Overname van vastgoed door bewoners
Foto: stock (123rf)
Het recht op overname (ook wel bekend als right to bid) gaat over het recht voor bewonersinitiatieven om een gebouw, publieke ruimte of andere voorziening over te nemen van de gemeente en is onderdeel van een breder pakket aan buurtrechten. Eerder schreef LSA al waarom dit een goed idee is. Naast bijval voor de argumenten voor een recht op overname horen we bij gemeenten en hun gemeenteraden ook veel vragen over hoe je dit kunt regelen. Tijd voor een aantal recente voorbeelden.
Andere waardebepaling in Rotterdam
Afgelopen weekend werd het Wijkpaleis in Rotterdam geopend op haar nieuwe locatie. In dit Rotterdamse bewonersinitiatief werken makers en bewoners samen aan een wijkbedrijf, waarin buurtgenoten door het ‘samen maken’ elkaar ontmoeten en leren van elkaars kennis en kunde. Een fysieke uitvalsbasis is daarvoor absoluut noodzakelijk. De gemeente Rotterdam zocht actief mee en bedacht een financiële constructie om dit mogelijk te maken. Kort gezegd: de gemeente maakt een huurovereenkomst met optie tot koop. Mocht het Wijkpaleis tot koop willen overgaan, dan financiert de gemeente het verschil tussen de herbouwwaarde (die is aanzienlijk lager) ten opzichte van de hogere marktwaarde (taxatie van verkoopwaarde vrij van huur en gebruik). Dat is niet gebruikelijk in Rotterdam. En het heeft ook nogal wat voeten in de aarde gehad. Na aandringen van de gemeenteraad, die vond dat in eerdere verkoopprocedures van maatschappelijk vastgoed de ambities van de wijk niet goed waren meegenomen, kwam het college tot deze oplossing.
Maatschappelijke doelen voorop in Kaag en Brasem
Ook in Kaag en Braassem willen ze maatschappelijke activiteiten en doelen steunen met maatschappelijk vastgoed. Of zoals de gemeente zelf aangeeft: “Er moet een transformatie komen waarbij de ondersteuning van de gemeente de inwoners helpt bij de realisatie van hun activiteiten, ongeacht waar zij deze activiteiten willen doen.” De gemeente benadrukt dat het geen bezuinigingsopgave is. Opbrengsten van vastgoed dat wordt verkocht omdat het niet meer noodzakelijk is (bijvoorbeeld wanneer een dorp meerdere ontmoetingsplekken heeft en kiest voor een nieuwe combinatie) wordt gestoken in het aantrekkelijk en geschikt maken van ander vastgoed. Hierbij streeft de gemeente naar de overdracht van het vastgoed aan inwoners of organisaties. In deze intentie lezen we veel zorgvuldigheid terug om te zorgen dat deze verschuiving van verantwoordelijkheden ook zorgvuldig gebeurt en met voldoende oog voor individuele gevallen. En er wordt nadrukkelijk een koppeling gemaakt met de verschillende dorpsvisies. Maatschappelijke doelen voorop dus.
Eerste kans voor bewoners in Arnhem
Ook in Arnhem gloort er hoop voor bewonersinitiatieven en maatschappelijk vastgoed, zo lezen we op de site van burgerinitiatief Coehoorn Centraal. Vastgoed dat de gemeente in bezit heeft en voor (wettelijke) taken inzet, kan een keer vrijkomen. Bewoners van Arnhem hebben er met succes voor gepleit dat voorafgaand aan verkoop aan commerciële partijen, eerst zorgvuldig na wordt gegaan of in een bepaalde buurt of de hele stad er bewoners zijn die een maatschappelijk relevante invulling hebben. In het coalitie-akkoord van Arnhem staat onder afspraak 4.3: ‘Als de gemeente vastgoed verkoopt, maakt zij dat eerst kenbaar aan de wijk. Zo kan het vastgoed ook ingezet of verkocht worden voor maatschappelijke doeleinden of voor initiatieven van bewoners.’ Het project Coehoorn Centraal lijkt dankbaar gebruik te hebben gemaakt van dit uitgangspunt in het collegeakkoord. Na vijf jaar pionieren sloten zij eind 2018 een akkoord, waarin een gebiedsvisie werd vastgesteld voor deze plek van creatieve ondernemers en de verkoop van een aantal gebouwen aan de stichting werd vastgelegd.
Het kan dus wel
Uit deze voorbeelden blijkt dat het dus wel kan: maatschappelijk vastgoed beschikbaar maken tegen redelijke voorwaarden voor maatschappelijke initiatieven en doelen. In Rotterdam is uitgezocht dat er met deze constructie ook geen sprake is van (oneigenlijke) staatssteun. Zo hebben ze vervreemdingsbeperkingen en een terugleveroptie opgenomen in de contracten. In Kaag en Braassem wordt de financiering geregeld door een strategische verkoop, in samenspraak met de inwoners, van vastgoed dat niet meer nodig is. In Arnhem wordt in beleid geregeld dat er eerst zorgvuldig wordt gecommuniceerd met de wijk. Het recht op overname begint bij een andere visie van de gemeente en het lef om andere keuzes te maken.
LSA verzamelt graag meer voorbeelden van de invulling van het recht op overname. Ook binnen het programma Democratie in Actie wordt een laboratorium Right to Bid georganiseerd. Heb je voorbeelden, ideeën of vragen? Mail ons vooral! info@lsabewoners.nl.
Dit artikel verscheen eerder op de website van LSA.