Platform voor buurtontwikkeling

Mensen met dementie kun je het best ontvangen in een buurthuis

Hoe kunnen dementerenden onderdeel blijven uitmaken van hun buurt?
Interview
4 augustus 2016
Mensen met dementie kun je het best ontvangen in een buurthuis

Foto: quasicasa (Flickr Creative Commons)

Ruim vijfentwintig jaar geleden was er nauwelijks begeleiding voor de mantelzorgers van thuiswonende mensen met dementie. Nu zijn er ongeveer 135 ontmoetingscentra waar zij elkaar kunnen treffen en ondersteunen.

 

Rose-Marie Dröes, hoogleraar psychosociale hulpverlening voor mensen met dementie aan de Vrije Universiteit, is een van de initiatiefnemers van de ontmoetingscentra voor mantelzorgers en mensen met dementie. ‘Uit onderzoek begin jaren negentig van de vorige eeuw bleek dat er nauwelijks begeleiding was voor de verzorgers van mensen met dementie. Tegelijkertijd was er wel een enorme behoefte aan praktische hulp, informatie, en sociale en emotionele ondersteuning. Als je geluk had, besteedde een medewerker van de RIAGG of de huisarts aandacht aan de mantelzorger maar structureel was er helemaal niets geregeld. Dat moest en kon beter.’

Mensen met dementie kun je het best ontvangen in een buurthuis

Droës vervolgt: ‘Uitgaande van de visie dat je een mantelzorger niet goed kunt ondersteunen als je de persoon die hij verzorgt, niet kent, heb ik samen met anderen een gecombineerd ondersteuningsprogramma ontwikkeld. Een programma dat idealiter aangeboden wordt op een laagdrempelige, sociaal geïntegreerde locatie zodat mensen met dementie onderdeel blijven uitmaken van de sociale omgeving en niet gelijk worden afgezonderd in een zorginstelling. Het buurthuis leek ons daarvoor het meest geschikt.’

‘De eerste ontmoetingscentra zijn opgezet in twee Amsterdamse buurthuizen, Quellijn in stadsdeel De Pijp en De Coenen in stadsdeel Zuid. Al doende hebben we daar, samen met mensen met dementie en mantelzorgers, een programma ontwikkeld dat aansluit op de interesses en talenten van de doelgroep. Er zijn nu over het hele land ongeveer 135 ontmoetingscentra. En de ontwikkeling gaat door, op 1 februari 2016 startten we in het kader van het Deltaplan Dementie met de invoering van een opgewaardeerd model, Ontmoetingscentra 3.0, waarbij nieuwe en effectieve interventies worden toegevoegd aan 16 bestaande ontmoetingscentra. Het gaat daarbij om drie interventies - DementTalent, - waarbij nog meer dan voorheen ingespeeld wordt op wat mensen nog kunnen en willen, Dementelcoach en STAR online training voor mantelzorgers. DemenTalent is erop gericht om mensen met dementie overeenkomstig hun talenten en interesses mogelijkheden te bieden om als vrijwilliger te werken bij bijvoorbeeld bedrijven, sportclubs, groenvoorziening en scholen; Dementelcoach biedt telefonische ondersteuning voor mantelzorgers, en de STAR online training is een interactieve e-Learning cursus over het omgaan met dementie met praktische tips, oefeningen, filmpjes en kleine testen om te zien of de cursist –zowel mantelzorger als professional – heeft begrepen waar het over gaat.’

Ontmoetingscentrum is zijn geld meer dan waard

Dröes is een betrokken wetenschapper die zich bekommert om het lot van de mensen met dementie en hun mantelzorgers, maar ze verliest het kostenaspect daarbij niet uit het oog. ‘Ontmoetingscentra zijn hun geld uiteindelijk meer dan waard. Immers: mantelzorgers van mensen met dementie kampen vaak zelf met gezondheidsklachten, veelal van psychosomatische aard: hoofdpijn, angst, depressies, maar ook lichamelijke klachten, zoals maagpijn, omdat ze constant onder te hoge stress leven. Hoe hoog de stress is, hangt mede af van hoe de persoon met dementie functioneert en hoe deze in staat is emotioneel in evenwicht te blijven.’

