Platform voor buurtontwikkeling

Wat is leefbaarheid eigenlijk?

En hoe krijg je dat onderwerp goed op de wijkagenda?
Praktijkverhaal
13 oktober 2021

De leefbaarheid van de wijk valt onvoldoende te vatten in gemeentelijke thema’s als schoon, groen en veilig. Wouter de Hoog ontdekte hoe je holistisch kunt kijken naar de wijk en de wijkagenda.

9 minuten

 

Het maken van een buurt- of wijkagenda helpt richting te geven aan prioriteiten. Maar hoe doe je dat op een goede manier? Movisie maakte een praktische handleiding die helpt om een goede agenda samen te stellen. In dit verhaal vertelt Wouter de Hoog over de praktijk.

Vanuit de gemeente Den Haag kreeg ik de bestuurlijke opdracht om een wijkagenda op te zetten voor Houtwijk en Mariahoeve. Het idee achter de opzet van de wijkagenda is dat de gemeente problemen of uitdagingen op het gebied van leefbaarheid wijkgericht wil aanpakken. Mijn rol als projectleider is om samen met de gemeentelijke diensten en wijkpartners een gedeeld beeld te krijgen hoe de wijk ervoor staat, samen te beslissen wat aangepakt moet worden en hoe verschillende partijen daarin een rol kunnen spelen. 

Concreet gaat het om het opzetten van de wijkagenda en het actieprogramma met leefbaarheid als hoofdthema. Maar wat is leefbaarheid eigenlijk? Tijdens het maken van de wijkagenda kwam ik tot een antwoord.

Denkfout over wat een leefbare wijk is

In het begin van het proces van de wijkagenda ontdekte ik een gemeentelijke denkfout. Simpel gezegd vroegen we bewoners of zij hun wijk schoon, groen en veilig vinden. We dachten hiermee iets te kunnen zeggen over de leefbaarheid van de wijk: als het vies, niet-groen of onveilig is dan zouden we de vervolgvraag stellen of we hier de komende jaren prioriteit aan zouden moeten geven. 

Die manier van denken is niet onlogisch want binnen de gemeente werken we thematisch. We praten over een ‘leefbare wijk’ alsof die is opgebouwd uit elementen zoals schoon, veilig, groen, etc. In deze benadering lijkt het alsof alle relevante agendapunten over leefbaarheid zijn onder te brengen binnen deze elementen. De gedachte is: als we weten of het schoon, veilig en groen is dan weten we of het een leefbare wijk is. En dat klopt dus niet.

Wat dan wel

In werkelijkheid gaat leefbaarheid over complexere dingen; namelijk het vermogen, de kracht en de capaciteit in een buurt om nieuwe verbindingen aan te gaan. Het gaat er dan over of bewoners voldoende kansen hebben om zich op een positieve manier verbonden te voelen met de buurt en andere bewoners. Zijn er bijvoorbeeld voldoende financiële middelen, is er voldoende toegang tot educatie, wordt positieve omgang voldoende gestimuleerd? Denk dan ook aan de wijk als fysieke omgeving. Loopt er bijvoorbeeld een grote weg door de wijk, worden er mensen uitgesloten, kun je als bewoner ergens zitten en is het rolstoeltoegankelijk etc. 

Holistische benadering van leefbaarheid

Het verbeteren van de leefbaarheid vraagt dus om een holistische benadering en dat zorgt ervoor dat je gemakkelijk het overzicht verliest. Maar het is goed om te bedenken dat een wijk geen overzichtelijk geheel is. 

Jane Jacobs, een Amerikaanse-Canadese stadsactiviste die veel wandelingen maakte, ziet levendige wijken als microkosmossen waarin vele functies samenkomen. Je kan muziek spelen in de muziekschool, je komt de buurtkinderen tegen op het buurtplein, als je ’s avonds naar huis loopt is het café op de hoek nog open en dat zorgt voor een veilig gevoel. Al dit soort verbindingen maken of je prettig woont in een wijk. 

‘Als je wilt weten hoe een wijk functioneert, onderzoek dan de verbindingen die er zijn in de wijk.’

Door de thematische analyse of een te datagerichte analyse van een wijk zie je dit niet. Ik vergelijk, in navolging van filosoof Gilles Delueze, de wijk met een rizoom, een levende plant met wortels die horizontaal lopen en waar geen begin of einde in te ontdekken valt, je ziet enkel de verbindingen tussen de ene wortel en de andere. Je kan de rizoom wegen en meten, maar je komt op die manier niks te weten over hoe de rizoom functioneert. Hetzelfde geldt voor een wijk. Als je wilt weten hoe een wijk functioneert, onderzoek dan de verbindingen die er zijn in de wijk. 

Data functioneert alleen als eerste aanzet voor een wijkagenda

Laat ik wel benadrukken dat ik niets tegen data heb. Data zijn statische gegevens die goed inzicht geven in hetgeen waarin een buurt afwijkt van stedelijke gemiddeldes. Die informatie zegt iets over mogelijke aandachtspunten maar geeft onvoldoende zicht op het functioneren van de wijk.

Afval zegt iets over buurtbeleving

Terug naar het ontstaan van de wijkagenda in Houtwijk. In de data zagen we veel meldingen van afval in de wijk, specifiek in bepaalde straten. We zijn bij dit agendapunt niet verder de diepte ingegaan, terwijl daar uit het idee van verbindingen wel aanleiding voor is. Er zijn namelijk bewoners die hun afval op straat gooien. Die hebben blijkbaar niet het gevoel dat ze bekeken worden. Zijn er misschien te weinig ogen op de straat? Of durven omwonenden de afvalgooiers niet aan te spreken op hun gedrag? Is die afvalgooier misschien niet trots op zijn wijk en voelt die daarom onvoldoende binding met de wijk? Het bespreken van deze gedachten helpt indirect het agendapunt Schone Wijk en zegt veel over de onderlinge verbindingen, daarom is het relevant voor de leefbaarheid.

Opheffen van een blokkade

Een succesvol voorbeeld is het agendapunt Fijn Opgroeien in de Wijk. We zagen in de data veel meldingen van jeugdoverlast. Daarom zijn we de onderlinge verhoudingen gaan verkennen met jeugdwerkers, jeugd en oudere bewoners: Waarom hangt de jeugd in het park, en wanneer klagen bewoners hierover? 

Uiteindelijk lag de oplossing in het toegankelijk maken van het voetbalveld. De jeugd ging liever voetballen dan hangen, maar dat kon tot nu toe niet. Het afgesloten hek vormde een letterlijke blokkade voor verbinding met deze fysieke plek in de wijk. Na afspraken met de lokale sportverenigingen is de overlast voorbij en de leefbaarheid op dit vlak verbetert.  

 

Lees meer: