Platform voor buurtontwikkeling

Taalles als tovermiddel

Hoe een taalles helpt met communicatie en connectie
Artikel
afbeelding van Margreet Kok  
7 februari 2022
Een taaldocent en cursist aan de tafel op stap

Hoe kun je de Nederlandse taal beter oefenen dan door over ‘koetjes en kalfjes’ te praten? Een ontspannen sfeer en speelse benadering doen het zelfvertrouwen groeien en je taal verbeteren. Maar ze creëren ook verbinding tussen mensen die elkaar niet snel zouden treffen.

 

Eind 2021 deelde één van de trouwste deelnemers mij mee dat ze per januari gaat stoppen met taallessen Nederlands die ik geef. ‘Door deze lessen voel ik me nu zelfverzekerd genoeg om een nieuwe plek te zoeken,’ vertelde ze. ‘Ik wil meer deelnemen aan de Nederlandse maatschappij. Ik weet nog niet precies hoe, maar door de aandacht en stimulans van jullie allemaal, docent en deelnemers, voel ik me klaar voor een volgende stap.’ 

Met haar positief-kritische, oorspronkelijke en onconventionele kijk op veel zaken gaat deze dame de Hilversumse maatschappij zeker verrijken. Als docent bij de particuliere taalinitiatieven de TaalTafel en het TaalLokaal ben ik verheugd als ik op deze manier afscheid kan nemen van een deelnemer.

Van liedjes tot informatiefolder

Deze taalinitiatieven worden aangeboden vanuit de bibliotheek Hilversum. Met wekelijkse bijeenkomsten maken we volwassenen met een migratieachtergrond, zoals statushouders en expats, meer vertrouwd met de Nederlandse taal en cultuur. Er gelden geen instroomeisen, er is geen opkomst – of afmeldplicht, ook zijn er geen examens of toetsen. Hooguit worden er soms zelf geformuleerde doelen nagestreefd, zoals : ik wil beter een praatje met mijn buren kunnen maken, ik wil me zelfverzekerder voelen of ik wil weten bij welke instantie ik moet zijn als ik iets nodig heb. De deelnemer kan dan zelf na verloop van tijd bepalen of het doel behaald is.

'Een belangrijk bijeffect van de taalbijeenkomsten is dat men nieuwe contacten opdoet en dat de groep soms als sociaal vangnet fungeert'

De groepen worden begeleid door vrijwilligers die zelf de lesthema’s bepalen. Deze kunnen sterk variëren, want letterlijk alles kan als uitgangspunt dienen: een lied, filmpje, iets actueels, een informatiefolder, huis-aan-huisblad of eigen ervaringen. Wat elke keer hetzelfde is? Er staat altijd een kopje thee of koffie klaar. Dit kleine gebaar draagt bij aan een open, positieve sfeer met ruimte voor ieders inbreng.

Nederlandse mores 

Door de wekelijkse contacten vergroten de deelnemers hun kennis van de Nederlands taal, maar belangrijker nog: ze ervaren dat je met gebrekkige taalkennis toch goed simpele zaken kunt overbrengen. Dit geeft zelfvertrouwen en het werkt stimulerend om ook buiten de les om makkelijker contacten aan te gaan.

Zo heeft onlangs een cursist, met een zeer basaal taalniveau, me vergezeld naar een interactieve middag over sociale inclusie, georganiseerd door de Alliantie Digitaal Samenleven. Het was prachtig om te zien hoe deze man de hele middag heeft lopen stralen. Hij liet zich niet tegenhouden door de grote taalkloof en zijn onbekendheid met de Nederlandse mores bij dit soort bijeenkomsten. In plaats daarvan ging hij opgewekt mee met zijn werkgroepje, met allemaal onbekenden. Uit de presentatie bij de slotbijeenkomst kon ik opmaken dat hij een belangrijke inbreng had gehad in zijn groepje.

Onverwachte ontboezemingen

Een belangrijk bijeffect van de taalbijeenkomsten is dat men nieuwe contacten opdoet en dat de groep soms als sociaal vangnet fungeert. Onlangs spraken we bijvoorbeeld over de klimaatcrisis. Aan de orde kwam hoe de groepsleden stonden tegenover deelname aan de klimaatmars afgelopen november. Eén deelneemster zei dat ze graag wilde gaan, maar dat grote groepen niets voor haar zijn omdat ze daar behoorlijk angstig van wordt. Ze schaamde zich om dit toe te geven. De groepsgenoten reageerden echter met respectvolle aandacht op haar eerlijkheid. 

De week erna liet een andere deelneemster zich in een tussenzinnetje ontvallen dat ze regelmatig geplaagd wordt door PTSS-klachten. Op de vraag van een ander wat dit was, hebben de betrokkene en ik uitleg gegeven. Op zulke momenten ben ik trots op mijn groep die met elkaar zo’n open sfeer creëert!

Tovermiddel

Als begeleiders besteden we bewust aandacht aan het maken van onderling contact. We vinden het belangrijk dat iedereen zich gezien voelt en aandacht van de groep krijgt. Daarom zijn waarden als gelijkwaardigheid en acceptatie van iedereen ‘zoals hij gebakken is’ belangrijk bij ons. We richten de lessen zo in dat de deelnemers interesse in elkaar kunnen tonen en dat er een veilige, respectvolle sfeer is waardoor men open durft te zijn naar elkaar toe. 

'De verschillen mógen er zijn. Ze maken de wereld misschien ingewikkeld, maar ook kleurrijk. Dit proberen we over te brengen aan de deelnemers'

De begeleiders bewaken de balans tussen moeilijke en mogelijk somber stemmende thema’s en luchtiger, optimistische onderwerpen. We proberen de sfeer ontspannen te houden, hoewel we gecompliceerde onderwerpen als godsdienstverschillen, oorlog en discriminatie niet schuwen. Na verloop van tijd schakelen we bewust over op een vrolijker, niet-controversieel onderwerp. 

Taalspelletjes zijn uitermate geschikt om lichtheid te creëren. De toevalsfactor (welke vraag, welk kaartje krijg ik?) maakt het extra spannend. Deelnemers zitten dan vaak op het puntje van hun stoel. Zo gebruiken we labeltjes van theezakjes waarop een vraag staat. Of we doen PimPamPet. Eveneens leuk is het maken van een woordslang: de laatste letter van het woord van je voorganger moet de beginletter zijn van het woord dat jij bedenkt. Het ‘roept u maar’ (bijvoorbeeld namen van groentes) doet het ook goed, net als de andere klassieker: tegenstellingen oefenen.

Pijnpunten 

Toch kan de spanning wel eens flink oplopen. Soms dreigt iemand in de hoek gedreven te worden of raakt een hogeropgeleide cursist zichtbaar geïrriteerd over het tragere begrip van een laagopgeleid iemand. Als die spanning voelbaar is, dan grijpen we in. 

Het is dan nodig om expliciet uit te leggen dat mensen verschillend zijn. We refereren dan aan herkenbare zaken zoals sport. Niet iedereen is even goed in sport. De één is goed in taal, de ander in koken, naaien of wiskunde. Die verschillen mógen er zijn. Ze maken de wereld misschien ingewikkeld, maar vooral ook kleurrijk. Dit proberen we over te brengen aan de deelnemers.

Fingerspitzengefühl

Hoe ik als docent omga met de deelnemers is deels gebaseerd op de kennis en vaardigheden die ik privé en tijdens mijn werkende leven heb opgedaan (arts in de ouderenzorg, toezichthouder bij een zorginstelling, docent Nt2). Ook intuïtie speelt bij mijn handelen regelmatig een rol.  

Mijn lessen krijgen soms een ander verloop dan ik had voorbereid. Soms doet een deelnemer onverwacht een persoonlijke ontboezeming, zoals bij het gesprek over het klimaat. Ik ‘peil’ dan of de sfeer er op zo’n moment naar is om hier dieper op in te gaan. En ik ga bij mezelf heel vlug na of ik me competent voel om zo’n thema te begeleiden. Door regelmatige (zelf)reflectie toe te passen, probeer ik vast te stellen of mijn aanpak in orde is en of ik nog op het goede spoor zit.

In de rubriek Aangenaam Kennismaken delen we praktijkverhalen van buurtinitiatieven die contact creëren tussen mensen die elkaar anders niet snel zouden ontmoeten. Op die manier dragen we bij aan het programma Respectvol samenleven van ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

afbeelding van Margreet Kok

Margreet Kok

Als voormalig docent Nt2 begeleid ik, samen met andere vrijwilligers, mensen met een migratieachtergrond die in groepsverband bezig willen zijn met het verbeteren van hun Nederlands.
afbeelding van Margreet Kok  

Margreet Kok

Als voormalig docent Nt2 begeleid ik, samen met andere vrijwilligers, mensen met een migratieachtergrond die in groepsverband bezig willen zijn met het verbeteren van hun Nederlands.