Platform voor buurtontwikkeling

Vind je balans met het ACTIE-model

Sturen, loslaten, overnemen, afwachten
Instrument
afbeelding van Joke Meindersma  
22 januari 2019
ACTIE-model

Foto: stock (123rf)

Hoe verhoud je je als gebiedsregisseur of sociaal werker tot bewonersinitiatieven? Welke rollen kun je hierbij innemen en wat moet je vooral wel en niet doen om deze initiatieven te laten bloeien? Het ACTIE-model biedt hiervoor concrete aandachtspunten. Een korte introductie.

 

Het ACTIE-model is gebaseerd op het Engelse CLEAR-model, dat weer voortbouwt op Amerikaans onderzoek. CLEAR staat voor Can do, Like to, Enabled to, Asked to en Responded to. Dit zijn de vijf facetten die een belangrijke rol spelen bij succesvolle bewonersinitiatieven. In 2012 hebben onderzoekers van de Universiteit Tilburg in opdracht van Platform31 het model vertaald naar de Nederlandse context. CLEAR werd ACTIE: Animo, Contact, Toerusting, Inbedding en Empathie. Uiteindelijk is het ACTIE-model dus gebaseerd op Amerikaans, Engels én Nederlands onderzoek.

Vind de balans

Zoals gezegd bestaat het model uit vijf facetten, die alle vijf van belang zijn bij het stimuleren en ondersteunen van bewonersinitiatieven. In de publicatie Burgers maken de buurt worden deze facetten apart beschreven voor gemeenten en voor buurtwerkers. Of anders gezegd: op organisatieniveau en uitvoeringsniveau.

Een voorbeeld. Animo gaat over aansluiten bij de motivatie van initiatiefnemers versus eigen (beleids)doelstellingen voorop stellen. Als buurtwerker kijk je hierbij bijvoorbeeld naar waarom iemand initiatief neemt en of deze motivatie breed gedragen wordt in de buurt. Op organisatieniveau kijk je wat in je organisatie, bijvoorbeeld de gemeente, de motivatie van bewoners kan stimuleren of juist kan breken. En of er kaders nodig zijn om de ruimte voor initiatieven af te bakenen: in hoeverre sluiten we aan bij de motivatie van initiatieven en wanneer sturen we bij om ook onze eigen doelen te bereiken?

 

Het gaat dus telkens om het vinden van een balans. Tussen sturen en loslaten, tussen overnemen en afwachten, tussen logica van bewoners en die van organisaties en tussen een houding van ‘Nee, tenzij…’ of  ‘Ja, mits…’

De vijf letters in vogelvlucht

  • Animo: aansluiten bij motivaties en drijfveren van initiatieven of eigen beleidsdoelen bereiken? 
  • Contact: welke contacten heeft het initiatief met buurtbewoners, organisaties in de wijk en instanties?
  • Toerusting: beschikken initiatiefnemers over voldoende middelen, tijd en vaardigheden om het initiatief duurzaam uit te voeren?
  • Inbedding: hoe zijn organisaties ingericht om met bewonersinitiatieven om te gaan? Wat kan een organisatie bijvoorbeeld aan bureaucratie wegnemen? En staan alle neuzen in de organisatie wel dezelfde kant op?
  • Empathie: inleven in leefwereld van bewoners en inspelen op wensen en verwachtingen. Duidelijkheid, heldere afspraken, vertrouwen en waardering.

Drie rollen

Daarnaast onderscheidt het model drie rollen: stimulerend, faciliterend en co-producerend. Deze rollen zijn niet in beton gegoten en kunnen tijdens de looptijd van een initiatief veranderen. Als organisatie of buurtwerker kun je wel bewust voor een rol kiezen. Bij twee vergelijkbare initiatieven kun je meer ondersteuning bieden aan initiatiefnemers die wel wat hulp kunnen gebruiken, en laat je het contact bij initiatiefnemers die goed hun weg weten te vinden meer vanuit henzelf komen. Daarin neem je meer een faciliterende rol aan.

Foto: Lee Ravenberg (Flickr Creative Commons)

Stopt de betrokkenheid van sterke initiatiefnemers en dreigt het initiatief hierdoor dood te bloeden? Dan is een stimulerende houding wellicht weer nodig om het tij te keren. In de co-producerende rol zijn initiatiefnemers en gemeente (of maatschappelijke organisatie) gelijkwaardige partners die samen iets opzetten en de kar trekken.

ACTIE-model in de praktijk

De analytische vragen en de opsomming van acties per letter lenen zich heel goed om intern het gesprek aan te gaan. Wat doen wij als organisatie al goed en op welke punten is nog (veel) verbetering mogelijk? Hoe denken andere collega’s of afdelingen hierover? En weten wij eigenlijk hoe bewoners onze ondersteuning beoordelen?

Door de verbeterpunten op te pakken werk je als organisatie aan een vruchtbare voedingsbodem voor initiatieven. Denk bijvoorbeeld aan meer duidelijkheid – zowel intern als extern – over wat de gemeente of welzijnsorganisatie wel en niet kan bieden aan ondersteuning. Of aan het vereenvoudigen van aanvragen en verantwoordingen voor subsidies. Maar ook aan meer interne afstemming over initiatieven, zodat de bewoners niet zelf met drie aparte afdelingen hoeven te spreken.

De acties kun je ook als een soort checklist gebruiken: weet ik genoeg over een initiatief om mijn eigen houding en rol te kunnen bepalen? En zijn er nog aandachtspunten die ik aan mijn werkwijze kan toevoegen om het contact met initiatieven soepeler te laten verlopen?

 

afbeelding van Danielle van Oostrum

Danielle van Oostrum

Ik werk als communicatieadviseur bij Movisie. Voor Buurtwijs verzorg in de webredactie, onderhoud ik het Facebookaccount en maak ik de nieuwsbrieven.

Lees meer: