Platform voor buurtontwikkeling

Zomerserie #5: ‘Uitsluiting gaat vanzelf, insluiting vraagt voortdurend inzet’

In gesprek met Doortje Kal en Jeroen Gradener
Interview
afbeelding van Willeke Binnendijk  
afbeelding van Jeroen Gradener  
afbeelding van Doortje Kal  
2 augustus 2023

Bron: Jan van Esch

Een kwartiermaker maakt ruimte voor mensen die buitengesloten worden. Ook buurtmakers en opbouwwerkers streven naar een inclusieve buurt. Een gesprek over de parallellen tussen samenlevingsopbouw en kwartiermaken. Kun je als opbouwwerker ook kwartiermaker zijn? 

 

Dit artikel maakt deel uit van onze zomerserie waarin we eerder geplaatste verhalen opnieuw onder de aandacht brengen.

Op een zonnige nazomerochtend spreek ik Doortje Kal en Jeroen Gradener in de betonnen binnentuin van de Hogeschool van Amsterdam. Jeroen Gradener houdt zich als cultuurpsycholoog, docent en trainer bezig met de professionalisering van het opbouwwerk. Doortje Kal is grondlegger van het kwartiermaken. Ze zet zich al ruim 30 jaar in voor een gastvrije samenleving en was de eerste bijzonder lector Kwartiermaken aan Hogeschool Utrecht.  

‘Laatst werd ik gebeld door een man’ begint Doortje. ‘Hij kende me van vroeger en vroeg of hij me nog eens mocht ontmoeten. Het duurde even tot ik hem herkende.’  

Begin jaren 90 werkte Doortje Kal tijdelijk als hoofd van een dagactiviteitencentrum in de Amsterdamse Vondelstraat, waar ze de man leerde kennen.  

‘Hij was er een vaste gast. Een moeilijke man die schijnbaar uit het niets ineens vreselijk hard kon gaan schreeuwen. Dat was voor andere deelnemers behoorlijk angstaanjagend. Daarom moesten we een oplossing verzinnen, want ik vond dat hij wel bij ons thuishoorde. Ik vroeg hem wat we konden doen als hij zo schreeuwde en als oplossing bedachten we dat samen buiten een rondje lopen zou helpen. De man was erg creatief. We wilden hem de kans geven daar iets mee te doen en regelden dat hij een werkplaats kreeg in de bunker onder de brug in het Vondelpark. Hij richtte daar een atelier in waar ook dak- en thuislozen terecht konden om iets te maken. En nu, jaren later, belde hij. We spraken af voor een kop koffie en hij kwam aan met een prachtige bos bloemen. Hij vertelde hoezeer ik van betekenis was geweest in die periode. Het ontroerde me ontzettend.’  

Italiaanse democratische psychiatrie 

Ook in de jaren daarna werkte ze in de praktijk: ‘Ik werkte als preventiewerker in de GGZ en had behoefte aan politieke reflectie. Ik vond antwoorden in de antipsychiatrie en de Italiaanse democratische psychiatrie. In Italië sloten ze in die tijd de klinieken en zochten ze naar alternatieve hulpbronnen voor mensen met psychische nood.’ 

Ook in Nederland was de vermaatschappelijking in volle gang, een beweging die nastreeft dat mensen met een psychiatrische achtergrond niet langer buiten de samenleving in een inrichting in het bos opgesloten worden, maar een gelijkwaardige plek krijgen in een gewone buurt.  

Doortje: ‘We wilden weg van het stigma ‘psychiatrisch patiënt’ en ondersteunden het herstel naar burger-zijn met zo veel mogelijk passend werk. Onderweg kwamen we tot een belangrijk inzicht: alleen aan de patiënt sleutelen is niet genoeg, ook de samenleving moet veranderen. Dat sprak me verschrikkelijk aan: dat de buurt en de samenleving ook iets moeten doen wanneer er mensen die voorheen in klinieken verbleven kwamen wonen.’  

‘Alleen aan de patiënt sleutelen is niet genoeg, ook de samenleving moet veranderen.’

Zo werd het begrip kwartiermaker geboren. Iemand die vast vooruit reist en voorbereidingen treft om een plek ontvankelijker te maken voor mensen met misschien soms ander gedrag. 

Heb jij ook ervaring met kwartiermaken of opbouwwerk doen in de buurt? Deel jouw ervaring met de buurtwijs-redactie! Samen maken we er een mooi verhaal van.

‘Want,’ zegt Doortje: ‘uitsluiting gaat vanzelf en insluiting vraagt daarom voortdurende inzet. Daarom heb je kwartiermakers nodig die werken aan een gastvrije samenleving door ruimte te maken voor de buitengewone ander.’ 

Extra uitdaging samenlevingsopbouw  

Jeroen kent Doortje al lange tijd en ziet verband tussen kwartiermaken en samenlevingsopbouw: ‘Samenlevingsopbouw gaat over het organiseren van rijk makende milieus.’ Doortje stelt een soortgelijke vraag met: hoe maak je een mogelijk makende wijk?  

Jeroen vervolgt: ‘De verhuizing van mensen met psychische nood naar de buurt heeft de opdracht van samenlevingsopbouw urgenter gemaakt en geconfronteerd met een extra uitdaging die niet zo vanzelfsprekend is. Vroeger ging samenlevingsopbouw voornamelijk over de gemiddelde buurtbewoner en hoe die zich kon handhaven in de samenleving. Niet persé over de buitengewone mens met ander gedrag. Bovendien was er in die tijd amper aandacht voor leefbaarheid in wijkontwikkeling. Toen werden bewoners en sociaal werkers niet aan tafel gevraagd om een thema als leefbaarheid te bespreken.’ 

De buurt is dus niet vanzelf een fijne leefomgeving voor mensen met een psychische kwetsbaarheid. Kwartiermaken start met de de vraag van de buitengewone ander om erbij te mogen horen, mee te mogen doen naar eigen wens en mogelijkheden, dat is de vraag naar gastvrijheid. Dat kun je als samenleving alleen beantwoorden door iets te veranderen aan de normale gang van zaken.  

'Om gastvrij te zijn moet de buurt dus ook mee-veranderen. Maar wat betekent gastvrij zijn precies?'

Doortje gebruikt filosofische concepten om een vanzelfsprekend woord zoals gastvrijheid te ontleden: ‘Jacques Derrida, een Frans-Algerijns filosoof sprak in 1995 voor het Internationale Parlement van schrijvers. Zijn toespraak werd uitgegeven onder de titel Over gastvrijheid. Dat boekje heeft mij veel gebracht.’ 

‘Derrida vraagt zich af of we van de vreemde ander kunnen vragen dat hij de heersende taal en gedragscodes geheel overneemt. Of er dan nog wel sprake is van het verlenen van gastvrijheid. Derrida schreef: “Een gastvrije verhouding tot de ander veronderstelt dat iets anders dan ikzelf voorrang kan hebben.”’ 

Wat doet een opbouwwerker?  

Jeroen maakt een link naar het opbouwwerk: ‘Opbouwwerkers zijn ook voortdurend bezig met hoe ze ontheemde mensen erbij kunnen betrekken. Die hebben om uiteenlopende redenen ondersteuning nodig om aansluiting te vinden bij de buurtgemeenschap. De statushouder die een bestaan op probeert te bouwen na een vluchtverleden of de gescheiden moeder die een woning toegewezen heeft gekregen. Onzekerheid is aan de orde van de dag in buurten met sociale huurwoningen.’ 

‘Opbouwwerkers zoeken daarom naar gedeelde ervaringen waarop bewoners solidariteit kunnen ervaren. Dat is belangrijk want je hebt je omgeving nodig om te voelen wie je bent. Je krijgt als individu energie van contact met anderen, zeker wanneer je je down voelt. Interactie maakt mensen gelukkiger en daardoor verdraagzamer. En dat helpt weer om ook ruimte te maken voor mensen die zich anders gedragen.’ 

Inclusie op de agenda 

Anno 2022 zijn inclusie en leefbaarheid veelbesproken thema’s. Elke gemeente is verplicht een inclusieagenda op te stellen met als doel dat alle inwoners mee kunnen doen. Is kwartiermaken dan nog wel nodig? 

Jeroen: ‘Dat maakt het juist actueel’.  

Doortje: ‘De inclusieagenda geeft de noodzaak van kwartiermaken aan.’  

Jeroen: ‘Een belangrijke vraag is natuurlijk wat dit vraagt van buurtprofessionals.’ 

Doortje: ‘Allereerst de erkenning dat er iets aan de hand is. Met een inclusieagenda bevestig je dat er sprake is van uitsluiting en dat de rechten van de burger met een handicap worden geschonden. Dan kun je als professional werken aan gastvrijheid, aan betrokkenheid bij anders-zijn en dat kun je doen door opschorting: iets buiten het gewone doen.’  

Plaatsmaken voor de ander

Ze vervolgt: ‘Opschorting vind ik echt belangrijk. Het gaat erom dat je de normale gang van zaken zo aanpast dat mensen met een psychische kwetsbaarheid, een beperking of een andere cultuur zich ook thuis voelen.’ 

Hoe werkt dat precies? Doortje deelt een praktijkvoorbeeld van een buurtcentrum uit haar proefschrift: ‘In dat buurtcentrum werkten alleen vrijwilligers. De professionals stuurden de vrijwilligers wel aan, maar zaten op een centraal kantoor. Het bleek moeilijk om het buurthuis ook toegankelijk en veilig te maken voor mensen met een psychiatrische achtergrond omdat de vrijwilligers aangaven dat ze niet wisten hoe ze met mensen uit de psychiatrie om konden gaan. Daarom hebben we bij de welzijnsorganisatie gepleit voor een functionaris gastvrijheid. Die had de taak te onderzoeken wat de deelnemers uit de GGZ (geestelijke gezondheidszorg) nodig hadden om zich welkom te voelen en wat de vrijwilligers nodig hadden om een gastvrije ontvangst te realiseren.’ 

‘Het maatje ter plaatse bleek daarbij belangrijk: op de plek waar de buitengewone ander wil meedoen – als vrijwilliger, deelnemer of betaalde ervaringsdeskundige – werpt iemand zich op als maatje of mentor. Die wijdt de nieuweling in, maakt die vertrouwd met de situatie en functioneert als vraagbaak. Het maatje ter plaatse breekt het ijs voor een vreemde vogel.’ 

‘Dat is opschorting: je bedenkt samen wat je kunt veranderen aan de normale gang van zaken. Zo verander je de cultuur en installeer je een gevoeligheid voor de buitengewone ander.’ 

Kan een opbouwwerker kwartiermaker zijn? 

Jeroen reageert op het voorbeeld in het buurthuis: ‘Het socialer of menselijker maken van een buurthuis vraagt verantwoordelijkheid en alertheid van buurtprofessionals. Dan kom je in een spanningsveld terecht, want in een buurthuis lopen twee processen door elkaar heen: aan de ene kant heb je bewoners die met goede energie allerlei activiteiten organiseren waarbij anderen kunnen aanhaken. En aan de andere kant heb je bewoners die sociaal onhandig zijn en zich soms een beetje misdragen. Dat zorgt voor gedoe en beïnvloedt de goede sfeer. En dat is ook iets waar opbouwwerkers op aangesproken worden.’ 

Doortje reageert en stapt terug in de tijd: ‘Vroeger had je het categoraal opbouwwerk. De taak van de opbouwwerker was om aansluiting te organiseren voor een bepaalde groep mensen die stelselmatig buitengesloten werd. Toen waren dat onder andere woonwagenbewoners. We namen daar een voorbeeld aan voor mensen uit de psychiatrie. Structurele aandacht voor specifiek deze groep, ook vanuit de GGZ, is nog steeds belangrijk.’ 

Waan van de dag 

Jeroen: ‘Daar is inderdaad iets voor te zeggen. Op het moment dat je het kwartiermaken noemt krijgt het ook een zekere urgentie mee, kunnen professionals zich scholen en dan kun je ook in kaart brengen wat niet gebeurt. Zeker omdat het in de waan van de dag over het hoofd gezien kan worden onder het mom; “dan doen we al”.’ 

Het zelfredzaamheidsadagium 

Doortje: ‘Het is belangrijk om op verschillende niveaus als getuigendeskundige verhalen te delen over kwetsbaarheid. Als mensen met psychische nood kwetsbaar mogen zijn, wordt hun kwetsbaarheid al minder. Het uit de schaduw halen van kwetsbaarheid betekent dat de gewone burger ook niet altijd sterk hoeft te zijn. Daarin staat het tegenover het dwingende zelfredzaamheidsadagium, en krijgt het een preventieve functie’ 

Jeroen: ‘Het publiek maken van die verhalen is ook een politiserende daad omdat er dan rekening gehouden moet worden met verhalen die niet vanzelfsprekend onderdeel zijn van het gesprek.’  

Doortje: ‘Ja. En het blijft tegelijkertijd belangrijk om ook talenten te zien van mensen met afwijkend gedrag. Door bijvoorbeeld kunstzinnige activiteiten kunnen mensen met psychische nood een andere kant van zichzelf laten zien. Zoals de man die zo schreeuwde. Hij viel eerst op door zijn afwijkende gedrag en het atelier in de vondelbunker gaf hem een andere positie en een positief label.’ 

Dit gesprek voerden we naar aanleiding van het nieuwe boek van Doortje Kal Buiten het Gewone, 10 lezingen over kwartiermaken, uitgegeven door Tobi Vroegh. Op de website Kwartiermaken.nl vind je boeken, studiemateriaal en meer verhalen en een mooie animatie: Wmo gestript deel 11.

Dit artikel is eerder gepubliceerd op 17 oktober 2022.

Lees meer over:
afbeelding van Willeke Binnendijk  

Willeke Binnendijk

Als freelance redacteur begeleid ik buurtmakers bij het schrijven van hun praktijkverhaal. Zij verzamelen de ingrediënten en ik ondersteun bij het vinden van de verhaallijn en de structuur.
afbeelding van Doortje Kal  

Doortje Kal

<p>Doortje Kal was van 2011 tot 2013 bijzonder lector Kwartiermaken bij Hogeschool Utrecht, aangehaakt bij het Lectoraat Participatie, Zorg en Ondersteuning van Jean-Pierre Wilken.