Samen maken we de stad

Een van de belangrijkste ingrediënten om een buurtinitiatief te laten slagen is een goede samenwerking tussen verschillende partijen. Dat bleek unaniem uit alle verhalen tijdens de 25e editie van de programmareeks Buurtcommunities: ‘Veranderend samenwerken in de buurt’ op 21 juni in de Amsterdamse Meevaart.
Na het plenaire deel gingen de aanwezigen – communitybuilders, buurtbewoners, gemeenten en het bedrijfsleven – aan verschillendde thematafels verder met elkaar in gesprek.
Het klinkt misschien als een open deur, maar om verandering teweeg te brengen en bruggen te kunnen bouwen, moeten actieve buurtbewoners, communitybuilders, gemeenten en fondsen elkaar opzoeken. Alleen krijg je het namelijk niet voor elkaar. ‘Gelukkig is die wil om samen te werken er meestal wel van beide kanten,’ zegt Esther Eij van Tugela85, een ontmoetingsplek in Amsterdam-Oost voor kunstenaars en buurtbewoners.
‘Wij werken nauw samen met het stadsdeel en ambtenaren. Door de jaren heen zijn we dat op een steeds gelijkwaardigere manier gaan doen. We gaan in gesprek met elkaar en kijken waar in de buurt behoefte aan is. We kijken voorbij de subsidient-subsidiegever relatie en zoeken samen oplossingen.’
Altijd weer die regels
Het begint dus met de gezamenlijke wil om samen te werken. Als die er is, ben je al een heel eind. Maar in de praktijk kom je dan toch altijd weer in een systeemwereld terecht, een wereld vol regels die samenwerken soms wat lastiger maakt en ervoor zorgt dat dingen kunnen vertragen.
De truc is om dan niet op te geven, adviseert Esther. ‘Als het lastig wordt, is het verleidelijk om terug te vallen op de oude manier van werken. Maar ik zou een oproep willen doen aan iedereen om dan juist die arena in te gaan en manieren te zoeken om er samen uit te komen.’ Die systeemwereld kent Sylvia van der Werf, projectmanager bij de gemeente Amsterdam, maar al te goed. ‘Natuurlijk, er zijn regels en het gaat minder snel dan we voor ogen hebben. Maar de wil is er zeker en ik zie ook steeds jongere collega’s die een andere manier van werken hebben en juist willen veranderen. Het besef is er trouwens ook bij veel collega’s dat actieve buurtbewoners veel werk uit handen nemen en dat wordt echt gewaardeerd.’
Volgens Esther is het erg belangrijk om relaties op te bouwen en niet te denken in hokjes. ‘Wij werken vanuit Tugela85 vaak samen met Annette Sleper van de gemeente Amsterdam. Ik ga dan niet naar een loket, maar naar Annette.’
Ouderwets gezellige disco
Suna Duijf van Het Danspaleis herkent het belang van een persoonlijke relatie. ‘Wij zijn een ouderwets gezellige disco voor ouderen en proberen daarmee eenzaamheid in de samenleving tegen te gaan. Dat is zo’n groot thema, dat kun je als kleine stichting niet alleen doen.’
Het Danspaleis is steeds meer samenwerkingen aangegaan met fondsen en gemeenten. ‘We hebben inmiddels een partnership opgebouwd waarbij we elkaar erkennen en gezamenlijk het maatschappelijk belang voor ogen houden. Samen ontwikkel je je en zorg je ervoor dat je van waarde bent en blijft voor je doelgroep. Dat is voor ons het belangrijkste, maar dat geldt voor onze financiers net zo. Je moet investeerders vinden die het maatschappelijk belang van jouw idee inzien.’
Lokale kennis
Maar een goed initiatief herkennen, is makkelijker gezegd dan gedaan. Om erachter te komen wat goed is voor de buurt, moet je gebruik maken van de kennis en expertise van lokale voortrekkers. ‘Daarom laten wij de beoordeling van initiatieven over aan lokalen,’ zegt Ailbhe Cunningham van Fonds voor Oost. ‘Zij weten immers precies wat er speelt in de buurt en waar behoefte aan is. We zijn veel in de wijk en hebben heel direct contact met alle betrokkenen. Vervolgens helpen we mensen met het indienen van hun aanvraag. We zijn een laagdrempelig fonds. Dus ook als je hier geen ervaring in hebt, kun je bij ons een aanvraag indienen.’ Volgens Suna is die lokale kennis van fondsen onmisbaar: ‘Om problemen op te lossen, hebben we elkaar nodig.’
Gemeentelijke muren
Toch heeft het belang van samenwerken ook een keerzijde. Als de betrokken partijen niet geheel op één lijn liggen, loop je tegen een muur op, weet Jolien van der Maden, mede-initiatiefnemster NDSM en eigenaresse van Noorderlicht Café. ‘Ik wilde op de NDSM-werf een sociale ontmoetingsplek creëren. De beginperiode was echt pionieren. We kregen vijf jaar van de gemeente, in de praktijk hadden we die tijd hard nodig om alles goed te regelen en aan alle regels te voldoen. Tijd die we niet konden besteden aan het ontplooien van lokale initiatieven, wat het oorspronkelijke idee was.’
‘Nu zitten we in een politiek slagveld. De belangen in Amsterdam-Noord zijn groot, ook op internationaal niveau. Het gaat om geld verdienen en het stadsdeel nog aantrekkelijker maken voor grote investeerders. Er wordt te weinig rekening gehouden met sociaal ondernemen. Dat is zonde, want de stad en de Amsterdammers hebben juist behoefte aan ruimte. Hopelijk kiest het stadsdeel Noord snel voor een duidelijk standpunt en kunnen net als in Oost mooie, sociale plannen een kans krijgen.’