Platform voor buurtontwikkeling

Samensturing bij zelfbeheer

Unieke samenwerking met inspraak en invloed voor alle betrokkenen
Blog
afbeelding van Sylvia de Goede  
30 oktober 2017
Samensturing bij zelfbeheer

In haar voorgaande blogs schreef Sylvia de Goede al over haar ervaringen als opbouwwerker en over het fenomeen zelfbeheer. Onlangs studeerde ze zelfs af op het thema zelfbeheer. In deze blog deelt ze haar bevindingen.

Ik startte mijn onderzoek met de ambitie om het fenomeen zelfbeheer een boost te geven binnen het buurthuiswezen. Om die tot stand te brengen, heeft de -speciaal voor mijn onderzoek opgerichte- ‘Denktank Zelfbeheer’ een cruciale en waardevolle rol gespeeld. Deze denktank bestond uit bewoners, ambtenaren en buurtwerkers die allen te maken hadden met het buurthuis dat onderwerp was van mijn onderzoek. Op basis van vier bijeenkomsten, waarin we gebruik maakten van de Dialoogmethode, hebben we inzicht gekregen in wat belangrijk is in de samenwerking tussen bewoners onderling en tussen bewoners en professionals.

Waarom is dit belangrijk?

In eerste instantie wilden de buurtbewoners meer invloed op de dagelijkse gang van zaken bij het buurthuis en de programmering. Na vijf jaar was de samenwerking tussen bewoners en professionals bij het buurthuis ook wel aan een update toe. De welzijnsorganisatie, waar het buurthuis onder valt, streefde ook naar meer samenwerking met bewoners. Ook de landelijke overheid wil bewoners meer aan het roer zetten bij het beheren van voorzieningen in de eigen leefomgeving.

Vanuit deze perspectieven én door de verhalen van bewoners over samenwerking met professionals, heb ik mijn focus aangescherpt. Ik wilde samen met bewoners en andere professionals onderzoeken hoe hun onderlinge samenwerking verloopt. Gaat dat naar tevredenheid? Wat vinden we belangrijk? Wat drijft ons en wat kan beter? Wat zijn belangrijke randvoorwaarden voor de samenwerking?

Samenwerken gaat niet vanzelf

Over samenwerking tussen bewoners en professionals binnen processen van zelfbeheer is eerder al veel onderzoek gedaan. Om een dergelijke vorm van samenwerking tot een succes te maken, zijn specifieke kwaliteiten nodig en moet er aan bepaalde randvoorwaarden worden voldaan. Eerder verricht onderzoek biedt ook inzicht als het gaat over de vraag welke rollen de professionals en de (lokale) overheid het beste kunnen vervullen. Vanuit deze eerdere onderzoeken wordt ook duidelijk dat zelfbeheer en samenwerking tussen bewoners en professionals, hoewel van beide kanten gewenst, niet vanzelf gaat.

Zelfbeheer brengt ook spanningen met zich mee

Zelfbeheer is een belangrijk en waardevol fenomeen, maar we moeten ons er niet op blind staren. Ook mijn onderzoek naar zelfbeheer heeft de nodige spanningen blootgelegd. Bewoners zijn bereid om veel inzet te leveren, maar de bewoners geven tegelijkertijd aan dat ze de ondersteuning van professionals nodig hebben bij het ontwikkelen van (meer) zelfbeheer. Tegelijk is er van alle kanten soms de nodige twijfel over de samenwerking met anderen, ongeacht of dat bewoners, organisaties of professionals zijn. Een soepele samenwerking wordt bemoeilijkt door een gebrek aan vertrouwen (ook onderling) en door onduidelijkheid over de verschillende rollen die mensen spelen. Deze spanningen waren belangrijke signalen voor me en ik kon die niet naast me neerleggen.

Aandacht voor risico’s van zelfbeheer

Ondanks het positieve uitgangspunt van mijn onderzoek is een inzicht naar voren gekomen waar ik graag bij stil wil staan: de ‘zelfkant van zelfbeheer’. Uit onderzoek blijkt namelijk dat zelfbeheer vooral is weggelegd voor hoger opgeleide autochtone Nederlanders. Uitermark wees ons in 2012 al op de risico’s van het idealiseren van zelfbeheer. Ook blijkt dat zelfbeheer de kloof tussen hoogopgeleiden en laagopgeleide bewoners groter maakt. Dit is ook waar te nemen in Engeland en wordt bevestigd in de grote eindevaluatie van de ‘Big Society’ dat in januari 2015 is verschenen.

Hoewel ik een groot voorstander (en soms zelfs voorvechter) ben van het idee om bewoners zoveel mogelijk zelf te laten doen, kan ik deze signalen als sociaal professional niet naast mij neerleggen. Ik voel een verantwoordelijkheid om deze ‘zelfkant van zelfbeheer’ naar voren te brengen.

Samensturing: meer inspraak en invloed

Daarmee kom ik bij een van de belangrijkste aanbevelingen uit mijn onderzoek: ga voor samensturing! Samensturing is een concept dat in 2014 geïntroduceerd is door Huber, Lochtenberg en Zuithof na onderzoek binnen onder andere de maatschappelijke opvang. Het biedt ruimte aan alle partijen die waarde hechten aan het idee om bewoners zoveel mogelijk aan het roer zetten.

Via samensturing krijgen bewoners meer inspraak en meer invloed op voorzieningen in de eigen leefomgeving. Het biedt daarnaast ruimte aan sociale professionals om de inzet te leveren die nodig is of die gevraagd wordt tijdens het proces. Het doet ook een beroep op de (lokale) overheid om verantwoordelijkheid te (her)nemen voor het ontwikkelen van meer beheer door bewoners over de bestaande voorzieningen die in wijken en buurten zo belangrijk zijn. Kortom, samensturing geeft alle betrokken partijen ruimte. Het biedt een unieke kans om op ‘co-creatieve’ wijze samen te werken en met elkaar co-producties aan te gaan. Met samensturing kunnen bewoners met elkaar en met ervaringsdeskundigen en professionals vormgeven aan hun voorziening. Hoe dat gebeurt en met wie er vervolgens aan de benodigde randvoorwaarden wordt voldaan is niet van belang, als er maar aan voldaan wordt.

Samensturing is als het aangaan van een partnerschap

Het vormgeven van samensturing vraagt om het aangaan van partnerschap. Door Spierts wordt dit benoemd als een kans om gezamenlijk te leren. Het vraagt de bereidheid van alle betrokkenen (bewoners, professionals én lokale overheid) om verantwoordelijkheid te nemen en commitment met elkaar aan te gaan. Het biedt mogelijkheid om concreet vorm te geven aan meer samenwerking tussen verschillende partijen in wijk en buurt.

Enkele handvaten bij samensturing

Samensturing vraagt, net als veel andere veranderingen in het sociaal domein, om een herschikking van verantwoordelijkheden, een nieuwe rolverdeling tussen bewoners en professionals en (gebiedsgericht) samenwerken. Daar zijn we allemaal zoekende in, niemand heeft pasklare antwoorden of een blauwdruk dat past op elk scenario.

Uit mijn onderzoek zijn echter belangrijke factoren naar voren gekomen die het vormgeven van samensturing positief kunnen beïnvloeden. Deze zijn gevisualiseerd in de ‘Samenwerkkring’ (figuur 1).

Figuur 1. Samenwerkkring

Daarnaast wil ik graag afsluiten met een aantal aanbevelingen uit mijn onderzoek, specifiek gericht aan sociale professionals:

  • manage verwachtingen,
  • (blijf!) afstemmen op de behoefte van bewoners,
  • verhelder de verschillende rollen (vooral ook die van jou als professional) en
  • lever maatwerk.
Lees meer over:
afbeelding van Sylvia de Goede  

Sylvia de Goede

In mijn werk focus ik op het verbinden van partijen, kennisoverdracht en het faciliteren van samenwerkingsprocessen. Als Master Social Work zet ik mijn skills graag in om een bijdrage te leveren aan de (praktijk)ontwikkeling van ons mooie vak.

Lees meer: