Platform voor buurtontwikkeling

Inclusieve activiteiten bestaan niet

Inclusieve wijken wel!
Interview
afbeelding van Joke Meindersma  
20 oktober 2020

Er is veel aandacht voor het inclusiever maken van initiatieven en activiteiten voor en door wijkbewoners. Is dit een nobel streven? Of kun je juist beter werken aan een inclusieve wijk?

Veel gemeenten werken met inclusief beleid. Het wordt actief gestimuleerd om inclusieve activiteiten te organiseren. Een koffiemoment in het buurthuis waar iedereen voor wordt uitgenodigd in plaats van een koffiemoment speciaal voor vrouwen met een Marokkaanse achtergrond. In de praktijk worstelen organisaties hiermee. Dit zagen ook de onderzoekers die de bewonersinitiatieven volgden die in online publicatie Wij in de Wijk staan beschreven. Daarom legde Movisie in online sessies de volgende stelling voor aan onderzoekers, sociaal werkers en actieve bewoners: een inclusieve activiteit bestaat niet, een inclusieve wijk wel. 

Niet forceren

Je kunt inclusie niet opleggen. Dat kwam in alle sessies sterk naar voren. Het is niet wenselijk en niet haalbaar om aan initiatiefnemers van activiteiten te vragen om deze op alle doelgroepen te richten. Een groep waarin je mensen met bijvoorbeeld een gedeelde achtergrond of levensfase bij elkaar brengt, biedt een veilige omgeving. De bonding die dan ontstaat, kan ertoe leiden dat mensen nieuwsgierig worden naar andere groepen en mogelijk licht overbruggende contacten aangaan. Met de nadruk op ‘mogelijk’. Of zoals sociaal werker Roselien Ramkhelawan zegt: ‘Je moet niks forceren. Groepen zien elkaar, groeten elkaar en groeien naar elkaar toe. Soms lukt dit, soms niet. Dat is niet erg’. Het hoeft elkaar ook helemaal niet te bijten om activiteiten voor iedereen en activiteiten voor specifieke groepen naast elkaar te organiseren. 

Werken aan inclusie is een garantie voor gedoe, want als je echt contact hebt, dan krijg je gedoe

Uitsluiten mag (soms)

Echter, in de praktijk blijkt dat uitsluiten van een groep juist beter werkt. Mariska Meinen, kwaliteitswerker bij Buurtplein, vertelt over een groep mensen in een activeringscentrum. Een deel van de deelnemers sprak niet zo goed Nederlands, waardoor het niet goed werkte in de groep. Voor de mensen met een taalachterstand is toen een aparte groep gevormd, waarin ze ook taallessen kregen. Dit werkte voor beide groepen beter. Ze drinken nu wel af en toe gezamenlijk koffie. Wijkregisseur Han van Geel herkent dit. ‘Soms is uitsluiten ook van belang. Inclusie heeft in zich dat alle zielige mensen mee moeten doen. Maar soms moet je juist uitsluiten’

ℹ️ Digitale bundel 'Wij in Wijk' 
De digitale bundel ‘Wij in de wijk’ beschrijft initiatieven die hun omgeving prettiger, leefbaarder en socialer te maken. De bundel staat vol inspiratie voor sociale cohesie in buurten en wijken. Dit najaar verschijnt ook een vervolg: Wij in de Wijk 2

  

Intrinsieke motivatie

Initiatiefnemers organiseren iets wat dicht bij henzelf ligt, vanuit een intrinsieke motivatie. Ze werken niet in opdracht, wat het anders maakt dan voor sociaal professionals. Je moet proberen om aan te sluiten bij die motivatie. Dus laat ze lekker doen waar ze goed in zijn, zoals het organiseren van een activiteit waar vooral ouderen zonder migratie-achtergrond op afkomen. De meerwaarde van professionals is om te kijken of er andere mensen zijn die ervoor zorgen dat er ook iets voor ouderen met een migratie-achtergrond gebeurt, en zo niet hier zelf een rol in spelen.  

Sommige activiteiten zijn gewoon goed, daar moet je van afblijven

Mensen komen daarnaast ook naar een activiteit waar ze zich prettig voelen, zich thuis voelen. We omringen ons nou eenmaal graag met mensen waar we onszelf in herkennen. Het gaat dus ook om de motivatie van de deelnemers. Bovendien zijn sommige activiteiten gewoon goed, daar moet je van afblijven, benadrukt GGZ coach Moni Hanasbei. 

Inclusieve ontmoetingsplek

Niet alle activiteiten hoeven dus inclusief gemaakt te worden. Maar je kunt wel degelijk inclusie stimuleren. Bijvoorbeeld door een ontmoetingsplek te creëren waar iedereen zich welkom voelt. Dat gaat verder dan dat elke activiteit open staat voor iedereen. Het gaat over hoe je mensen benadert, hoe je het samen eten organiseert en hoe je ervoor zorgt dat mensen die elkaar niet vanzelfsprekend tegenkomen elkaar toch ontmoeten. Ook als ze gewoon in hun eigen groepje aan activiteiten deelnemen. Dat is echt niet vanzelfsprekend en gaat niet vanzelf, weten de deelnemers. 

Een andere manier om te werken aan een inclusieve ontmoetingsplek is door ervoor te waken dat een groep dominant wordt. Een buurthuis vol met senioren, hoe gezellig ook, zal niet veel jongere buurtbewoners aantrekken. Iedereen moet zich er thuis kunnen voelen. Gezamenlijk koken en eten wordt vaak genoemd als een goede manier om verschillende groepen met elkaar te verbinden. 

Omarm gedoe!

Volgens opbouwwerker Joop Hofman krijg je geen inclusie zonder wrijving. ‘Werken aan inclusie is een garantie voor gedoe, want als je echt contact hebt, dan krijg je gedoe. Een wijk heeft belang bij gedoe, bij spanning. Dat betekent namelijk dat er contact is. Als we dat niet willen aangaan, dan blijven we een oppervlakkige wijk waar we elkaar mijden. Professionals en beleidsmakers moeten daarom gedoe omarmen’. Geen inclusieve activiteiten concluderen de deelnemers dus maar een inclusieve wijk. Inclusief een beetje gedoe. 

In vier online reflectiesessies heeft Movisie beleidsmakers, onderzoekers, sociaal werkers en actieve bewoners gevraagd te reflecteren op de acht geleerde lessen uit Wij in de Wijk. De uitkomsten van deze gesprekken worden verwerkt in artikelen op Buurtwijs en in de publicatie Wij in de Wijk 2, die eind 2020 zal verschijnen.
Lees meer over:

Lees meer: