Platform voor buurtontwikkeling

Een wijk vraagt om blijvend onderhoud

Sleutel voor wijkverbetering
Artikel
afbeelding van Rob van Veelen  
11 februari 2020
Hand met schilderspalet (mengen)

Foto: stock (123rf)

Een wijk is nooit af, is de ervaring van Rob van Veelen die jarenlang in de Amsterdamse Indische Buurt werkte. De leefbaarheid in de buurt is aanzienlijk verbeterd, maar loopt nu terug door afgenomen aandacht voor deze wijk.

Op 3 februari kopten de kranten: zwakke wijken worden steeds zwakker. Als een van de oplossingen om dit tegen te gaan is er een pleidooi voor gemengde buurten. De Indische Buurt, waar ik als participatiemakelaar heb gewerkt, is zo’n gemengde buurt. Wat valt er te zeggen over onze ervaringen?

De Indische Buurt van Amsterdam was een Vogelaar wijk. Dankzij de stedelijke vernieuwing en de wijkaanpak is er veel verbeterd in de wijk. De leefbaarheidscijfers gaan omhoog, van onvoldoende naar ruim voldoende. Door een beleid van gemengd bouwen en verkoop van corporatiebezit is het aantal eigen woningen gestegen van 2% in 2005 naar 20% in 2019. Het aandeel sociale huur is met dezelfde aantallen gedaald en bedraagt nu iets meer dan de helft. Dat is ruim boven het Amsterdamse gemiddelde van 40%.

De Javastraat is van een verloederde winkelstraat omgetoverd tot een geliefd winkel- en uitgaansgebied met een mix van oud en nieuw, traditioneel en hip. In dat deel van de wijk is er sprake van gentrificatie door de instroom van nieuwe stedelingen.

Mengen van de wijk is goed, maar men moet blijven investeren in sociale netwerken, bestrijding van armoede en tweedeling, en intensiveren in lokale democratie

Door de gezamenlijke inzet geldt de Indische Buurt nog steeds als een geslaagd voorbeeld van wijkverbetering. Lokaal bestuur heeft zich samen met woningbouwverenigingen, politie, maatschappelijke instellingen en ongelofelijk veel bewonersinitiatieven (op gebied van beheer buurthuizen, talentontwikkeling kinderen, armoedebestrijding, gezonde voeding, etc.) jarenlang ingezet om de leefbaarheid en woonplezier in de wijk te vergroten. Met succes.

Saamhorigheid neemt af

Gemengd bouwen leidt in geval van Indische Buurt zeker tot gentrificatie en tot een opwaartse druk op de prijzen van huizen en winkels. De gemiddelde woningwaarde steeg van €200.000 naar €320.000 in de laatste vijf jaar. De georganiseerde bewoners hebben erop aangedrongen, dat er gewaakt wordt voor balans en evenwicht en dat er voldoende sociale huurwoningen in de wijk blijven.

En ander effect van de instroom van nieuwe stedelingen is een groter verschil in sociale omstandigheden en leefstijlen tussen de verschillende groepen bewoners. De cijfers laten een daling zien van het gevoeld van sociale saamhorigheid. En daarnaast zijn de sociale problemen (inkomen, schoolprestaties, gezondheid) in de arme huishoudens hardnekkig en duikt op sommige plekken weer de drugshandel op en nemen geweldsdelicten toe.

Een wijk is nooit af

Onze ervaringen laten zien dat gemengd bouwen onvoldoende is. Een van de valkuilen is het idee dat  de wijk af is. Er is veel geïnvesteerd in de wijk. Door de lokale overheid, door de woningbouwverenigingen en door de bewoners zelf, door dat laatste zijn er stevige sociale netwerken ontstaan. Deze netwerken zorgen ook voor de leefbaarheid. Jongeren die dreigen te ontsporen worden bijvoorbeeld opgevangen en gemotiveerd om meer van hun leven te maken. Juist deze initiatieven worden nu bedreigd door bezuinigingen. Het is bijzonder dat we vanuit de Indische Buurt aan het linkse bestuur van Amsterdam moeten zeggen: zorg voor goed sociaal beleid. Verbeteringen vragen om blijvend onderhoud.

Voor een blijvende verbetering van buurten is een attent, daadkrachtig en warm lokaal bestuur nodig

Een andere ervaring is dat de Indische Buurt tot 2014 een lokaal bestuur kende dat dicht bij de mensen stond, heel benaderbaar was en over budget en bevoegdheden beschikte. Hierdoor kon je effectieve coalities met elkaar sluiten. Door de (ver doorgevoerde) centralisatie in Amsterdam zijn de huidige stadsdelen een schim van weleer geworden die met een voortdurend proces van reorganisaties te maken hebben. De afstand tussen bestuur en bewoners is hierdoor toegenomen en maakt de besluitvorming stroperig en ondoorzichtig. Althans zo wordt het ervaren.

Wat vroeger aan kleine verbeteringen in de openbare ruimte in enkele dagen geregeld was, duurt nu soms maanden. Dat levert frustraties en negatieve energie op voor betrokken bewoners en wijkambtenaren.

Vertrouwen vooraf

Wat daarbij in de relatie overheid en bewoners ook niet helpt is dat het adagium van minister Vogelaar bij bewonersinitiatieven ‘vertrouwen vooraf, verantwoording achteraf'  vervangen lijkt te zijn door ‘wantrouwen vooraf, afrekening achteraf’. Kortom voor een blijvende verbetering van buurten is ook een attent, daadkrachtig en warm lokaal bestuur nodig.

Ten slotte is het van belang dat in gemengde wijken bewoners die zich inzetten voor dwarsverbanden en netwerkvorming tussen de oude bewoners (veelal ook voor een groot deel toentertijd nieuwkomers) en de nieuwe stedelingen gekoesterd worden. Mengen van de wijk is goed, maar men moet blijven investeren in sociale netwerken, bestrijding van armoede en tweedeling en juist intensiveren van lokale democratie.

Lees meer: