Platform voor buurtontwikkeling

Samenlevingsopbouw met het oog op de nieuwe generatie

Hoe werkt een procesmanager van de woningcorporatie aan samenlevingsopbouw?
Interview
afbeelding van Barbara Panhuijzen  
20 september 2021

Erik Hoeflaak helpt als procesmanager in zijn wijk door goed te kijken naar overlappende ambities en die te verbinden. In dit portret vertelt hij hoe hij indirect communiceert met bewoners en wat de energietransitie met vergrijzing te maken kan hebben.

10 minuten

Met de hervormingen in de corporatiesector in 2015 veranderde het speelveld in wijkontwikkeling. Woningcorporaties moesten zich volgens de nieuwe corporatiewet meer op hun kerntaak gaan concentreren. Met de impliciete boodschap om zich direct op de huurders te richten en minder op de wijken als geheel. Dat past een corporatie met de blik op de toekomst en hart voor de wijk niet goed; en dus werd er bij Woonstad in Rotterdam gezocht naar wat er nog wél mogelijk was. Zo ontstond Erik Hoeflaaks functie als procesmanager Wijk van de Toekomst. In dit portret vertelt hij wat zijn rol is, hoe hij indirect communiceert met bewoners en wat de energietransitie met vergrijzing te maken kan hebben.

In de publicatie De Terugkeer van de Samenlevingsopbouw wordt op basis van vier portretten van professionele spelers in de samenlevingsopbouw de ontwikkeling en veelzijdigheid van samenlevingsopbouw in beeld gebracht. Eerder brachten we al het portret van de democratiseringsmedewerker. Ambtenaar biedt luisterend oor | buurtwijs.nl

Scharrel- en ontdekkingsruimte

De woningcorporatie is niet de enige wijkorganisatie met een ambitie en een plan voor een betere wijk. Om elkaar als gemeente, sociale partners, bedrijven, wijkorganisaties en bewoners op een slimme manier aan te vullen is goed samenwerken noodzakelijk, daarom is dit een belangrijk onderdeel van de opdracht van Erik. Zijn opdracht is breed geformuleerd zodat er veel scharrel- en ontdekkingsruimte ontstaat. De centrale vraag voor actie is of het de wijk en (toekomstige) bewoners ten goede komt. Als het antwoord positief is dan is het de moeite waard om de mogelijkheden uit te proberen.

Samenlevingsopbouw met het oog op de nieuwe generatie

Woonstad Rotterdam werkt samen met de gemeente aan Toekomstwijken: toekomstbestendige woonwijken waarin aandacht is voor de thema’s Energie, Klimaat Adaptief, Langer Thuis en Sociaal, Mobiliteit en Circulair. De wijk Prinsenland is geselecteerd als pilotwijk met de opdracht om de wijk op verschillende vlakken tegelijkertijd, en op innovatieve wijze klaar te stomen voor de toekomst. Erik: ‘In die lijn van denken is het renoveren en verduurzamen van een flat geen losstaande fysieke activiteit meer, maar past het in een veel breder kader waarbij je fysiek en sociaal verbindt’.

De energietransitie als trigger

Erik ziet de energietransitie zo als de trigger om te verbreden naar andere thema’s. En zo ontstaat dus ook een 1+1=3 constructie. Voor bewoners, maar ook voor de betrokken organisaties. Erik Hoeflaak: ‘Als woningcorporatie koersen we op een aardgasvrije wijk. Ook wilden we de woningen verduurzamen door ze beter te isoleren. Het aardgasvrij maken van de woning is niet iets waar een bewoner zelf om vraagt. De ouder wordende bewoners zijn eerder bezig met vraagstukken als prettig en leefbaar wonen in de toekomst. Voor de flat betekent dit dat we de buitenruimtes vergroot hebben, alles gelijkvloers hebben gemaakt en dat we de galerij hebben verbreed. Dan vindt een bewoner het prima als je ook de woning meteen aardgasvrij maakt’.

'Vraag als wijkorganisaties voorbij je eigen programma wat bewoners belangrijk vinden'

Weten wat leeft bij de bewoners is een belangrijk startpunt voor Erik: ‘Omdat we fysieke verduurzamingsmaatregelen niet los van de sociale context wilden zien, zijn we, in lijn met de Toekomstwijk-gedachten, op zoek gegaan naar de huidige en toekomstige behoeften van bewoners in de Prinsessenflats. En als je dan toch met bewoners in gesprek gaat, zorg dan dat je het zorgvuldig doet en andere partijen daar in meeneemt. Verschillende organisaties hebben de neiging om ieder vanuit de eigen opdracht en visie te kijken naar de vragen en behoeften van inwoners. Niet handig voor bewoners. Daarom hebben er voor gekozen om het gezamenlijk aan te vliegen’.

Bij de liften zitten, aanbellen en kaartjes sturen

Samen met Muzus, onderzoeksbureau met de focus op service design, zijn de vragen en behoeften van bewoners voor nu en de toekomst opgehaald en in kaart gebracht. Bijvoorbeeld door bij de liften te gaan zitten, door bij mensen aan te bellen, mensen buiten eens aan te spreken, kaartjes te sturen etc. ‘En daarin is dus breder gekeken dan de elementen die Woonstad aan gaan, maar naar het totaalplaatje van wat bewoners bezighoudt en wat ze belangrijk vinden. Bewoners gaven aan dat ze behoefte hadden aan meer ontmoetingsplekken. Iets waar wij als woningcorporatie niet direct mee aan de slag konden. Daarom zijn we bij elkaar gaan zitten met alle wijkorganisaties. Zo vormde zich een coalitie. Nu zijn we gezamenlijk bezig met de ontwikkeling van het Thuisplus flatconcept. Met als onderdeel dat er in de plint van de flat een informatie- en ontmoetingsplek voor zorg en contact komt.'

‘Ieder zijn vak’ – contact met bewoners via andere buurtprofessionals

Zicht houden op wijkinitiatieven, bewonersgroepen en wijkkracht doet Erik niet door direct contact te zoeken maar vooral via zijn collega’s bij Woonstad die veel bewoners spreken of andere partners in de wijk: ‘Een van de sociaal beheerders begeleid bijvoorbeeld de bewonersgroep Veiligheid in een van de flats. En de door de gemeente aangestelde gebiedsnetwerker heeft veel zicht op wijkbewoners, hun verbanden en initiatieven’. 

Het nauwe contact met collega’s die wel bewoners spreken werkt beide kanten op. ‘We weten van elkaar waar we mee bezig zijn en waarvoor we elkaar kunnen vragen. Bij problemen en bij kansen. Dan zie je hoe belangrijk een goed netwerk is’. Met andere woorden: als er iets ter sprake komt in een bewonersgroep of een gebiedsnetwerker signaleert iets waarbij er geschakeld moet worden of wanneer er geen directe oplossing voor handen is, dan weet men Erik te vinden. Tegelijk kan Erik makkelijk polsen bij collega’s als de buurtmedewerkers of de gebiedsnetwerker vragen naar wat hij al weet of kan oppakken in de buurt. 

Het complete portret vind je in de publicatie De terugkeer van de Samenlevingsopbouw.