Platform voor buurtontwikkeling

Nalatenschap van een begeesterde minister: Ella Vogelaar

Iconische buurtmakers
Artikel
afbeelding van Henk Krijnen  
24 juni 2021

Met haar wijkenbeleid krijgen bewoners grote invloed op de koers en de uitvoering van de wijkaanpak. Daarom gaat deel twee in de serie Iconische buurtmakers over niemand minder dan Ella Vogelaar.

10 minuten

 

'Kom op voor de meest kwetsbare gebieden’, luidde recent de urgente oproep van de burgemeesters van vijftien grote steden. Het is bijna een wetmatigheid: eens in de zoveel tijd start er een lobby voor de wijkaanpak. Bijna net zo wetmatig is het dat in het debat over de wijkaanpak het woord Vogelaarwijk opduikt. 

Solide basisinfrastructuur

Vogelaarwijk verwijst naar de persoon Ella Vogelaar (1949-2019). Als minister voor het wijkenbeleid in het kabinet-Balkenende IV was zij overtuigd dat het vergroten van de leefbaarheid in buurten de integratie en emancipatie van bewoners bevordert. Een maand na haar aantreden presenteert Vogelaar een lijst van veertig wijken die ze integraal wil aanpakken. Ze verfoeit de ‘projectencarrousel’ en hecht grote waarde aan - wat tegenwoordig - een sterke sociale basis heet. 

Ze pleit voor een solide basisinfrastructuur die een voorwaarde is om hardnekkige sociaal-maatschappelijke problemen gelijktijdig aan te pakken. Denk aan werkloosheid, laag opleidingsniveau, onveiligheidsgevoel, gebrek aan sociale cohesie en slechte woningen. Beleidsregie is zowel landelijk als lokaal nodig in haar ogen.

Bijzondere samenwerking

Door een begrotingsfout is Vogelaar echter genoodzaakt naar alternatieve financiering te zoeken voor haar wijken aanpak en sluit ze een compromis met woningcorporaties. Dit blijkt de crux te zijn van haar beleid. De woningcorporaties worden een wezenlijke partner in het wijkenbeleid en maken budget vrij voor nieuwe leefbaarheidsprojecten waardoor bijzondere samenwerking ontstaat tussen woningcorporaties, actieve bewoners, wijkgebonden instellingen en bedrijven.

‘Wezenlijk voor het succes van de wijkaanpak is dat professionals zich voor langere tijd aan een wijk verbinden. Zodat ze de tijd nemen om die te leren kennen en goede relaties met de bewoners op te bouwen - anders is de effectiviteit te beperkt.’ Goed in de wijk gewortelde professionals zijn voor Ella Vogelaar dus onontbeerlijk.

Boerendochter

Ella Vogelaar is van boerenkomaf. Ze maakt zich al vroeg de protestantse mores eigen dat maatschappelijke vooruitgang en persoonlijke wilskracht nauw met elkaar zijn verbonden. Als je daar je gevoelens voor opzij moet zetten, dan moet dat maar, leert Ella.

Als eerste meisje van het dorp gaat Vogelaar naar de HBS. Haar ambitieuze moeder Corrie is vastbesloten om haar dochter door te laten leren. Vogelaar studeert aan de Sociale Academie De Horst in Driebergen waar ze vecht voor radicale democratisering. Ze sluit zich aan bij de Communistische Partij van Nederland waarin sociaal strijdbare en goed ontwikkelde arbeiders actief zijn, maar maakt in 1983 de overstap naar de PvdA.

Als je mensen prikkelt tot het nemen van verantwoordelijkheid, kunnen zij meer dan vaak wordt gedacht

Na de sociale academie werkt Vogelaar als vormingswerker voor werkende jongeren, een arbeidservaring die haar in sterke mate beïnvloedt. Op amper dertigjarige leeftijd begint haar bestuurlijke carrière. Ze vervult bestuursfuncties en voorzitterschappen, onder meer bij de Algemene Bond voor Onderwijzend Personeel en de FNV. Ze is afwisselend manager, adviseur, consultant en bestuurder. In 2003 wordt ze zelfs president-commissaris bij Unilever en opnieuw is ze de eerste vrouw in een dergelijke functie. Haar loopbaan duurt bijna veertig jaar, tot aan haar zelfgekozen dood in 2019.

Minister met een missie

Vogelaars gedrevenheid om daadwerkelijk verschil te maken voor gewone mensen, is de rode draad in haar carrière. Om die reden was ze communist geworden en om dezelfde reden zette ze zich - als net afgestudeerd welzijnswerker - in voor de vorming van laagopgeleide jongeren.

Als je mensen prikkelt tot het nemen van verantwoordelijkheid, kunnen zij meer dan vaak wordt gedacht. Je moet hen dan ook de kans geven om het beleid mede te bepalen, en je moet je durven te verlaten op hun vindingrijkheid en samenwerkingsgezindheid. Dit legt de basis voor een beter buurtbeleid, is haar overtuiging.

Vertrouwen in buurtbewoners past dus helemaal in Vogelaars wereldbeeld, alleen moet je wel de moed hebben om met een lege agenda het gesprek aan te gaan. Daarom spoort ze professionals en beleidsmakers aan om de wijk in te gaan, met vragen als: wat speelt hier? En: hoe kunnen we samen aan oplossingen werken en op welke manier kan overheid u daarbij ondersteunen? 

Ze wil bewoners tegenmacht geven tegenover de instituties en de bestuurders. Daarom introduceert ze ‘bewonersbudgetten’. Dat zij bij bewoners de meeste waardering oogst, is logisch: zij schenkt hen vertrouwen en toont hen respect.

Met de haar kenmerkende onverstoorbaarheid en rechtlijnigheid toont Vogelaar aan dat bewoners - geruggensteund door de overheid - hun buurten op eigen kracht kunnen verbeteren. Tal van initiatieven die in de veertig uitgekozen wijken van de grond komen, laten zien dat dit een werkzaam uitgangspunt is.

Historisch referentiepunt

Hoe je ook over haar politieke vaardigheden oordeelt: Ella Vogelaar heeft een landelijk gestuurd wijkenbeleid van de grond getild. Met haar moderne visie op het wijkgericht werken, waarbij bewoners en professionals een grote invloed krijgen op koers en uitvoering van de wijkaanpak, onderscheidt ze zich van de mainstream in de Haagse politiek. 

Met de vasthoudendheid en de hartstocht die ze aan de dag legt, heeft zij velen doordrongen van het nut van de wijkaanpak. Niet ten onrechte zijn Vogelaarwijken een begrip geworden. Ze zijn een historisch referentiepunt voor iedereen die het wijkenbeleid politiek onderschrijft. Door haar geëngageerde stijl van politiek bedrijven heeft zij vele betrokkenen - actieve buurtbewoners voorop, maar zeker ook lokale beleidsmakers, welzijnsbestuurders, corporatie-medewerkers en sociale professionals - enthousiast gemaakt. Hoewel zij niet de uitvinder van het wijkenbeleid is, heeft zij er met haar begeesterende houding voor gezorgd dat dit een niet meer weg te denken beleidsoptie is. 

Kracht- en prachtwijken

Past de noodkreet van de burgemeesters in de traditie van Vogelaar? Aan de ene kant wel, want probleemwijken – zeker als die ‘wegzakken’ - verdienen een krachtige overheidsinterventie. Anderzijds zou Vogelaar moeite hebben gehad met de op de loer liggende stigmatisering door het gebruik van het woord ‘probleemwijken’. Ze spreekt daarom – een tikkeltje pathetisch - liever van ‘krachtwijken’ en ‘prachtwijken’. Voor haar is de wijkgerichte aanpak - met een robuuste rol voor bewoners - toepasbaar op álle wijken. Dat is ook de lokroep die uitgaat van de term Vogelaarwijken. Ze houdt ons onbewust een spiegel voor. Het lijkt alsof ze de vraag opwerpt: waarom is de wijkaanpak geen algemeen overheidsbeleid?

Serie iconische buurtmakers

 

Wie heeft er een blijvend stempel gedrukt op de samenlevingsopbouw? Grondleggers en voortrekkers zijn belangrijk voor de ontwikkeling van een vakgebied. Voor buurtwijs portretteert Henk Krijnen buurtmakers die op een eigenzinnige en unieke manier hun sporen hebben verdiend. 

 

afbeelding van Henk Krijnen  

Henk Krijnen

Mijn hart ligt bij het buurtwerk. Een buurt is voor mij iets vanzelfsprekends. Ik groeide erin op. De verbondenheid met het buurtwerk begon eind jaren zestig, (jazeker, in die opstandige periode!) in de wijk waar nagenoeg mijn hele familie woonde.

Lees meer: