Platform voor buurtontwikkeling

Toevallige contacten zijn lang niet zo toevallig

Een succesverhaal over samenwerking tussen bewoners en het wijkteam
Praktijkverhaal
afbeelding van Sterre ten Houte de Lange  
afbeelding van Annette van den Bosch  
17 augustus 2021
Toevallige contacten in de buurt blijken lang zo toevallig niet

Foto: Facebookpagina van Buurthuis Espelervaart

Het buurtwerk in Emmeloord kan het goed vinden met de bewoners uit de wijk. De belangrijkste troef van de Emmeloordse buurtwerkers is: tijd vrijmaken om contacten te leggen en dit contact te onderhouden. Dan blijken toevallige contacten in de buurt lang zo toevallig niet.

 

Samenwerking tussen sociale (wijk)teams en buurtbewoners en buurtinitiatieven is een van de methodes om preventief en wijkgericht werken goed vorm te geven. Juist deze samenwerking blijft nogal eens achter bij de sociale (wijk)teams. Wat valt er te leren van dit succesverhaal uit de Noordoostpolder?

Toevallig? Of toch niet?

Een van de belangrijke doelen van de transformatie van het sociaal domein was: hulp bieden van nabij en dit op informele wijze realiseren vanuit het eigen netwerk. Maar het netwerk van sommige mensen is klein en die goedwillende buurman is dan soms moeilijk te vinden. Buurtwerkers in de Noordoostpolder helpen juist die mensen aan de juiste contacten. Buurtwerker Wytse Wierda: ‘In Espelervaart klaagde men in de buurt over een man die zijn tuin niet goed onderhield. Volgens het oude werken zouden we daar bemoeizorg op afsturen en er met een groep professionals over vergaderen. In plaats daarvan ben ik een paar keer koffie bij hem gaan drinken. Ik ontdekte dat hij best iets aan zijn tuin wilde doen, maar dat hij gewoon een beetje een stug type is. Toevallig kende ik iemand in zijn buurt die werkloos is en die voorheen in de groenvoorziening actief was. Iemand die best de tuin van deze stugge buurman wilde onderhouden.’

‘Hij zegt nou wel “toevallig”, maar dat is het nou juist niet!’ vult teamleider Wietse de Boer aan. ‘Dat is namelijk precies wat wij doen: het bij elkaar harken van talenten en behoeften van de buurtbewoners.’ De buurtwerkers zijn een groot deel van hun tijd zichtbaar aanwezig in de wijk, hebben talloze, schijnbaar inefficiënte, contacten, ze stellen mensen uit de buurt aan elkaar voor, en zo ontstaan er ‘als vanzelf’ samenwerkingsverbanden.

Focus op buurten en het verbinden van burgerkracht

Deze vorm van samenlevingsopbouwwerk bestond al voor de gemeentelijke transitie. Toen welzijnsgroep Carrefour in de Noordoostpolder invulling ging geven aan Welzijn Nieuwe Stijl, ontwikkelde ze het buurtwerk. Waar ze zich voorheen richtten op doelgroepen – jongeren, ouderen – kwam nu de focus meer te liggen op buurten en op het verbinden van de burgerkracht die daar al is. Tegelijkertijd maakte de gemeente een start met het vormgeven van de decentralisaties. Carrefour was een partner waar de gemeente niet omheen kon en kreeg zo een duurzame plaats in de toegang van zorg en ondersteuning van de gemeente Noordoostpolder. Carrefour werd onderdeel van het sociale wijkteam, dat in Noordoostpolder het ‘Doen!-team’ heet. Het Doen!-team bestaat uit buurtwerkers, een wijk- en een jeugdverpleegkundige, een maatschappelijk werker en een aantal klantmanagers van de gemeente. Eens per week komen ze samen om casussen te bespreken en delen ze met elkaar signalen uit de wijk.

Buurtwerkers besteden helft van hun tijd aan samenlevingsopbouw

De buurtwerkers zelf zitten met één been in het Doen!-team en staan met één been in de samenleving. Ze werken letterlijk de helft van de tijd aan individuele casuïstiek voor het Doen!-team, en de andere helft zijn ze bezig met samenlevingsopbouw in de wijk. Op die manier verbinden ze de vergadertafel met de straat en vice versa.

In hun wijk of buurt ontmoeten ze weer andere samenwerkingspartners: bewoners, burgerinitiatieven, dorpsbelangen en wijkplatforms. Als buurtwerker maken ze tevens deel uit van het team Integraal Gebiedsgericht Werken, dat verder bestaat uit: de gebiedsregisseur van de gemeente, iemand van de politie en iemand van de woningbouwvereniging. Waar het Doen!-team zich vooral richt op zorg- en welzijnsvragen achter de voordeur, gaat het Integraal Gebiedsgericht Werk-team over vraagstukken aan de andere kant van die voordeur, over leefbaarheidsvraagstukken dus.

Ondersteunen wat bewoners zelf willen ondernemen

De opdracht van de gemeente aan Carrefour is om buurtinitiatieven en actieve burgers te ondersteunen met als doel de participatie en samenredzaamheid van inwoners te bevorderen. Doel hiervan is om de inzet van professionele zorg voor te zijn of deze te verminderen. ‘Vroeger organiseerden we alles zelf. Voetbaltoernooien, dat soort dingen. Maar we proberen ons nu echt vooral te richten op wat er aan initiatieven uit de wijk komt en ondersteuning te bieden bij wat mensen zelf willen ondernemen. Zo kunnen we ons op een gegeven moment ook terugtrekken en kunnen mensen wat er op touw gezet is zelf voortzetten,’ vertelt De Boer.

Een toonaangevend voorbeeld van zo’n initiatief dat uit de mensen zelf voortkwam, is het buurthuis Espelervaart, dat vrijwillig en zelfstandig is opgezet door het wijkplatform. Vooral de gedreven aanpak van voorzitter en voormalig zendeling Alex Schooneveld zorgde in het buurthuis voor een stabiel netwerk van zo’n dertig vrijwilligers.

De functie van het buurthuis is om bewoners met elkaar in contact te brengen en de leefbaarheid in de wijk te bevorderen. ‘Bewoners moeten hun verhaal kwijt kunnen. Een belangrijke rol van de vrijwilligers is dan ook luisterend oor zijn. Een aantal vrijwilligers kan dat goed, die vragen we dan ook om aanwezig te zijn tijdens de inloop’, vertelt Schooneveld.

Zelfstandig buurthuis vraagt hulp van wijkteam

Aanvankelijk werkte het buurthuis zonder hulp van het sociale wijkteam, maar na een inspirerend verkenningsbezoek aan Almere zocht Schooneveld contact met buurtwerker Wierda. In Almere had hij namelijk kennisgemaakt met de Wijkwinkel, een buurthuis waar het sociale wijkteam ook bij betrokken was. Dat wilde hij ook. Samen met Wierda bedacht hij een manier om dat in Espelervaart vorm te geven. Ze vonden twee vrijwilligers die tijdens de tweewekelijkse koffieochtenden vragen konden beantwoorden. Na een bijspijkercursus van Wierda over de sociale kaart van de Noordoostpolder, kon het duo veel vragen beantwoorden en waren ze in staat de mensen door te verwijzen naar het juiste loket. Wierda: ‘Als ze er niet uitkomen bellen ze me op en denk ik met ze mee.’ Eén keer per maand is er nu een open inloop met koffie waarbij de buurtwerker, de wijkagent, iemand van de gemeente en iemand van de woningbouwvereniging aanwezig zijn om vragen van wijkbewoners te beantwoorden en signalen op te pikken.’

Signaleren en eenzame burgers erbij betrekken

Die signalerende functie is belangrijk en werkt twee kanten op. Het kan voor Wierda een teken zijn om iemand eens op te zoeken, of voor Schooneveld om er alert op te zijn een luisterend oor te bieden.

Naast wakend oog in de buurt, is het buurthuis voor Wierda ook een plek om eenzame mensen weer aansluiting te laten maken met de samenleving. ‘Ik had bijvoorbeeld vanuit mijn Doen!-team-activiteiten contact met een oudere dame. Ze was slecht ter been en kwam niet vaak meer buiten. Ze had weinig contact met andere mensen, afgezien van haar mantelzorgen biedende dochter. Ze wilde wel naar het eetcafé van het buurthuis, maar ze had geen vervoer. Op een avond waarop ik toch naar het buurthuis ging, heb ik haar opgepikt. Zoals ik al had verwacht was daar iemand die aanbood haar na afloop weer naar thuis te brengen en haar de volgende keer weer op te halen. De vrouw komt nu regelmatig in het buurthuis en is helemaal opgebloeid. Dat is ook fijn voor haar dochter, die zich zorgen maakte.’

Koffieleuten is een investering in het sociale netwerk

Doordat Wierda de tijd krijgt om met bewoners in gesprek te zijn over hun wensen en vragen, is hij goed op de hoogte van allerlei initiatieven. Hij verbindt buurtbewoners die behoefte hebben aan gezelschap of die hulp kunnen bieden bij een van de verschillende buurtinitiatieven. Doordat de vrijwilligers, dankzij de begeleiding van Wierda, de vragen uit de wijk zelf ‘semiprofessioneel’ kunnen oppakken, wordt de druk op het wijkteam verlicht. Door de investering in het sociale netwerk van de wijk kan Wierda ‘de hele ochtend koffieleuten in het buurthuis’ en wordt de onderlinge zorg in de wijk sterker. En dat helpt het sociale team om de individuele vragen samen met het aanwezige netwerk op te lossen.

 

Lees meer over:
afbeelding van Sterre ten Houte de Lange  

Sterre ten Hout...

<div>&nbsp;</div> <div> <p>Sterre is socioloog en freelance journalist bij o.a. voor het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken, Vileine.com, Buurtwijs en Elsevier.