Platform voor buurtontwikkeling

Het was een andere tijd

In gesprek over een halve eeuw opbouwwerk
Interview
afbeelding van Daniël Pit  
16 oktober 2023

Leida Schuringa was in 1973 opbouwwerker in Utrecht, Reynuck is twee jaar opbouwwerker in Leeuwarden. Wat is er veranderd in een halve eeuw op het gebied van opleiding, werkwijze en maatschappelijke ontwikkelingen? Lees hier over hun gesprek hierover tijdens Krachtproef.

 

Op 7 oktober ging Buurtwijsredacteur en Krachtproeflid Daniël Pit in gesprek met Leida Schuringa en Reynuck Hendriksma. Hij schrijft erover in dit stuk. 

'We rookten gewoon in het buurthuis!', zegt Leida Schuringa tijdens het Krachtproeffestival in Uden, 'het was een andere tijd.' Alle aanwezigen zitten opeengepakt in de groepsruimte van onze festivallocatie en luisteren aandachtig. Voor het podium staat een tafel met daaraan Reynuck Hendriksma en Leida Schuringa. Ze zijn in gesprek over het opbouwwerk van toen en nu. Wat is er eigenlijk veranderd de afgelopen decennia? Ik begeleid het gesprek en geef Leida het woord.

 ‘We rookten gewoon in het buurthuis, het was een andere tijd.’

'We gingen deur aan deur, gewoon met mensen praten. Over hoe het ging en wat ze voor ogen hadden met de buurt.' Het wijkcomité voerde actie tegen het sloopplan van de gemeente. Leida organiseerde straatbijeenkomsten waarop iedereen zijn stem kon laten horen. Bepaalde bewoners die sneller een nieuw huis wilden hebben staken weleens iets in de brand. Ze wisten dan de aandacht van de burgemeester te trekken.' Haar inspanningen en die van alle actieve bewoners leiden uiteindelijk tot een plan waar iedereen tevreden over is. Met die brandjes had Leida naar eigen zeggen niets te maken. 'Daar vertelden ze mij natuurlijk niets over.' Haar opmerking leidt tot vrolijk ongeloof in de zaal.

Wonen en bouwen

Leida was in 1973 actief als opbouwwerker in Utrecht. Ze studeerde sociologie met als afstudeerrichting Bouwen en wonen. Bij het horen van die afstudeerrichting hoorde ik de zaal roezemoezen. 'Wie had die richting ook gekozen als die nog bestond?', vraag ik. Een derde van de handen gaat omhoog.

Na haar studie belandt Leida bij het NIROV (Nederlands Instituut voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting). Hoe kwam ze vanaf daar in het opbouwwerk terecht? 'Bij het NIROV overlegde ik over de invloed van bewoners maar ik zag daar nooit een bewoner.' Toen iemand het woord opbouwwerk liet vallen was haar interesse gewekt, ze verdiepte zich in het vak, volgde een aanvullende opleiding en kon al snel aan het werk als opbouwwerker in Utrecht.

Dit ‘generatiegesprek’ vond plaats tijdens het jaarlijkse Krachtproeffestival. Krachtproef is een netwerk waaraan meer dan duizend opbouwwerkers zich hebben verbonden. Krachtproef zet zich in voor de ontwikkeling van het vak opbouwwerk. Dit jaar viert Krachtproef zijn 10-jarig jubileum. Bekijk hier een sfeerimpressie van het festival in Haarlem vorig jaar.

Meer informatie vind je op www.krachtproef.org.

Laat ons niet in de kou staan

Reynuck schreef begin dit jaar een stuk op Buurtwijs over haar aanpak in het Valeriuskwartier in Leeuwarden. Ik vraag haar naar die aanpak. 'Wij gingen ook deur aan deur, samen met bewoners om vervolgens een bijeenkomst te organiseren met alle betrokken partijen waaronder de woningbouwcorporatie. Uiteindelijk hebben de bewoners de wethouder ontvangen in badjas. Onder het mom van: laat ons niet in de kou staan.' De gelijkenis met het verhaal van Leida is duidelijk. De basis van het vak staat nog steeds als een huis. 'Er wordt nog steeds gerookt', vult Reynuck lachend aan, 'alleen niet meer in het wijkgebouw maar wel voor de deur.'

Welzijn en samenleving

Reynuck is van de eerste lichting Social Work. Ze koos voor de richting Welzijn en Samenleving. 'Mijn laatste stage was bij een belangenvereniging', vertelt ze. Uiteindelijk koos ze toch voor het opbouwwerk. 'Ik hoorde al vrij snel van het vak op de opleiding, wat mij er zo in aantrekt is dat het zo breed is. Je werkt met verschillende groepen.' Na haar studie kreeg ze een baan als opbouwwerker bij Amaryllis in Leeuwarden, daar werkt ze nu bijna twee jaar.

Er is in halve eeuw die tussen het werk van Leida en Reynuck in staat veel veranderd in de manier waarop opbouwwerkers worden opgeleid. Er is geen specifieke beroepsopleiding meer. Gelukkig wordt er de laatste jaren wel steeds meer aandacht besteed aan samenlevingsopbouw in de Social Work opleidingen. Het valt volgens Reynuck niet mee om studenten daarvoor te interesseren, ‘er wordt sneller gekozen voor jeugd en zorg. Het verkrijgen van een SKJ-registratie weegt daarin ook mee.’

Minor

Twee dagen voor ons gesprek is net bekend geworden dat er financiering is voor 1000 opleidingsplekken in een nieuwe minor samenlevingsopbouw. Ik vraag Reynuck hoe we in hemelsnaam 1000 mensen gaan interesseren voor ons vak. 'Probeer zelf mensen voor te lichten. Nodig mensen uit als ze een keer willen kijken of horen over het opbouwwerk. Maak het vak concreet en deel jouw enthousiasme voor opbouwwerk.'

Tot slot wil ik van Leida weten wat zij de aanwezige opbouwwerkers nog wil meegeven. 'Wat je in buurten, steden en dorpen nodig hebt is opbouwwerk. In de jaren 90 was het bijna verdwenen. Ik was wel bezig met community work in Tsjechië maar had de terugkeer ervan in Nederland via Krachtproef helemaal gemist. Gelukkig staat het weer op de agenda! Het is noodzakelijk voor de hele samenleving, meer nog dan toen ik zelf opbouwwerker was. De samenleving is gemengder geworden en mensen blijven in hun eigen bubbel zitten, tenzij je ze met elkaar in contact brengt. Opbouwwerk is daarom vreselijk nodig, ik wens jullie allemaal veel succes.'

Lees meer over:
afbeelding van Daniël Pit  

Daniël Pit

Ik hou me bezig met de vakontwikkeling van het opbouwwerk in Nederland. Dat doe ik onder meer door trainingen te geven en organisaties te helpen met het versterken van gemeenschappen in dorpen en wijken.