Platform voor buurtontwikkeling

Wat belemmert burgerinitiatieven?

Een inventarisatie van knelpunten bij burgerinitiatieven in zorg en ondersteuning
Artikel
30 september 2016
Wat belemmert burgerinitiatieven?

Foto: eflon (Flickr Creative Commons)


Burgerinitiatieven, gericht op zorg en ondersteuning, zijn in opmars. Dit sluit ook goed aan bij de gewenste verandering in de samenleving. Toch worden er in de praktijk belemmeringen ervaren.

 

Het streven naar meer participatie van inwoners, onderlinge solidariteit, eigenaarschap en het verantwoordelijkheid nemen vóór en mét elkaar werkt niet altijd even goed. Daarom heeft de Tweede Kamer in december 2015 een motie aangenomen om knelpunten te inventariseren.

Op verzoek van het Ministerie van VWS hebben kennisinstituten Vilans en Movisie deze inventarisatie uitgevoerd. Doel was het vinden van knelpunten van burgerinitiatieven en zorgcoöperaties in het systeem van de langdurige zorg. De bevindingen zijn gepubliceerd in het rapport Wat Knelt? De hoofdpunten uit de inventarisatie kunnen dienen als basis voor de door het ministerie van VWS gewenste actieagenda.

(Kwetsbare) ouderen wonen langer thuis

De burgerinitiatieven die onderzocht zijn, zijn voor het grootste deel actief op het gebied van maatschappelijke ondersteuning/informele zorg. Het merendeel van de initiatieven richt zich daarbij op activiteiten en diensten die moeten bijdragen aan een prettige en sociaal leefbare omgeving. Het streven is daarbij dat vooral (kwetsbare) ouderen - en in een aantal gevallen ook andere kwetsbare groepen - zo lang mogelijk thuis blijven wonen.

Daarnaast richten de initiatieven zich op de mogelijkheden tot ontmoeting en het verbinden van vraag en aanbod rond informele zorg. Een relatief kleine groep biedt ook zorg thuis en enkelen bieden zorg in een door het initiatief georganiseerde woon-zorgvoorziening. Er zijn overigens meer initiatieven die aangeven dit in de toekomst ook te willen gaan aanbieden.

De belangrijkste thema’s waarop burgerinitiatieven knelpunten ervaren zijn:

 

Samenwerking met gemeente, aanbieders en zorgverzekeraars

Dit is het meest genoemde knelpunt. Ook geeft men aan dat, wanneer deze samenwerking stroef verloopt, dit ook meteen een van de belangrijkste knelpunten is. Specifieker: vooral ‘erkenning van het initiatief als volwaardige partij/samenwerkingspartner’ wordt vaak als een knelpunt bevonden. Ook handelingssnelheid van gemeenten en aanbieders, vertrouwen in het initiatief en verschil in werkwijze zijn knelpunten.

Wet- en regelgeving

Wet- en regelgeving leidt op zichzelf in veel gevallen niet zozeer tot knelpunten, maar de lokale interpretatie en toepassing ervan werkt voor sommige burgerinitiatieven wel belemmerend. Er is onduidelijkheid over het toepassen van wet‐en regelgeving en de betekenis daarvan voor een initiatief. Daarnaast zijn er wel degelijk ook een aantal specifieke knelpunten, bijvoorbeeld rond de inzet van vrijwilligers met een uitkering en regelgeving rond huursubsidies en (zorg-)vastgoed.

Financiën

Veel initiatieven ondervinden hinder van een gebrek aan financiële middelen, zowel in de startfase, als wanneer ze eenmaal zijn opgestart. Één van de meest genoemde oorzaken is dat de ‘toegang’ tot financiën en/of subsidie wordt ervaren als complex en onduidelijk. Ook het zichtbaar en aantoonbaar maken van de waarde voor de lokale samenleving die initiatieven realiseren wordt als lastig ervaren.     

Daarnaast gaven burgerinitiatieven aan dat er knelpunten worden ervaren op het gebied van de interne organisatie, het realiseren van draagvlak onder wijkbewoners en het gemis aan specifieke kennis.

Sociaal domein is voor burgerinitiatieven een ingewikkeld speelveld

Burgerinitiatieven hebben te maken met tal van partijen in het sociaal domein: naast gemeente en aanbieders van zorg en ondersteuning, hebben zij ook te maken met huisartsen, woningcoöperaties en in sommige gevallen zorgverzekeraars of zorgkantoren. Dit maakt het speelveld voor burgerinitiatieven complex. Dat komt ook tot uitdrukking in de knelpunten die de initiatieven ondervinden en die veelal onderling samenhangen. Zo lijkt het ervaren gebrek aan waardering en erkenning regelmatig ook een belemmering te vormen voor het krijgen (financiële) ondersteuning van gemeenten.

Wet- en regelgeving leidt tot risicomijdend gedrag

De burgerinitiatieven geven daarnaast aan dat de wet- en regelgeving op dit moment veelal leidt tot risicomijdend gedrag bij samenwerkingspartners. Men lijkt ervoor terug te deinzen om zaken aan burgerinitiatieven over te laten. Ook is het zo dat bepaalde wet- en regelgeving, of de manier waarop deze door gemeenten of aanbieders wordt toegepast, niet past bij het specifieke karakter van burgerinitiatieven. Dit komt bijvoorbeeld tot uiting bij vrijwillige inzet door uitkeringsgerechtigden of bij het hanteren van de regels voor huursubsidie bij woonzorg-voorzieningen. Dit lijkt de initiatieven vooral te beperken in het ontplooien van meer complexe en/of innovatieve activiteiten en -dienstverlening op het gebied van zorg.

Aandachtspunten voor verdere discussie

Op basis van deze inventarisatie hebben de onderzoekers een aantal aandachtspunten geformuleerd voor verdere discussie, zoals:

  • De noodzaak om van burgerinitiatieven gericht op zorg en ondersteuning te erkennen als volwaardige partner door (potentiële) samenwerkingspartners;
  • De bestaande onduidelijkheid en interpretatie van wet‐ regelgeving op het terrein van zorg en ondersteuning zou aangepast moeten worden;
  • De ‘toegang’ tot financiering is te ingewikkeld en te onduidelijk. Dit geldt niet alleen voor subsidie of financiering uit de Wmo, maar het gaat ook om de Zvw en Wlz. Deze ontoegankelijkheid lijkt een drempel op te werpen voor de ontwikkeling van complexere activiteiten en dito vormen van dienstverlening door burgerinitiatieven gericht op zorg en ondersteuning.

Veel knelpunten uit de inventarisatie berusten op onduidelijkheid of het ontbreken van specifieke kennis. Het ontwikkelperspectief van burgerinitiatieven gericht op zorg en ondersteuning zou versterkt kunnen worden door een regionale en/of landelijke kennisuitwisseling.

Dit artikel verscheen eerder op Movisie.nl. Neem voor meer informatie contact op met Daan de Bruijn of Hilde van Xanten

Lees meer over: