mijn islamitische gelijk absoluut zijn, of op een hoger niveau staan dan andere religies?”

‘De jaren van lood’

Na de onafhankelijkheid van Marokko in 1956 neemt de onderdrukking toe. Rabbae kant zich tegen de politiek van de dictatoriale koning Hassan II die tussen 1961 en 1969 de scepter zwaait. Deze periode staat bekend als ‘de jaren van lood’. Het broodoproer van Casablanca in 1965 maakt hij van dichtbij mee. Vanuit helikopters worden demonstranten met mitrailleurs beschoten. De lijken blijven dagenlang op straat liggen. Hij merkt dat hij niet bang is om voorop te lopen in betogingen.

In die woelige tijd gaat hij in Rabat rechten en filosofie studeren. Hij wordt politiek actief in de linkse Union Nationale des Étudiants Maroccains (UNEM). Om het studentenprotest de kop in te drukken, wordt de UNEM geïnfiltreerd door de geheime diensten en wordt de militaire dienstplicht ingevoerd.

Balling

Rabbae is nog student als hij in 1966 zijn land ontvlucht. In zijn eerste jaar in Nederland is hij brandweerman op de NDSM-scheepswerf, kofferverkoper bij V&D en arbeider in een conservenfabriek. Na ongeveer een jaar gaat hij economie aan de Universiteit van Amsterdam studeren.  Bij terugkomst kan hij zich met een economie-diploma op zak nuttig maken voor zijn land, zo redeneert hij.

Acties voor de Palestijnen in de tijd van de Zesdaagse Oorlog in 1967 brengen hem in aanraking met Marokkaanse landgenoten. In dat jaar krijgt Rabbae op niet mis te verstane wijze met de lange arm van Koning Hassan te maken. Ambassadepersoneel zet aanwezigen tijdens een manifestatie in het Vondelpark tegen hem op. Dit maakt diepe indruk. Hij wordt een fel bestrijder van de Amicales, een mantelorganisatie van de Marokkaanse overheid om burgers buiten de landsgrenzen in het gareel te houden.

Baan in welzijnswerk

Als afgestudeerd econoom kiest Mohamed in 1974 bewust voor een baan in het dan in opkomst zijnde welzijnswerk voor buitenlandse arbeiders. In 1975 wordt hij directeur van de Stichting Buitenlanders West-Brabant (SBWB) in Breda. Hij is de eerste niet-Nederlandse directeur van de in totaal 18 regionale stichtingen die Nederland telt. In deze - voor honderd procent door de rijksoverheid gesubsidieerde - instellingen voor cultureel en maatschappelijk werk voor ‘gastarbeiders’ maken Nederlanders de dienst uit. Vanaf 1975 worden deze welzijnsstichtingen overkoepeld door de Landelijke Stichting Bijstand Buitenlandse Werknemers (LSBBW), die in 1974 wordt omgedoopt tot het Nederlands Centrum Buitenlanders (NCB).

Als directeur van de West-Brabantse stichting weet hij na felle interne strijd de invloed van de Marokkaanse overheid teniet te doen. In Breda geeft hij leiding aan een ontmoetingscentrum met de naam Incom. Hoewel niet direct in de buurt gevestigd, kan gezegd worden dat dit één van de eerste multiculturele buurthuizen in ons land is.

Rabbae laat ook landelijk van zich horen. Zo maakt hij zich hard voor de zogenaamde 182 ‘illegale’ Kerk-Marokkanen die vechten om in Nederland te mogen blijven. Hij spreekt in die tijd grote demonstraties toe. Rabbae is één van de eersten die integratie vanuit een burgerschapsperspectief bekijkt. In 1979 constateert hij “dat de “gastarbeiders" van het eerste uur hun tijdelijkheids-vleugels hebben laten varen voor een permanent nest in Nederland.” Hij bepleit volwaardig burgerschap voor hen, een radicale visie toentertijd.

Boegbeeld

In 1982 wordt hij landelijk directeur van het Nederlands Centrum Buitenlanders. In de twaalf jaar dat hij aan het hoofd staat van deze organisatie wordt Rabbae een boegbeeld voor ‘allochtoon’ Nederland. Hij verenigt allerlei etnische groepen en zorgt ervoor dat na de eerste twee periodes (de komst van gastarbeiders, gezinshereniging) de focus op Nederland wordt gericht.

Rabbae moet voorzichtig opereren. Vanaf het begin van de jaren zeventig ontstaan kritisch ingestelde zelforganisaties. Belangrijke organisatie is het KMAN, het Komitee Marokkaanse Arbeiders in Nederland. In 1975 is hij medeoprichter hiervan. Door het politiek bewuste en strijdbare deel van de Marokkanen wordt het NCB als bevoogdend ervaren.

Bindende figuur

Rabbae zit tussen twee vuren. Maar met zijn diplomatieke kunnen, gevoel voor humor en resultaatgerichte houding slaat hij zich er met verve doorheen. Het voetbal in het Marokko van zijn jeugd blijkt een goede leerschool. Wedstrijdjes spelend op het strand ontpopt hij zich als een bruggenbouwer. "Ik word niet zo gauw in de, zeg maar, emotionele toestand getrokken. Ik was altijd een soort van bindende figuur bij mijn vrienden." Hij praat op bedeesde toon en is aimabel in de omgang. Maar, gewend als hij is om te werken in een cultuur met een lange machtsafstand: hij leidt zijn organisatie met straffe hand.

Als in de eerste helft van de jaren negentig het debat over de multiculturele samenleving verscherpt, neemt Rabbae slechts mondjesmaat afstand van ongewenste praktijken in de migrantengemeenschap. Hij is een voorstander van vrouwenemancipatie en een open gemeenschap die macht uitbant. Maar doordat hij zijn kritiek voor zich houdt, slaagt hij er niet in om zijn leiderschap een nieuwe lading te geven.

Multicultureel opbouwwerk

Tussen 1975 en 1995 speelt Rabbae een belangrijke rol in het maatschappelijk middenveld. Hij baant de weg voor de integratie van de eerste generatie migranten. Door het perspectief te verschuiven naar definitieve vestiging in Nederland komt de wijk als levenskader centraal te staan. De buurt wordt een plek voor sociale interactie en cohesie in een multi-etnische omgeving. Later komt de wijk ook in beeld als een soort arena waarin fricties tussen bevolkingsgroepen manifest worden en waar gerichte interventies nodig zijn om het samenleven te verbeteren.

Lees ook deze kritische noot over de focus op etnische diversiteit in wijken.

In de boezem van het NCB rijpt mede het idee voor multiculturele wijkontwikkeling. In 1996 gaat het NCB op in FORUM, het landelijk kennisinstituut voor multiculturele vraagstukken. Samen met het NIZW (het huidige Movisie) en het Landelijk Centrum Opbouwwerk (LCO) wordt een nieuw landelijk programma van de grond getild: Heel de Buurt. Het doel is een langdurig volgehouden opbouwwerk-inspanning in kwetsbare wijken met een diverse bevolkingssamenstelling. Later zijn hier allerlei buurtgerichte projecten en initiatieven uit voortgevloeid, die tot op de dag van vandaag de kern van het community development raken.

In 2014 krijgt Mohamed een hersenbloeding. Niet alleen kan hij daardoor niet meer lopen en lezen, ook wordt zijn herinneringsvermogen aangetast. Op zijn 81-ste overlijdt hij.

Lees meer

Lees ook dit artikel (2004) over Wonen en integratiebeleid: een gemengd beeld.
Bekijk ook deze documentaire (1965) Van Westerloo in Casablanca.
Lees meer over Wijkaanpak in grote steden

afbeelding van Henk Krijnen  

Henk Krijnen

Mijn hart ligt bij het buurtwerk. Een buurt is voor mij iets vanzelfsprekends. Ik groeide erin op. De verbondenheid met het buurtwerk begon eind jaren zestig, (jazeker, in die opstandige periode!) in de wijk waar nagenoeg mijn hele familie woonde.