In de gespreksgroepen leren mantelzorgers hoe hun lotgenoten inspelen op de gedrags- en stemmingswisselingen van de huisgenoot dat zij verzorgen. En krijgen ze tips om zaken thuis onder controle te houden. Door elkaar te steunen houden mantelzorgers de zorg veel langer vol.’

‘Agitatie – géén agressie – en daar moet je rekening mee houden’

Minstens zo betrokken als Dröes, is haar kompaan van het eerste uur, Joke Bos. Fysiotherapeut en psychomotorisch therapeut, én leidinggevende van Ontmoetingscentrum De Pijp in Amsterdam. Na een snelle, maar hartelijke ontvangst leidt ze me naar een zaaltje, waarin meerdere oudere buurtbewoners samen aan de koffie zitten. ‘Ik ben nog even bezig’, zegt Bos, ‘drink in de tussentijd maar een kopje koffie mee.’

Met een kopje in de hand loop ik naar een tafel waaraan twee mannen zitten. Ik trek mijn jas uit, schuif een stoel naar voren en wil gaan zitten. ‘Ga jij eens ergens anders zitten’, buldert de man rechts van me. ‘Let maar niet op hem hoor’, zegt de man links van me. De kennismaking met Piet verloopt wat ongemakkelijk, maar Cor “redt” me. Opvallend is wel dat hij voortdurend schichtig de gang inkijkt of er geen vreemden binnenkomen. Dat biedt mij overigens de gelegenheid om een blik op de andere aanwezigen te werpen, die rustig hun koffie drinken. Een enkeling is in gedachten verzonken, de meesten drinken hun koffie of thee. Joke lacht als ik haar later vertel over mijn ervaringen in de koffieruimte en legt uit dat Cor en Piet allebei alleen wonen. ‘De een, Cor, redt het prima met steun van dochter, buurvrouw en thuiszorg, de ander, Piet, vereenzaamt steeds meer en staat op de wachtlijst voor opname in een verpleeghuis. Zijn reactie op jou getuigt van agitatie – géén agressie – en daar moet je rekening mee houden, ook als hulpverlener. Joop zegt eigenlijk dat hij even met rust gelaten wil worden.’

Kijken naar wat mensen zelf willen en kunnen

‘Bij het aanbieden van activiteiten dringen we de mensen niets op, wel hebben we een vast programma waarin we mensen zo vrij mogelijk laten. Zo proberen we de mensen los te maken van de eeuwige drang tot controle en willen we hen het gevoel geven dat wat ze doen goed is.’

‘We kijken altijd naar het talent van mensen. En dat doen we omdat mensen met dementie vaak een heel negatief zelfbeeld hebben. Door het bieden van veiligheid en vertrouwen proberen we dat negatieve zelfbeeld te doorbreken. Sommigen schilderen bijvoorbeeld heel aardig, over hun werk doen we dan een lijst zodat het er extra mooi uitziet en iets wordt waar hun familie trots op kan zijn. En door ze uit te nodigen tot dansen, bieden we mensen de mogelijkheid om zichzelf te laten zien en hun emoties te uiten.’

‘Ja, we zijn er zeker ook voor de mantelzorgers. In het ontmoetingscentrum bieden we ze vooral respijtzorg, dan kunnen ze even op adem komen. Want vergis je niet hoor: zorgen voor een partner met dementie is heel zwaar, mensen veranderen soms zo dat het lijkt alsof je een vreemde in huis hebt.‘

En dat je ook met mensen met dementie plezier kan hebben en lachen, laat Joke Bos zien als ze in de ‘filmzaal’ op het ritme van een door Bob Marley gezongen kerstlied, met Joop door de ruimte zwiert. En Joop geniet.’

 

Jan van Dam is freelance journalist. Dit interview is onderdeel van Gezond en wel in de wijk, magazine voor gemeenten over werken aan gezondheid en welzijn in de wijk.

Lees meer over: