Platform voor buurtontwikkeling

Opbouwwerk: laat zien waar je voor staat

Naar aanleiding van #Krachtproef, het vakfestival van opbouwwerkers
Artikel
afbeelding van Willeke Binnendijk  
18 november 2016
Opbouwwerker: ga de schroom voorbij en laat zien waar je voor staat

Foto: #krachtproef16

De positie van opbouwwerkers is kwetsbaar. Voor opbouwwerkers lijkt het moeilijk om te vertellen aan buitenstaanders wat zij nu precies doen. Hoe komt dat en lukt het om daar verandering in te brengen?

 

Justus Uitermark deed vorig jaar op de #Krachtproef ’15, het vakfestival van opbouwwerkers, flink wat stof opwaaien. Volgens hem klaagden opbouwwerkers over hun kwetsbare positie in plaats van te vertellen wat ze nu eigenlijk precies doen en waar ze voor staan.

112 succesverhalen van opbouwwerkers

Zijn boodschap intrigeerde opbouwwerker Harold van den Berg. Dit jaar organiseerde hij daarom een vervolg op het verhaal van Uitermark voor #Krachtproef ’16. Via de aanmeldformulieren verzamelde hij 112 succesverhalen van opbouwwerkers. Sommigen lang, anderen kort. Samen met studenten van Viaa Hogeschool ging hij bij zes van hen langs en stelde drie vragen: Wat is de kwestie? Wat is jouw rol als opbouwwerker? En tot slot; is het succesvol?

Want wat doen opbouwwerkers nu precies? Dat lijkt ook voor sommige deelnemers aan het vakfestival van dit jaar moeilijk te duiden.

Opbouwwerkers kunnen sociale veranderingen vooruit helpen

Donderdag 3 november kwamen 120 opbouwwerkers samen in Hogeschool Viaa in Zwolle. Het thema van dit jaar is ‘Kwetsbaarheid van kracht’. De eerste Keynote speaker, Raf Jansen, wethouder, socioloog en armoedebestrijder, leidt de bijeenkomst stevig in: ‘De neoliberale samenleving maakt mensen, die eigenlijk krachtig zijn, kwetsbaar door armoede te zien als een individueel probleem. Het is de taak van opbouwwerkers om systeemveranderingen, die een politieke beweging naar gelijke rechten op gang brengen, op te sporen en die kracht bij te zetten’. Jansen doelt op een verandering zoals sociale coöperaties; ‘kleinschalige (buurt)economische activiteiten die in samenwerking worden opgezet door mensen die eigen zeggenschap hebben over het initiatief’. Een goed voorbeeld is De Vrije Uitloop in Breda waar ‘scharrelondernemers’, uitkeringsgerechtigden in een regelluwe zone, hun eigen onderneming opzetten.

Opbouwwerkers kunnen dit soort initiatieven ondersteunen door aan de slag te gaan met vijf uitdagingen: (1) Het ‘veralledaagsen’ van politiek. (2) Een cultuur van verzet organiseren: door de angst die bij achtergestelde groepen bestaat om te zetten in verontwaardiging en actie. (3) Het verbreden van democratie door manieren te vinden waarin mensen die monddood zijn gemaakt weer mee kunnen praten. (4) De overheid op afstand houden zodat initiatieven geen re-integratie projecten van de overheid worden. Tegelijkertijd de overheid dichtbij te houden. En tot slot (5) mogelijksheids- en voorlopigheidzin. Een andere werkelijkheid voorstellen, richting bepalen en die nastreven, al is het in kleine stappen.

Aan het eind van zijn speech zegt Jansen: ‘Het opbouwwerk in het georganiseerde welzijnswerk is te braaf door de sturende gemeentelijke overheid. Het is aan opbouwwerkers om zichzelf een rol toe te bedelen in de veranderingen die uit de samenleving ontstaan.’

De kwetsbare positie van de opbouwwerker voorbij

Het lukt opbouwwerkers om zichzelf een rol toe te bedelen door legitimiteit te verwerven bij bewoners, weet Jeroen Gradener, docent en onderzoeker en spreker in de middagworkshop. In zijn onderzoek Keys to the Community in Amerika, Nederland en Zuid-Afrika, ontdekte hij dat er vier bouwstenen zijn die opbouwwerkers gebruiken om legitimiteit te verwerven bij een gemeenschap. Hij deelt ze met de aanwezigen: opbouwwerkers zijn doelbewust maar onopvallend aanwezig, opbouwwerkers betrekken bewoners maar maken geen beslissingen voor hen, opbouwwerkers werken aan duurzame inbedding in de toekomst van de kwestie waar ze aan werken, en aan erkenning van hun professionele betrokkenheid.

De deelnemers herkennen de bouwstenen in hun werkwijze. Het lukt ze om op lokaal niveau erkenning te krijgen voor wat ze doen. Toch lijken ze een niet-beschermde diersoort, zegt Jeroen Gradener (ook hier). Hun positie is kwetsbaar, zowel op institutioneel niveau, als binnen de beroepsgroep als geheel. Al sinds de jaren ‘80 krijgt de beroepsgroep weinig erkenning. ‘Opbouwwerkers zijn te gemakkelijk een kameleon’ merkt een deelnemer op. ‘Op een onopvallende manier aanwezig zijn is niet genoeg’, vult een ander aan; ‘want je moet wel laten weten dat je er met een bepaalde bedoeling bent.’

Strategisch werken en deugdelijk werken zijn twee kanten van dezelfde medaille volgens Jeroen. Het eerste is alleen onbespreekbaar geworden. Het lijkt not done voor opbouwwerkers om te laten weten dat ze ook een professionele visie en plan hebben.

Politiekids Zwolle: een succesverhaal

In de middag gaan we op bezoek bij verschillende initiatieven in Zwolle. In een workshop over de wijkaanpak in Holtenbroek vertelt René van Rijn, senior opbouwwerker, over zijn project Politiekids, waarin kinderen onder leiding van de wijkagent en coaches leren wat goed gedrag is en waarbij zij de straat opgaan om bewoners die regels overschrijden te corrigeren.

In zijn risicoanalyse noemt Van Rijn o.a. dat het wijkteam verantwoordelijk is voor twee wijken maar 80% van de totale tijd besteedt in deze ene wijk. Ook vertelt hij over de onveilige (thuis)situatie waarin veel kinderen opgroeien. ‘Pas als de risicofactoren helder zijn kun je er beschermende factoren tegenover zetten’, legt hij uit.

Politiekids is zo’n beschermende factor: de training tot politiekid zorgt ervoor dat kinderen leren wat goed is om te doen, ze leren samenwerken, een positieve band te ontwikkelen met de politie en niet in de voetsporen van criminele jongeren te treden. Omdat kinderen in de leeftijdsfase van 7-11 hun gevoel voor waarden en normen ontwikkelen is nadrukkelijk voor deze doelgroep gekozen.

René van Rijn laat zien dat hij een duidelijk doel nastreeft. Hij overtuigt bewoners, krijgt lokale samenwerkingspartners mee en gebruikt de participatiewet om bewoners op te leiden als coach in de buurt.

Het blijkt niet voor iedereen gemakkelijk om zo’n helder verhaal vertellen. ‘Ik volg wat de bewoner wil’ zegt een opbouwwerker in het afsluitende gesprek dat na het diner volgt ‘dat is de kern van mijn werk’. Wanneer er wordt gevraagd of je als opbouwwerker niet ook een ideaalbeeld nastreeft zegt een deelnemer: ‘wat moet een bewoner met jouw idealisme.’

‘ik wil niet in de spotlight staan maar wel erkenning voor mijn werk.’

 

De volgende ochtend start Harold de film die hierboven te zien is. Daarna volgt een gesprek over zichtbaarheid: hoe laat je zien wat je doet? ‘Ik twitter sinds kort over mijn werk en zie dat de wethouder mijn berichten retweet’ vertelt een deelnemer.

‘Ik vind zichtbaar zijn een lastig punt’ zegt een deelnemer treffend, ‘ik wil niet in de spotlight staan maar wel erkenning voor mijn werk.’

‘Eigenlijk moet je in zo’n filmpje de bewoners laten vertellen wat er gebeurt in plaats van de opbouwwerker centraal te zetten’ oppert een ander.

Opbouwwerker: laat zien waar je voor staat

‘Het lijkt alsof opbouwwerker zelf niets mogen vinden of geen identiteit mogen bezitten’ stelt Harold. ‘De systeemwereld hanteert telkens een andere naam: krachtcoach, buurtmakelaar, etc. Dat werkt vervreemdend en opbouwwerkers reageren daarop met mystificatie als overlevingsstrategie: in het geniep werken ze voor bewoners tegelijkertijd onderhandelen ze met de systeemwereld.’

‘Je moet niet uit het oog verliezen met wie je als opbouwwerker communiceert en wat het doel is van het verhaal dat je vertelt’ vervolgt hij. ‘De systeemwereld wil het opbouwwerk onder eigen voorwaarden gebruiken als schakel naar de leefwereld. Dit is vooral ingegeven door de vierde macht (ambtenaren, woningbouwcorporaties, enz.). Ze willen beheersen en beheren maar niet emanciperen. Misschien is het nodig dat we als opbouwwerkers de schroom van ons afgooien en duidelijk laten zien voor welke doelgroep we ons willen inzetten.’

Dat er geen succesverhalen zijn blijkt een misverstand. Er moet alleen nog een manier gevonden worden om ze voor het voetlicht te brengen.

 

Wil jij jouw succesverhaal delen? Doe dat hier of mail naar info@buurtwijs.nl

 

Lees meer over:
afbeelding van Willeke Binnendijk

Willeke Binnendijk

Als freelance redacteur begeleid ik buurtmakers bij het schrijven van hun praktijkverhaal. Zij verzamelen de ingrediënten en ik ondersteun bij het vinden van de verhaallijn en de structuur.
afbeelding van Willeke Binnendijk  

Willeke Binnendijk

Als freelance redacteur begeleid ik buurtmakers bij het schrijven van hun praktijkverhaal. Zij verzamelen de ingrediënten en ik ondersteun bij het vinden van de verhaallijn en de structuur.