Platform voor buurtontwikkeling

Pas als je dichtbij staat, kun je relaties opbouwen

12 leiders over hoe zij samenwerken met lokale gemeenschappen
Interview
afbeelding van Kijk en luister  
4 november 2022

Stel: je bent directeur van een publieke organisatie en wilt meer ruimte maken voor samenwerking met lokale gemeenschappen. Wat doe je dan precies de dag nadat je deze beslissing hebt genomen? Met deze vraag op zak ging Birgit Oelkers op onderzoek uit.

 

Elke buurt is anders. Om recht te doen aan die verschillen kun je als community werker, maar ook als een maatschappelijke organisatie, alleen maar contextgebonden werken. Wie dat als geen ander kan en doet, is Milja Kruijt uit Rotterdam Delfshaven. 

‘Als organisatie moet je elke dag je macht opnieuw willen delen met de bewoners(organisaties) waarmee je werkt,’ vertelt Milja die mede-initiatiefnemer van Delfshaven Coöperatie en aanjager van de ABCD-aanpak is. Dit vraagt dus om een hele nieuwe visie op sturen en loslaten.

Veel organisaties hebben in hun beleid al doelstellingen staan als: inwoners de ruimte geven, burgerinitiatieven omarmen of participatie stimuleren. Maar hoe ziet dat er in de praktijk uit? Wat doe je dan wel en wat kan je juist beter laten?

‘Elke dag moet je je macht opnieuw willen delen met de bewoners waarmee je werkt.’

Birgit Oelkers liep al een tijd rond met deze vragen. Ze sprak erover met verschillende leiders van maatschappelijke organisaties, waaronder Milja die zich jarenlang hard maakt voor meer zelfregie van mensen en buurten. Birgit noemt hun type van leiderschap ‘gemeenschapsgericht leiderschap’. De interviews zijn gebundeld en verschijnen op 10 november in boekvorm.

Community gericht leiderschap 

‘Wat is gemeenschapsgericht leiderschap en hoe krijgen we er meer van?’ Onlangs was Birgit samen met Thijs van Mierlo, directeur LSA, te gast bij de podcast Democratie in uitvoering. Met Marije van den Berg gingen ze in gesprek over welk leiderschap nodig is om bewonersinitiatieven te laten bloeien. Wat blijkt: groei van de gemeenschappen betekent vaak krimp van de organisatie.
 
‘Je moet niet alleen heidagen organiseren met mensen uit je organisatie’, zegt Birgit ter illustratie, ‘maar ook met mensen uit de buurt met wie je samenwerkt. En dat is geen eenmalige exercitie, dat is iets wat je dagelijks zou moeten doen. Bij elke beslissing kijken naar de consequenties die dit heeft voor de gemeenschapsleven in de buurt: versterkt het de gemeenschapskracht, herstelt het iets, vervangt het iets of bedwelmt het? Het is niet makkelijk.’ 

Sterker nog: het is vooral een worsteling, blijkt uit de gesprekken die Birgit voerde met de 12 leiders. ‘Je geeft een deel van de controle uit handen en je weet niet hoe het zal lopen, maar als leider van een organisatie word jij wel aangekeken als het niet goed gaat.’ Dat is spannend. En toch zijn er leiders die het al doen. 

Kritische vriend

Een van deze leiders is Marleen ten Vergert. Zij is vanuit de gemeente Rotterdam programmamanager van Veerkachtig BoTu. Toen Marleen zich realiseerde dat de groeiende bewonersbetrokkenheid om een hele andere gemeentelijke sturing vroeg, gooide ze het roer om. Praktijk moet leidend zijn, vond ze. De gemeentelijke projectleiders werden vervangen door betaalde projectleiders vanuit de wijk. Tegenwoordig deelt Marleen haar mandaat als programmamanager met een programmaraad uit de wijk. Daarnaast is de zeggenschap over het wijkbudget van 1 miljoen euro verlegd naar de wijk. 

Ook bij welzijnsorganisaties blijken de laatste jaren grote veranderingen gaande. Daarin is bijvoorbeeld meer zeggenschap van buurtbewoners een belangrijk uitgangspunt. Zo beschouwt Anita Keita, directeur-bestuurder van Versa Welzijn, haar organisatie als ‘een kritische vriend van buurtcommunities die hen een podium en ruggensteun biedt’. Haar rol als directeur-bestuurder gebruikt zij om op alle niveaus, intern en extern, voor nieuwe verbindingen te zorgen.

Hoe geven anderen invulling aan samenwerking met lokale gemeenschappen? En met welke transformaties en gedoe krijg ze dan te maken? Birgit Oelkers sprak hierover met 12 leiders van maatschappelijke organisaties. De gesprekken zijn gebundeld in het boek Een lonkend perspectief zo sterk als een vuurtoren.

Voor de ene leider is gemeenschapsgericht leiderschap een persoonlijk moreel kompas voor alle besluiten die in de organisatie gemaakt worden. Voor de ander gaat het om het delen van het mandaat en geld met buurtcommunities, of het afzweren van business to business (nooit meer iets zonder bewoners). 

Nabijheid

De gemeenschap als uitgangspunt nemen, doet dus iets met de manier waarop je je organisatie profileert: de organisatie komt in een dienende rol. En dat vraagt een andere invulling van je ‘baas-zijn’. In het boek Een lonkend perspectief zo sterk als een vuurtoren geven de geïnterviewden een inkijk in hun dagelijkse handelen en hun veranderstrategieën om binnen de eigen organisaties gemeenschapsgericht werken vaste grond te laten worden. 

Hun werkwijzen mogen dan uiteen lopen, over een ding zijn ze het eens: pas als je nabij bent, kun je relaties en partnerschappen opbouwen met de makers van krachtige collectieven.

afbeelding van Kijk en luister  

Kijk en luister

Om alvast in de weekend vibe te komen, plaatsen we op vrijdag een luister- of kijktip op buurtwijs.nl.