Platform voor buurtontwikkeling

Onbegrensde ruimte

Hoe het sociaal werk de ontwerper in zichzelf moet herontdekken
Blog
afbeelding van Marien van Schijndel  
18 maart 2024

Het sociaal werk moet de ontwerper in zichzelf herontdekken en zoeken naar de onbegrensde ruimte. We zijn uitvoerder van beleid geworden en vergeten onze systeemkritiek en omgevingsbewustzijn voor het voetlicht te brengen, betoogt opbouwwerker Marien van Schijndel.

 

Ooit leerde ik van mijn broer die architect was, hoe je tegen het begrip ruimte aan moest kijken. In het Engels zijn er voor dat woord twee betekenissen: room en space.
Met room wordt een begrensde ruimte benoemd, denk aan een ruimte die ontstaat omsloten door muren. Space heeft meer de betekenis van ruimtelijk en onbegrensd. Voor hem vormden deze begrippen bij het ontwerpen de basis voor een dynamisch spel met licht en ruimte. De constante zoektocht binnen de beperkingen naar een andere sfeer en mooier omgeving. Het leidde tot magische en onderscheidende ontwerpen

Zoektocht

Opgegroeid in diezelfde creatieve en innovatieve omgeving, herken ik die manier van kijken in hoe ik mijn eigen werk als opbouwwerker vorm wil geven. Waar zie ik space, hoe creëer ik die, in een permanente zoektocht tijdens mijn ontmoetingen met mensen wiens leven vaak gedomineerd wordt door de beperkingen waarmee ze zijn omgeven? Deze manier van kijken en werken is wat mij betreft ver te zoeken in hoe we sociaal werk in Nederland vormgeven. Daarin kunnen we de space wel vergeten. 

‘We zijn als werksoort nauwelijks innovatief en we doen ons werk steeds meer vanuit zelf opgelegde begrenzingen.’

Comfort

Waar een architect de tijd neemt om de situatie te analyseren in hoe de ruimtelijke werkelijkheid zich aandient, en hoe die anders vormgegeven kan worden, zien wij onszelf vooral als de uitvoerders van een sociale agenda die anderen hebben gemaakt. We zijn als werksoort nauwelijks innovatief en we doen ons werk steeds meer vanuit zelf opgelegde begrenzingen. Vaak is het ook onzekerheid om uit onze comfortzone te treden. Omdat we denken dat we geen verbeeldingskracht of creativiteit hebben of erop worden afgerekend. 

Een architect zal zijn vakkennis altijd spiegelen aan de wens van zijn opdrachtgever en hem meenemen in verschillende perspectieven en nooit de werkhouding hebben: u vraagt wij draaien. 

Systeemkritiek

Ik weet in mijn vijfenveertigjarige carrière in het welzijnsdomein niet beter dan dat ons werk altijd onder druk staat. Waarom? Omdat we bij het creëren van een humanere samenleving vooral lijdzame en gedweeë uitvoerders zijn geworden, waarbij de opdrachtgever zegt: wij willen dat je een huis bouwt op de manier die wij je voorschrijven. De systeemkritiek en de omgevingsbewustheid die we wel degelijk hebben vanuit de context waarin we werken, brengen we nauwelijks over het voetlicht bij het aannemen en uitvoeren van deze opdrachten.

Jeugdzorg

Een actueel thema wat op dit moment in veel gemeenten speelt, zijn de wachtlijsten in de jeugdzorg. We komen meestal niet verder dan te klagen over aanbestedingen of te roepen dat er meer geld bij moet. Maar denken we ook nog wel eens na – voorbij onze taakopdracht – hoe het komt dat het beroep op jeugdzorg zo is geëxplodeerd? 

Ik durf – met een ruimtelijke andere blik op wat we doen en de samenleving - de stelling wel aan dat wanneer je een samenleving herbeschouwd en herontwerpt waarin ontmoeting en het aangaan van vriendschappen bevorderd worden, de vraag om jeugdzorg minimaal zal halveren. 

Omgevingsbewustzijn

Wordt het niet eens tijd dat we -net als een architect- meer de tijd nemen voor denkprocessen om nieuw omgevingsbewustzijn te ontwikkelen dat verder reikt dan onze deelopdracht? Wat speelt hier? Wat past hier? Waar ligt er ruimte? Waarom doen we dit, of willen we dit eigenlijk wel? Welke toegevoegde waarde kan ik leveren als sociaal werker?

Dat betekent dat we vanuit die analyse en ruimere blik ook de moed moeten hebben om constructieve systeemkritiek te geven aan onze opdrachtgever. Over hoe we onze samenleving hebben ingericht en hoe die heeft geleid tot zoveel bureaucratie en een nijvere bijenmarkt van onderaannemers in welzijn en geluk. Een markt waarop mensen steeds meer verdwalen.

Ministerie van Vriendschapszaken

Laten we daarom beginnen de ontwerper in onszelf te (her)ontdekken. Waarin we uit ons keurslijf breken, met ambitie en via samenkracht beperkingen omzetten in mooie ruimtelijke ontwerpen die het leven veraangenamen en de omgeving waarin mensen opereren een beetje mooier en humaner maken. 

Hoe we met onze interventies die samenleving van express yourself, kunnen terug ontwerpen naar hernieuwd connect yourself? Dat lijkt me ruimtelijk denkend, een mooie opdracht voor het nieuw te vormen ministerie van vriendschapszaken. 

Marien van Schijndel is opbouwwerker bij Kwartier Zorg en Welzijn in Midden-Groningen, duovoorzitter van de PvdA afdeling Deventer en hij schrijft de wekelijkse nieuwsbrief van #Krachtproef.
Lees meer over:
afbeelding van Marien van Schijndel  

Marien van Schijndel

Lange carrière in het werken voor de publieke zaak: 'van alles net genoeg weten en kunnen' en daardoor een generalist in de stijl van twaalf ambachten dertien uitdagingen.