Platform voor buurtontwikkeling

Sociaal ondernemen in Den Haag: ‘Je kunt als ambtenaar altijd meer dan je denkt’

Een verhaal van twee kanten
Interview
8 augustus 2016
Sociaal ondernemen in Den Haag

Foto: Lodewijk Borsboom (Flickr Creative Commons)

 

Coöperatief Eigenwijzer bestaat uit drie wijkondernemingen een stadsboerderij, een verhuurbedrijf en een horecagelegenheid. Dit wijkinitiatief heeft veel te maken met de gemeente. Hoe gaat dat in de praktijk?

 

 

De gemeente Den Haag ziet de vele kansen die sociaal ondernemen biedt. Joke ten Berge is wijkmanager in Laak en ze vormt namens de gemeente het vaste aanspreekpunt voor Sandra van de Waart, de directeur van Coöperatief Eigenwijzer. Welk groeiproces heeft de laatste jaren aan beide kanten plaatsgevonden?

Wijkmanager Joke ten Berge: ‘Je kunt als ambtenaar altijd meer dan je denkt’

 

Joke, kun je iets vertellen over de bestuurlijke visie op sociaal ondernemen?


’Jazeker. ‘Vertrouwen op Haagse Kracht’ is niet toevallig de titel van het huidige coalitieakkoord van de gemeente. Het college ziet dat inwoners en ondernemers zelf vaak het best weten wat er in hun omgeving nodig is. De missie van het college is dan ook: 'Ruimte geven waar mogelijk en ondersteuning bieden waar nodig'. In het geval van Coöperatief Eigenwijzer (CE) betekent dit concreet dat de gemeente een steuntje in de rug heeft gegeven zodat er een professionaliseringsslag gemaakt kan worden, om CE uit te laten groeien tot een volwaardige partner die op eigen benen kan staan. De coöperatie biedt onder meer werkervaringsplaatsen en dat is in het belang van de gemeente. Daarbij gelden wel zakelijke afspraken: beide partijen weten dat de financiële steun per 2017 ophoudt.’

 
Hoe ontwikkelt het sociaal ondernemen zich de laatste jaren op ambtelijk niveau?


‘De aanpak van sociale ondernemingen sluit niet altijd aan bij de landelijke regelgeving waar ambtenaren zich aan te houden hebben. Maar daarover kan ik steeds beter het gesprek met ze aangaan. Steeds meer collega’s raken doordrongen van het besef dat we het beleid moeten la- ten aansluiten bij wat er gaande is, in de wijk, bij ondernemers en burgers. Ze zijn daar nu echt sensitiever voor dan vijf jaar geleden. Steeds meer ambtenaren laten zich bij een goed initiatief niet meer beperken door regels, maar zoeken de ruimte op: oké, dit willen we graag, dus hoe gaan we dat doen? Wat daar ook bij hoort is duidelijkheid. Erken het gewoon als je iets niet weet. Zeg dat je het binnen een bepaalde termijn uitzoekt en houd je aan die afspraak. En in sommige gevallen is 'nee' een beter antwoord dan iemand aan het lijntje houden.’

 

Hoe kijk je persoonlijk aan tegen sociaal ondernemen?

‘Door mijn contacten met Sandra en andere sociaal ondernemers ben ik me er extra bewust van geworden dat het ambtelijk apparaat voor buitenstaanders ingewikkeld kan zijn. Ik heb als voordeel dat ik op verschillende plekken in de organisatie heb gewerkt en ook op het stedelijke niveau een goed netwerk heb. Dus ik ken de weg bij de verschillende diensten. We streven wel naar ontschotting en beleidscoherentie, maar bij Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben ze te maken met andere wetgeving dan bij Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, om maar een voorbeeld te noemen. Toch kun je als ambtenaar altijd meer dan je denkt. Ook al heb ik geen hiërarchische relatie, ik merk dat het steeds beter lukt om collega’s te verbinden, en ze te verleiden tot slimme oplossingen en combinaties van opdrachten.’

 

Wat zie je bij sociaal ondernemers dat je graag wilt overdragen naar de gemeente?


‘Als mens heb ik in mijn contacten met Sandra vaak gedacht: 'Wat heb ik een bewondering voor haar drive en haar energie.' Ze is enorm volhardend. Het is geen gemakkelijke klus bij CE: er komt veel bij kijken om het ideaalplaatje te verwezenlijken, zoals bijvoorbeeld de perikelen om het behoud van de huidige locatie. Dat is lang niet altijd gemakkelijk en ik heb me wel eens afgevraagd hoe ze dat volhoudt. Sandra kan denk ik ondanks de tegenslagen goed blijven kijken naar de dingen die wél goed gaan. Zichzelf steeds afvragen: wat heb ik wel bereikt? CE werkt vanuit de wijkbewoners, van onderaf. Talent en kracht van bewoners moet veel meer doorklinken in de stad. Dat probeer ik over te brengen op mijn collega’s. En voor je het weet ontstaat er dan iets moois.’

 

Sandra van de Waart, directeur van Coöperatief Eigenwijzer: ‘Als alles bij elkaar komt, dan gebeurt er bijna iets magisch’

 

Sandra, kun je iets vertellen over de ontwikkeling bij Coöperatief Eigenwijzer in de afgelopen jaren?

‘CE was oorspronkelijk geen initiatief van de bewoners, maar van het welzijnswerk en de gemeente. Het doel was om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te laten participeren. Gaandeweg raakten steeds meer buurtbewoners betrokken bij CE, die meldden zich op eigen initiatief aan. Omdat deze mensen niet uit de kaartenbakken van de gemeente komen, is de financiering lastig. Dat heeft overigens zelden met de ambtenaren te maken. Ook zij hebben moeite met de vaststaande regelgeving. Ik heb een organisatiestructuur neergezet die minder afhankelijk is van de gemeente. Met resultaat: twee jaar geleden hadden we nog geen eigen inkomsten, nu ligt dat percentage op bijna vijftig procent. Dat komt uit de verhuur van ruimten en de verkoop van stadslandbouwgewassen, en uit fondsen. We hebben zaken als administratie, personeelsbeleid en veiligheidsbeleid professioneel op orde; met mensen uit de doelgroep die in dienst zijn en met vrijwilligers.’

 

Welke ontwikkelingen zie je bij de mensen uit de doelgroep waarmee je werkt?


‘We werken met kwetsbare mensen, die desondanks wel initiatiefrijk zijn. Maar het is meestal niet reëel om van hen te verwachten dat ze alle aspecten van het ondernemen voldoende beheersen. De realiteit is echter wel dat een ondernemer die als eenpitter zijn geld wil verdienen, echt alles zelf moet doen. Neem onze stadslandbouwer, die is heel goed in boeren. Maar dat wil nog niet zeggen dat hij zijn producten ook kan verkopen. Dankzij CE heeft hij een team om zich heen, waarmee hij ondersteuning heeft in de administratie en de marketing. Bovendien kan hij samen met de vrijwilligers meer land bewerken en dus meer omzet maken. Het zijn allemaal mensen uit dezelfde doelgroep, die allemaal vanuit hun specifieke kracht bijdragen aan de wijkeconomie. Daardoor krijgen ze hernieuwde energie en dat stralen ze uit, en dat kan een stap richting betaald werk zijn.’

 

Hoe heb je de samenwerking met de gemeente zien veranderen?


‘De afgelopen jaren heb ik leren inzien dat er twee soorten werkcycli zijn bij de gemeente, en dat die niet corresponderen met de tempo’s van een sociaal ondernemer. Gemeenten hebben te maken met het politieke bedrijf, en daardoor is hun visie gericht op resultaten op de redelijk korte termijn. In het handelen duren zaken bij gemeenten soms juist behoorlijk lang. Bij ondernemers liggen de cycli bijna omgekeerd. De visie is gericht op resultaten op de langere termijn: eerst investeren, en dan met een lange adem doorzetten tot de investering zich terugbetaalt. Voor het handelen geldt een korte termijn. Die tempoverschillen maken het samenwerken wel eens lastig. Gelukkig heb ik ervaren dat er steeds meer ondernemende ambtenaren opstaan en dat individuele ambtenaren soms het verschil kunnen maken. Zoals die ene ambtenaar die binnen een maand drieduizend vierkante meter stadslandbouwgrond heeft geregeld, inclusief de juridische zaken. Hij zag die kans en heeft vier initiatieven aan elkaar geknoopt. Als alles dan bij elkaar komt, dan gebeurt er bijna iets magisch.’

 

Wat vond je persoonlijk het waardevolst?


‘Van de mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt heb ik ontzettend veel geleerd. Hoe is dat nou, als je zo graag wilt werken, maar je loopt tegen de instituties op? Hoe gaan ze om met armoede, hoe gaan de verschillende culturen met elkaar om? En hoe ontstaat er beweging in de doelgroep zelf; heel interessant om mee te maken. We vertrouwen deze mensen te weinig, geloven niet dat ze zelf in beweging willen komen. Ik heb van dichtbij gezien dat ze heel graag willen, maar dat ze de kans die ze zoeken nog niet hebben gevonden.’

 

Tea Keijl is journalist. Dit interview staat in het Sociaal & Ondernemend magazine van februari 2016 van Movisie. Een magazine vol tips en inspiratie van (sociale) ondernemers.