Platform voor buurtontwikkeling

Dit zijn de buurtmakers van wijkcentrum De Geus

Over de kracht van informele hulp
Interview
afbeelding van Willeke Binnendijk  
4 maart 2024

Wijkcentrum De Geus in Hilversum draait al ruim 10 jaar zonder subsidie. Achter het succes zit een grote groep buurtmakers die zich vrijwillig inzet voor buurtgenoten; van luisterend oor tot zorgvraag. Het succes heeft ook een keerzijde: ‘Er wordt steeds meer gevraagd van de draagkracht van gezonde mensen’.

 

‘Op 2 januari 2013 kregen we de sleutel van de gemeente’ vertelt Ed Bakker, beheerder van Wijkcentrum De Geus, terwijl hij koffie inschenkt. ‘Met een groep kennissen en vrienden knapten we het pand op. De een had nog wat stopverf, de ander een emmer witsel. Buren hoorden dat De Geus open bleef en er kwamen steeds meer activiteiten zoals klaverjassen, kindertheater, biodansa, een buurtbibliotheek en een kledingruil. Inmiddels wordt 70 procent van de huur betaald door vaste huurders van grotere maatschappelijke organisaties die een lokaal huren. De overige 30 procent komt uit de verhuur van ruimten voor activiteiten; van de kinderclub tot broodfonds vergaderingen. Iedereen helpt elkaar. Het is een grote familie.’ 

 

Geen verhuurcentrum 

Ed benadrukt dat De Geus geen verhuurcentrum is, maar een wijkcentrum dat functioneert als hulp- en adviespunt. Met kansen voor alle buurtbewoners. ‘Straks is er balletles. De dansdocent betaalt een schappelijke huur. Daar tegenover staat dat een kind dat de les niet kan betalen gratis kan meedoen. Jaarlijks missen we zo’n 13.000 euro aan huurinkomsten omdat we de ruimtes om niet beschikbaar stellen. Dat kan zijn voor een buurtactiviteit, maar ook als je klein behuisd bent en je verjaardag wilt vieren.’ 

 

40 vrijwilligers 

De Geus draait op de inzet van ruim 40 vrijwilligers. Ed vertelt hoe de tuinman vorig jaar vrijwilliger is geworden via de koffieclub: ‘Hij ergerde zich aan het groen tussen de straatstenen aan de voorzijde. Ik zei “trek het er maar uit als je wilt”. Dat deed hij graag. Nu heeft hij een vaste dag en helpt hij ook andere bezoekers met het onderhoud van de tuin.’ 

Meijndert Ruitenberg, voormalig voorzitter en medeoprichter haakt aan bij het gesprek: ‘We zijn een voorbeeld van hoe het anders kan en daar zijn we supertrots op. Als je het doorrekend besparen we de gemeente Hilversum ongeveer twee ton per jaar. Allemaal onbezoldigd.’  

Ed: ‘Je moet een beetje gek zijn om zoveel tijd aan het buurthuis te besteden. Thuis grapten ze wel eens: “neem je pyjama maar mee”.’ 

 
Hans, Bianca, Meijndert en Ed van De Geus

Gouden team 

De buurtmakers van De Geus zijn samen een ‘gouden team’, vertelt Bianca Verweij, die ook aanschuift. Ze woont in de buurt en ondersteunde vanuit de lokale politiek de buurtacties voor het behoud van De Geus via het uitdaagrecht. In 2022 nam ze Meijnderts taak als voorzitter over. Net als hij combineert ze die rol met een functie als gemeenteraadslid.  

Alle 40 vrijwilligers hebben hun eigen project en rol. Ed spreekt als beheerder de ‘antennes van de wijk’ en zorgt dat ‘mensen met een smetje’ ook vrijwilliger kunnen worden. Zijn jarenlange ervaring in de beveiliging maakt dat hij goed kan omgaan met conflict.  

Logistiek van het buurthuis 

Wat opvalt is dat een aantal vrijwilligers veel kennis heeft over sociale regelingen en (huur)rechten. De Geus biedt informele hulp omdat het formele systeem er onvoldoende in slaagt om sommige bewoners te bereiken en gepaste ondersteuning te bieden.  

Hans de Vries kijkt op van een stapel formulieren als hij zijn naam hoort vallen. Hij vertelt over zijn initiatief: ‘Ik las in een krantenartikel over de energietoeslag. Dat veel mensen deze waarschijnlijk niet zouden aanvragen door een gebrek aan kennis. Daarom gebruik ik de logistiek van het buurthuis om mensen te bereiken die hulp nodig hebben bij het aanvragen van de energietoeslag. Op bankafschriften zag ik dat dezelfde mensen vaak ook geen huur- en zorgtoeslag ontvangen. Daarom breng ik ook andere regelingen onder de aandacht.’ 

Het verspreidde zich snel ‘via de tamtam’ vertelt hij. ‘Op een gegeven moment kwamen er ook mensen op de fiets vanuit Muiderberg en de andere kant van de stad.’  

Grenzen van vrijwilligerswerk 

Bianca benadrukt dat er grenzen zijn aan vrijwilligerswerk. En dat het belangrijk is om oog te houden voor elkaars draagkracht: ‘We worden wel eens overvraagd’. 

 ‘Ja’ zegt Ed, ‘als het niet meer leuk is moet je ermee kunnen stoppen.’  

Eerder opperde hij om ’s nachts, als het buurthuis niet gebruikt wordt, daklozen op te vangen ‘Maar dan is er wel professionele hulp nodig. Anders wordt het te gek.’ 

Verwachtingen en rolverwarring 

De buurtmakers van De Geus willen op hun eigen manier ondersteuning bieden en merken dat ze door samenwerking met formele organisaties soms in een institutionele werksfeer terechtkomen.  

‘We krijgen een steeds grotere rol en daardoor ontstaat er soms rolverwarring’ vertelt Bianca. ‘Dan worden we uitgenodigd voor een casusoverleg of voor het tweewekelijks strategisch buurtoverleg. Maar dat past niet bij vrijwilligerswerk. We willen best eens per half jaar praten over plannen voor de buurt, maar we zijn geen welzijnsorganisatie.’  

Pilot: vrijwilligers in het buurtteam  

Vanuit De Geus werkt een aantal vrijwilligers met welzijnsprofessionals samen in een buurtteam, ‘Het rijksbeleid motiveert samenwerking tussen informele en formele zorg’ vertelt Bianca. ‘En de gemeente wil dat ieder buurtteam een laagdrempelige inloop organiseert, zodat ze beter bereikbaar zijn. Zo kwam het lokale buurtteam bij ons langs. Maar eigenlijk organiseren wij al jaren een laagdrempelige inloop.’ 

Ed: ‘We zijn al 4 jaar bezig met een zorgnetwerk en hebben daar politie, brandweer en andere wijkprofessionals bij betrokken.’ 

Meijndert: ‘Zo’n zorgnetwerk is een verdienmodel voor een welzijnsorganisatie. We zijn aan de ene kant trots op de samenwerking. Aan de andere kant steekt het dat ons werk als succesverhaal wordt gepresenteerd, terwijl wij het voorwerk hebben gedaan.’  

Gelukkig gaat de samenwerking met welzijnsorganisaties steeds beter. ‘In het verleden werden we wel eens gezien als bedreiging’ vertelt Meindert. ‘De overheid en welzijnsorganisatie begrijpen niet altijd wat we doen.’ 

De Geus als blauwdruk 

Tegelijkertijd zijn ze trots op de voorbeeldfunctie die De Geus vervult.  

Ed: ‘Regelmatig komen er mensen kijken hoe het werkt in De Geus, ook internationaal. We delen graag ons verhaal zodat anderen dat kunnen gebruiken als blauwdruk.’  

Meijndert: ‘Een aantal jaar geleden kwam er uit Almere een wethouder met een groep ambtenaren en welzijnsprofessionals langs. Die hebben het hele idee overgenomen. Zoiets is voor ons erkenning. Het enige waar ze mee zaten is dat ze niet zo’n mooi oud gebouw hadden.’ 

Wel of geen subsidie 

Ik vraag of De Geus subsidie zou accepteren als het hen werd aangeboden.  

Bianca antwoordt: ‘Wij zijn in de basis een beheerstichting. Alleen als er echt geen andere mogelijkheid is om De Geus open te houden staan we open voor subsidie. We hebben het nu niet nodig, al moesten we wel even slikken bij de laatste energierekening. Gelukkig konden we toen gebruikmaken van de compensatieregeling.’ 

Ed vult aan: ‘In de coronaperiode hadden we geen recht op een tegemoetkoming omdat we eerst onze eigen reserves moesten opmaken. Dat voelde wel dubbel. Het was een zware tijd, maar we hebben het gered.’  

Meijndert: ‘Het was ook een ontzettend liefdevolle tijd. Mensen waren zo blij dat ze bij ons nog een kopje koffie konden krijgen.’ 

Bianca: ‘We kunnen dus wel subsidie krijgen. De gemeente is bereid om ons te steunen.’ 

Ed: ‘De opzet van De Geus is het uitdaagrecht. Als we een ton subsidie krijgen wil de gemeente ook inspraak. Nu zijn wij als vrijwilligers vrij om zelf te kiezen en hoeven we niet aan verwachtingen te voldoen.’ 

De keerzijde van succes 

De buurtmakers van De Geus zorgen ervoor dat minder mensen hulp vragen van professionals van het buurtteam. Toch vindt Bianca niet dat De Geus gezien kan worden als een zogenaamde algemene voorziening: ‘Ik ben trots en vind het tegelijkertijd lastig dat we als een lichtend voorbeeld worden gezien van slecht beleid. De overheid heeft een zorgplicht en die zou hier dan komen te vervallen als wij er als zelfstandige club mee zouden stoppen, dan moet niet kunnen.’ 

‘Er wordt steeds meer gevraagd van de draagkracht van gezonde mensen’

Ze vervolgt: ‘Ik zie kansen en voordelen, en tegelijkertijd grote risico’s. Er is in de afgelopen decennia flink bezuinigd op zorg en welzijn. Nu zijn buurthuizen zijn in Hilversum gelukkig weer onderdeel van beleid. Ze krijgen daarbij de opdracht om een vorm van lichte dagbesteding te faciliteren. Die vraag is ook aan ons gesteld.’ 

‘Er wordt steeds meer gevraagd van de draagkracht van gezonde mensen. Het idee is dat de samenleving nog meer moet dragen, maar niet alles kan vrijwillig, sommige banen moeten gewoon weer betaald worden. Ook omdat mantelzorgers en vrijwilligers steeds vaker overbelast raken. Zowel de samenleving als de mensen zijn het waard om professionele hulp te krijgen.’ 

Aan het einde van de middag gaan de vrijwilligers naar huis. Ed geeft me nog een rondleiding door het gebouw. Op de kast staat een foto van een oudere vrouw die onlangs is overleden. ‘Een aantal van de vrijwilligers heeft bij haar gewaakt in de laatste dagen van haar leven’ vertelt hij. 

Leiderschap vanuit buurtgemeenschap

Als ik vertrek denk ik aan Meijnderts laatste opmerking: ‘Als de gemeente het wijkcentrum om niet beschikbaar zou stellen, dan zouden we de opbrengsten, een ton per jaar, kunnen laten terugstromen in de wijk en met de bewoners kunnen bepalen welke professionele hulp er nodig is in deze wijk.’ 

Lees meer over:
afbeelding van Willeke Binnendijk  

Willeke Binnendijk

Als freelance redacteur begeleid ik buurtmakers bij het schrijven van hun praktijkverhaal. Zij verzamelen de ingrediënten en ik ondersteun bij het vinden van de verhaallijn en de structuur.

Lees meer: