Samen komen we eruit

Opbouwwerker Walter van Vliet reflecteert op hoe hij aan samenlevingsopbouw werkt: ‘Als bewoners met elkaar botsen over de invulling van een groenstrook, dan is dat een dynamiek waar je als opbouwwerker iets mee kan.'
In het artikel Allemaal aan de samenlevingsopbouw worden twee doelen van samenlevings-opbouw onderscheiden: a) het versterken van leefbaarheid en b) sociale cohesie en het versterken van democratie door publieke participatie. Beide doelen zie ik in mijn werk als op-bouwwerker terug. Ik zal dit illustreren met een aantal voorbeelden uit mijn praktijk.
Botsende belangen
In een buurt in Velp ontstond een klassiek probleem. Een grote groep jonge ouders had behoefte aan een speeltuin in de buurt. Deze gezinnen hadden daarvoor hun oog op een veldje laten vallen, waar de meesten echter niet direct naast woonden. Maar er was ook een groepje oudere inwoners die op die locatie juist meer groen wilde. Zij vreesden dat het met speeltoestellen te onrustig zou worden.
Tijdens het proces van planvorming ontstond er ruzie tussen de ´oudere´ en de ´jongere´ groep. Beiden hadden namelijk het eigen project voor het veldje ingediend bij de gemeente De gemeente wilde dat zij er eerst samen uit probeerden te komen. Samen met de manager gebiedsontwikkeling van de gemeente ondersteunde ik beide initiatieven. Andere inwoners, die er eerst neutraal tot positief in stonden, hielden tijdens het proces steeds meer hun mond.
Als opbouwwerker begreep ik beide groepen en hun standpunten, maar kwam hier-door wel in de knel
Meerwaarde van een clash
Bij de laatste vergadering waren van de beide groepen enkel nog de kerngroepleden aan-wezig. De gehoopte consensus kwam er helaas niet en de grote groep stopte met het ont-plooien van initiatieven. De ontstane energie doofde uit. De andere groep werd ‘schuin’ aangekeken in de buurt. Als opbouwwerker begreep ik beide groepen en hun standpunten, maar kwam hierdoor wel in de knel. Het proces duurde ook te lang. Ik besefte dat door deze discussie inwoners elkaar gingen mijden.
Toch heeft deze clash wel iets teweeg gebracht, want er ontstond dynamiek in de buurt. Er gebeurde iets en daar kun je als opbouwwerker iets mee. Ik heb het uiteindelijk voor elkaar gekregen om de trekkers van beide groepen weer met elkaar in gesprek te brengen. Komende lente gaan zij samen aan de slag!
Democratische kracht van bewoners
Het andere voorbeeld uit mijn praktijk betreft de huurdersvereniging Rheden, de HVR, die wijkaangelegenheden agendeert bij haar overleg met de woningbouwcorporatie. De HVR heeft korte lijnen met de lokale politiek en de directeur van de woningbouwcorporatie. Dankzij deze lobby wint het netwerk aan democratische kracht. Dit maakt het tot een serieu-ze gesprekspartner bij het vergroten van de leefbaarheid in de buurt.
Als opbouwwerker verzorgde ik de samenwerking tussen de huurdersvereniging, bewonersorganisatie, woningbouwcorporatie, politie en de gemeente. Hiermee versterkte ik de democratische kracht van bewoners. Een belangrijk aandachtspunt hierbij is het rekening houden met vanuit welk gedachtengoed inwoners reageren. Het gaat niet alleen om hun positie als inwoner van een koopwoning of sociale woningbouw, maar ook bijvoorbeeld om hun eigen politieke voorkeur en mening over veiligheid, saamhorigheid en milieu. Ik was er in het begin alleen op gespitst om saamhorigheid te vergroten en obstakels voor samenlevingsopbouw weg te nemen en kreeg hier later pas oog voor.
Speeltuin, broedplaats voor lokale democratie
Terug naar het voorbeeld van de speeltuin. Natuurlijk is het belangrijk dat, als er een speeltuintje komt, dit wordt onderhouden door de inwoners zelf. Want de gemeente heeft ook steeds minder budget, door de hoge kosten van de WMO en Jeugdzorg. Zelfbeheer is ook steeds meer een trend. De jonge groep wilde dat wel, de oudere groep niet. Verder is ook goed te beseffen, hoe ziet het veldje er over een paar jaar uit? Verpauperd of schitterend? Houden ze het vol op lange termijn? Dit zijn vragen die je als opbouwwerker aan actieve bewoners kunt stellen en die altijd context gebonden zijn. Begint de lokale democratie juist niet hier op dit speelveld?