Platform voor buurtontwikkeling

Gebiedsgericht werken: dansen of struikelen?

Twee aanvullingen van een participatiemakelaar op de Amsterdamse Wijkaanpak
Praktijkverhaal
afbeelding van Rob van Veelen  
9 februari 2018
Gebiedsgericht werken: it takes two to tango

Foto: Team stadsdeel Oost (Flickr Creative Commons)

Is gebiedsgericht werken in Amsterdam werkelijk springlevend? Rob van Veelen, de voormalige participatiemakelaar in de Amsterdamse Indische Buurt, reageert op het stuk van Henk Krijnen over Amsterdamse Wijkaanpak.

 

 

In het interview over de Amsterdamse wijkaanpak houden Peter Hazewindus en Stan Majoor een krachtig pleidooi voor het gebiedsgericht werken van de gemeente van Amsterdam. Ze stellen: “Eigenlijk is gebiedsgericht werken een poging om tot een verfijning te komen van instrumenten, beleid, professionele inzet. Maar ook een manier om een middenweg te vinden tussen allerlei vormen van beleid, of het nou fysiek, sociaal, economisch of cultureel beleid betreft.”

De toonaangevende overtuiging is dat wijkaanpak in het belang van de lokale omgeving moet zijn. Zij adviseren de gemeente Amsterdam, ondanks de centralisatie, door te gaan met gebiedsgebiedsgericht werken. Zij zijn daarover positief gestemd en noemen stadsdeel Oost als een geslaagd voorbeeld van deze manier van werken.

Ik heb zelf van begin 2008 tot eind 2016 gewerkt als participatiemakelaar in de Indische Buurt en kan alleen maar blij zijn met hun compliment. Vanuit mijn ervaringen denk ik wel twee belangrijke aanvullingen te hebben.

It takes two to tango

In Amsterdam Oost, en zeker in de Indische Buurt, was de wijkaanpak niet alleen een zaak van een overheid die sensitiever was voor de lokale ideeën, wensen, noden en inzichten en daarvoor actief het contact met de burgers zocht. Het verhaal van Hazewindus en Majoor is een verhaal vanuit de invalshoek van een overheid die deze ambitie koestert.

Echter, er is ook een andere invalshoek. De wijkaanpak zoals deze vorm heeft gekregen in stadsdeel Oost, heeft namelijk twee dimensies. De wijkaanpak is ook het verhaal van een beweging van onderop. Een beweging vanuit de lokale samenleving en de ideeën, energie en dromen die daar leven. Wijkaanpak wordt dan het verhaal van hoe de gemeentelijke interventies en de initiatieven vanuit de lokale samenleving elkaar vinden in gezamenlijke op te stellen plannen en gezamenlijke uit te voeren acties.

Wijkaanpak is het verhaal van hoe de gemeentelijke interventies en de initiatieven vanuit de lokale samenleving elkaar vinden in gezamenlijke op te stellen plannen en gezamenlijke uit te voeren acties

De alliantie van gelijkwaardige gelijkgestemden

De toonaangevende en indringende overtuiging in stadsdeel Oost was om ruimte te creëren voor het maatschappelijke, vanuit het vertrouwen in de burgers. De kracht van Oost en de Indische Buurt is de alliantie tussen de lokale partijen en het stadsdeel die als gelijkwaardige partijen vanuit hun onderscheidende belangen en posities de wijken van Oost mooier, beter en rechtvaardiger wilden maken.

Deze alliantie heeft destijds veel positieve energie opgeleverd voor beide partijen. Net als een hausse aan burgerinitiatieven en tot de verbeelding sprekende resultaten die nationaal en internationaal de aandacht hebben getrokken.

Foto: Screenpunk (Flickr Creative Commons)

Gouden kooi

Mijn tweede kanttekening is dat de centralisatie, die vanaf 2014 op dit terrein is ingezet, remmend en frustrerend werkt. Deze sfeer maakt dat heel veel ambtelijke energie weglekt, en ook staat het de oriëntatie op de goede uitvoering in de wijken in de weg. Ook Hazewindus en Majoor wijzen op de tegenstrijdigheden tussen centralistische aansturing en gebiedsgericht werken. Ze geven onder meer aan dat de gebiedsambtenaren gedwongen worden veel te veel op kantoor te zijn om papierwerk te verrichten en dat de gebiedsplannen in alle wijken hetzelfde format hebben, ook al zijn de wijken waar ze over gaan zo uiteenlopend. Ik heb gezien dat gebiedsmensen het invullen hiervan als een geestdodende activiteit ervaren. De toonaangevende overtuiging is nu controle en beheersing vanuit wantrouwen.

Ik heb gezien dat gebiedsmensen het invullen van gebiedsplannen als een geestdodende activiteit ervaren. De toonaangevende overtuiging is nu controle en beheersing vanuit wantrouwen

Deze signalen zien we ook terug in de conclusies van de commissie Brenninkmeijer die onlangs onderzoek deed naar het bestuurlijke stelsel in Amsterdam. Ze stellen: “Er is eerder en vaker strijd dan coöperatie. Het wij-zij denken is in Amsterdam sterk aanwezig en het onderling wantrouwen is groot. Dat uit zich niet zozeer tussen individuen, maar vooral tussen organisatieonderdelen, zowel ambtelijk, bestuurlijk als politiek.”

Het elan terug

Ben ik pessimistisch? Nee, ik denk dat wat is ontstaan in de wijken van Oost niet meer terug in de fles kan. Wel is het een gemiste kans om dit niet verder te laten bloeien. Hopelijk brengt 2018 het elan weer terug. We kunnen hiervoor bouwstenen vinden in het eerder aangehaalde rapport van de commissie Brenninkmeijer.

In hun advies wordt gesteld dat een bezinning op houding en gedrag van professionals dringend nodig is. Van zenden naar luisteren. De belevingswereld van Amsterdammers in al hun verscheidenheid als uitgangspunt nemen. Erkennen dat je veel nog niet weet en daarom nieuwsgierig wordt. En daarbij ondersteunend zijn en je coöperatief opstellen om gezamenlijke resultaten te boeken.

Ik heb de indruk dat de jonge generatie ambtenaren dit meer in hun natuur heeft. Daarom ben ik niet pessimistisch, al maak ik me wel zorgen om de uitstroom van jongere ambtenaren die ik ook bemerk.

Lees meer: