Vier voorwaarden voor het maken van een buurtbegroting

Foto: wistechcolleges (Flickr Creative Commons)
Opeens waren ze er: nieuwe vormen van buurtorganisaties zoals: de trust, zorgcoöperatie en buurtonderneming. Als gevolg van die ontwikkeling is meer interesse ontstaan in lokale geldstromen en hoe/waaraan die worden besteed. Budgetmonitoring is een instrument waarmee burgers, communities en organisaties beter zicht krijgen op de besteding van overheidsgeld. Met behulp van deze methodiek kan een dialoog plaatsvinden tussen burgers onderling en tussen organisaties en overheid over prioritering, behoeftes en aanpak van problemen.
Waarom is het nodig om kennis te hebben over gemeentelijke budgetten? Omdat meer zeggenschap, eigenaarschap en ruimte voor buurtinitiatief alleen mogelijk is als de gemeentelijke geldstromen inzichtelijk en transparant zijn. Want bewonersinitiatieven, buurtondernemingen of zorgcoöperaties kunnen alleen bestaansrecht houden wanneer ze over een solide exploitatie beschikken.
Gemeentes hebben baat bij een andere uitvoering
Een gemeente die taken loslaat en overdraagt en zich met het uitgespaarde geld rijk rekent, maakt dus een miscalculatie. Winst voor de gemeente zit niet in de besparing maar in uitvoering die anders kan worden georganiseerd. Daarmee wordt tegen dezelfde kosten een gevarieerder product geleverd, een product dat ook gedragen wordt door de bewoners.
Gemeentebegroting is een doolhof
Maar hoe maak je nu zo’n solide exploitatie voor je eigen buurt? Voor gewone burgers die meer zeggenschap willen over de besteding van buurtgelden is de gemeentebegroting een doolhof. Je komt er van alles in tegen, maar de naam van de eigen buurt lees je nooit. En ook niet hoeveel geld gemoeid is met het onderhoud van het buurtpark. Daarvoor is het nodig om te rade gaan bij diensten en afdelingen van de gemeente, in de hoop ambtenaren tegen te komen die meehelpen.
Wanneer je meer inzage hebt in de getallen van de gemeentelijke bestedingen voor de buurt kun je een buurtbegroting gaan maken. Hoe moeilijk is dat eigenlijk? Eigenlijk valt het best mee. Maar de juiste voorwaarden moeten wel aanwezig zijn.
Voorwaarde 1: Voldoende animo bij lokale initiatiefnemers
De eerste en belangrijkste voorwaarde is dat er lokale initiatiefnemers zijn die ermee aan de slag willen, die de potentiele meerwaarde ervan inzien en die in staat zijn anderen in hun omgeving daarvan te overtuigen.
Voorwaarde 2: De gemeente wil meewerken
Bij het benaderen van de gemeente gaat het niet zozeer om de politiek, maar vooral om ambtenaren van de afdeling Financiën. Of, eventueel, om ambtenaren die goede contacten hebben met deze afdeling. Veel van het werk moet in eerste aanzet door hen worden verricht. Zonder goede gidsen in gemeenteland is het onbegonnen werk.
Voorwaarde 3: Geduld
Het maken van de uiteindelijke buurtbegroting is monnikenwerk, het vraagt veel inzet van de ambtenaren en geduld van de initiatiefnemers. Het kan daarom in sommige gevallen verstandig zijn om af te zien van een volledige buurtbegroting. Je kunt dan als alternatief ervoor kiezen om de geldstromen thema voor thema, geleidelijk aan in beeld te brengen. Keuze van de thema’s hangt natuurlijk af van de eigen ambities van de initiatiefnemers. Wat willen ze bereiken, welke thema’s lijken echt van belang en is iedereen het eens over deze keuzes, zowel de bewoners als de ambtenaren en gemeentelijke politici.
Voorwaarde 4: Wees helder over je doelen
Zonder duidelijk doel voor ogen wordt het werken aan een buurtbegroting een oeverloze exercitie. Alles kan immers altijd nog verder en nog meer gedetailleerd worden uitgezocht en beschreven: tot de prijs van de afzonderlijke stoeptegel, het grasveldje of een uurtje maatschappelijk werk aan toe. Daarom is het is zaak om bij elke vraag naar meer en duidelijke financiële gegevens het doel goed voor ogen te houden. En dus moet je vanaf de start heel helder en open zijn over de ambities.
De buurt als uitvoerder
Een buurtbegroting kan van groot nut zijn als de buurt een aantal taken zelf wil gaan uitvoeren die nu nog bij de overheid of bij instellingen en bedrijven liggen. Begin je dan te oriënteren op die taken die de buurt – of buurtbedrijven – zelf wil(len) gaan doen. Dan kan variëren van het overnemen van taken bij groenbeheer tot het uitvoeren van onderdelen van de maatschappelijke zorg en alles wat er verder nog bedacht kan worden.
Reageer op dit artikel