Platform voor buurtontwikkeling

Balanceren tussen afstandelijkheid en nabijheid

Florerende buurt kan niet zonder aandacht
Artikel
afbeelding van Tanja Bubic  
17 maart 2020
Balanceren tussen afstandelijkheid en nabijheid

Foto: David Evers (Flickr Creative Commons)

Dat we aandacht moeten blijven houden voor wijken waar het nu goed mee gaat, daar is geen twijfel over. Dat blijkt ook uit de reacties op het stuk van Rob van Veelen over het rapport over de leefbaarheid in buurten. We lichten er een paar uit.

Een wijk vraagt om blijvend onderhoud, onafhankelijk hoe goed het nu met een wijk gaat. Daarmee kopte het artikel dat Rob van Veelen schreef over de situatie in de Indische Buurt in Amsterdam. Deze wijk was een van de 40 Vogelaarwijken die in 2007 zowel financiële middelen als extra aandacht kreeg vanuit bestuur en politiek. Als participatiemakelaar stond Rob van Veelen toen midden in de Indische Buurt. Hij zag hoe de bewoners van deze buurt kansen aangrepen, ideeën bedachten en uitvoerden, andere bewoners betrokken en hen met hun tomeloze enthousiasme aanstaken. Rob stond er midden in, observeerde, signaleerde en faciliteerde de bewoners in hun contact met de gemeente.

Nu, bijna 15 jaar later, is de Indische Buurt een aantrekkelijke plek om je als jonge starter te vestigen. Charmante arbeiderswoningen zijn gerenoveerd, hippe koffietentjes liggen op loopafstand terwijl je je boodschappen nog steeds kan doen bij de Marokkaanse of Turkse winkeltjes, die ook nog eens goedkoper en soms veel lekkerder zijn dan de grote supermarkten. Exotisch, comfortabel en hip, dat is Indische Buurt tegenwoordig.

Eigen bubbel

Naast deze mooie ontwikkelingen zijn er toch ook zorgen. Rob benoemt enkele ervan in zijn stuk en krijgt bijval van de bewoners. Zo herkent een bewoonster - die al 30 jaar in de Amsterdamse Indische Buurt woont - zich in het verschil in levensstijl als gevolg van economische verschillen. Maar ze vraagt zich ook af: ‘Diversiteit is inderdaad ook diversiteit van inkomen. Zeer belangrijk dat er afgelopen jaren studenten en startende eigenaren van huizen naar onze buurt kwamen. Dat maakt de wijk stukken leefbaarder. Nu is de grote vraag alleen: zijn deze groepen ook mengbaar of leeft ieder in zijn eigen bubbel? En als dat zo is, is daar bezwaar tegen?’

‘Informele netwerken in de buurt kunnen dwarsverbanden leggen tussen verschillende bewoners'

Dat betrokkenheid bij de buurt af is genomen door de komst van nieuwe stedelingen, is niet vreemd. Ook de initiatiefneemster van het eerste postzegelparkje in Amsterdam, dat onlangs omgedoopt is tot Vogelaar-parkje, herkent de afwezigheid van eigenaarschap onder de nieuwe bewoners: ‘Op mijn trap zeggen de huizeneigenaren over het Vogelaar-parkje steeds ‘jullie’. Zij komen niet in het pakje.’ Al blijft het daar niet bij: ‘Ze willen best wel eens faciliteren. Bijvoorbeeld al ik op vakantie ben, dan geven zij plantjes water. Dat is heel fijn.’

Nabijheid

‘Ik ben het eens dat de sociale netwerken heel belangrijk zijn’, schrijft een andere bewoonster die vindt dat de buurt nu iets anders nodig heeft dan in het verleden. ‘Informele netwerken in de buurt kunnen met name die dwarsverbanden leggen tussen verschillende bewoners. Het Buurtmuseum is daar een voorbeeld van. Zo’n initiatief trekt ook de meer verdienende bewoner. Dat is een kwestie van steeds goed aanvoelen wat de buurt nodig heeft op dit moment. Dat is geen buurthuiswerk. Ik heb niets tegen een buurthuis, maar dit is een andere activiteit. Zo’n initiatief als Buurtmuseum - waar verschillende groepen mensen komen vanwege een gedeelde belangstelling - maakt het zo van deze nieuwe tijd. Het trekt een divers publiek, in zowel inkomen als achtergrond.’

Ook uit de lokale politiek volgde een reactie op het artikel van Rob van Veelen. De afstand die Rob schertst tussen het huidige bestuur en de buurt wordt niet geheel gedeeld, vindt een stadsdeelbestuurder. ‘Volgens mij staat het lokaal bestuur niet heel veel verder van de wijk af, maar zijn de mogelijkheden zowel financieel als bijvoorbeeld qua besluitvorming aanzienlijk beperkter dan voorheen’, laat een lokale bestuurder weten.

'Bewonersinitiatieven hebben baat bij een alert en attent lokaal bestuur. Maar andersom zeker ook'

De bestuurlijke centralisaties van politieke macht en gemeentelijke diensten hebben in Amsterdam geleid tot het ervaren van meer afstand tussen bewoners en bestuur. Echter zegt dit niet zo veel over de warmte die het lokale bestuur voelt voor deze buurt. Nog steeds wordt er geïnvesteerd in coalities met woningbouwcorporaties en bewoners, worden ontwikkelingen in de buurt vanuit co-creatie aangepakt en wordt er geëxperimenteerd met maatschappelijke aanbesteding. Bewonersinitiatieven hebben baat bij een alert en attent lokaal bestuur. Maar andersom zeker ook.

Lees meer over:
afbeelding van Danielle van Oostrum

Danielle van Oostrum

Ik werk als communicatieadviseur bij Movisie. Voor Buurtwijs verzorg in de webredactie, onderhoud ik het Facebookaccount en maak ik de nieuwsbrieven.
afbeelding van Tanja Bubic  

Tanja Bubic

Als sociale ontwerper creëer ik ruimte die uitnodigt om de ander in een ander daglicht te zien dan dat we dat gewend zijn. Ik doe dat door het gebruik van het woord, beeld, maar ook de fysieke omgeving waarin we elkaar ontmoeten. Meer over mij?

Lees meer: