Hoe sociaal professionals en reclasseringswerkers samenwerken tegen criminaliteit in de buurt

Eveline en Miranda werken samen met sociale buurtprofessionals aan passende straffen en hulpverleningstrajecten voor bewoners die in overtreding zijn gegaan.
Sinds september 2019 maken wij; Miranda van der Flier en Eveline Pittens namens Reclassering Nederland deel uit van een forensisch samenwerkingsverband gericht op personen uit de wijk Ruwaard in Oss die in aanraking komen met de politie en/of justitie. De reclassering houdt zich kort gezegd bezig het voorkomen van strafbare feiten en terugval.
In de proeftuin Ruwaard, twee postcodegebieden in de gemeente Oss, werken we over de grenzen van onze eigen organisatie samen met gemeente, zorg- en welzijnsorganisaties, politie en bewoners. Omdat iedere professional specifieke expertise, een takenpakket en ook grenzen kent vallen we in samenwerking steeds terug op die belangrijke vragen bij de cliënt en de samenwerkingspartners: wat wil je, wat kan je en wat heb je nodig.
Twee sociale professionals, Oscar Boerboom (GGZ verpleegkundig specialist, GGZ Oost Brabant) en Robert Jans (sociaal werker bij Ons Welzijn in Oss) zijn kwartiermaker voor de proeftuin Ruwaard en in het sociaal domein de kartrekkers. Sinds september 2019, toen de proeftuin werd verbonden aan de justitiële keten, werken we nauw met hen samen vanuit de reclassering. We zorgen ervoor dat straffen zo goed mogelijk aansluiten bij verdachten zodat zij niet weer de fout in gaan. Het ideaal is dat mensen die in de wijk in overtreding gaan na hun straf weer een plek krijgen in de wijk. Oscar en Robert kennen de wijk en de mensen en hebben goed contact met bewoners. Dat levert veel win-win situaties op.
Mogelijkheden op een A4-tje
Samen met wijkpartners kijken we per binnengekomen zaak wat we onder de paraplu van de proeftuin Ruwaard kunnen betekenen. Geen uitgebreide analyses, maar praktisch, op een A4-tje de mogelijkheden op een rij zetten. Vanuit de werkwijze van de proeftuin stellen we de bewoner de 3 vragen: Wat wil je, wat kan je en wat heb je nodig? Zo krijgt de bewoner een kans en proberen we te voorkomen we dat ze (weer) in de justitiële keten terecht komen. Natuurlijk, als iemand een strafbaar feit pleegt, moet hij gewoon zijn straf tegemoet zien. Maar vaak zit de werkelijkheid net iets ingewikkelder in elkaar.
Winkeldiefstal en financiële problemen
Laatst bijvoorbeeld, was er sprake van een winkeldiefstal en we vroegen Robert om samen met ons de situatie te verkennen. De verdachte bleek financiële problemen te hebben en was al bekend bij welzijnsorganisatie waar Robert werkt. In een gesprek wist Robert de man te overtuigen om hulp te zoeken en het probleem op die manier aan te pakken. Met dit verhaal konden wij de rechter adviseren om een straf zonder voorwaarden op te leggen. De man kreeg alleen een flinke waarschuwing. Mocht hij de komende twee jaar opnieuw in de fout gaan, dan wordt hij alsnog vervolgd voor de winkeldiefstal, maar hij staat niet onder toezicht. Een belangrijk succes ten opzichte van het verleden, want dan was de man waarschijnlijk wel onder toezicht komen te staan. Eigenlijk slaan we op deze manier drie vliegen in een klap. Toezicht houden kost veel gemeenschapsgeld, dat nu anders kan worden besteed; we voorkomen recidive door het probleem bij de kern aan te pakken en we helpen de man zijn leven weer op de rit te krijgen.
Vertrouwen opent de weg naar betere hulp
Een ander voorbeeld gaat over een jongen die in de vroeghulp terechtkwam. Een situatie waarin een verdachte vlak na een aanhouding op het politiebureau bezoek krijgt van reclassering om in te schatten wat voor hulp hij nodig heeft. We nodigden Oscar (van de GGZ) uit om samen het gesprek te voeren. Bij binnenkomst in de spreekkamer bleek dat de jongen Oscar herkende, en andersom ook. Voor zo’n jongen betekent het veel dat er een bekende zoals Oscar in het gesprek zit. Als reclasseringswerkers winnen we niet gemakkelijk het vertrouwen omdat we een taak hebben richting justitie, dat maakt het simpelweg moeilijker om goede bedoelingen over te brengen. Oscar wekt dat vertrouwen wel en daardoor konden we beter bespreken wat er nodig is om de jongen weer op het rechte pad te helpen.
De juiste hulp via een burenruzie
Vertrouwen is dus belangrijk, dat merkten we pas geleden ook bij een burenruzie. We zagen een zaak op de verdachtenmonitor binnenkomen. De betrokken buren weigerden in eerste instantie bemiddeling. Een gesprek met Oscar maakte duidelijk dat er over en weer angst was voor de ander. Toen dat werd uitgesproken, stemden beiden alsnog in met bemiddeling. En vervolgens bleek dat deze buren het met wat hulp gewoon onderling konden oplossen, ondanks het eerdere wantrouwen. Vervolgens gebeurde er iets opvallends. De dochter van aangever had al een tijd last van psychische problemen, waarvoor ze tot dat moment geen contact durfde te leggen met de GGZ. Na het open contact met Oscar besloot ze dat wel te doen.
Een bijzonder resultaat want we steken er als reclasseringswerkers en sociale professionals veel tijd en moeite in om over de grenzen van onze eigen taak, rol en verantwoordelijkheid samen te werken en als we dan merken dat psychische hulp toegankelijker wordt voor buurtbewoners die dat nodig hebben, dan ervaren we dat als een succes.
Preventief werken zit nog niet in het systeem
Zoals eerder gezegd spelen de drie kernvragen aan de bewoner een belangrijke rol. Het helpt ons de situatie helder te krijgen en om goed te zien welke professionele ondersteuning er nodig is. Zo kunnen we met elkaar en de betrokken verdachte passende afwegingen maken. Je wordt daar als professional creatiever van en gaat meer out of the box denken over oplossingen.
Bij wat er nodig is speelt geld een belangrijke rol. In de proeftuin werken we met open budgetten. Het geld is bij wijze van experiment niet opgedeeld is verschillende potjes, maar op een hoop gegooid vanuit de gemeente. Voor Reclassering Nederland is dat nog lastig. Als reclasseringswerkers schrijven we uren op een zaak, niet op preventief werken. Om de successen van Ruwaard in de toekomst ook te kunnen waarmaken is voor ons een verandering in het systeem nodig.
Reageer op dit artikel
Reacties
Wat is het specieke wijkgerichte element, behalve de focus op de postcodegebieden? Waarin onderscheidt het project zich methodisch ten opzichtr van andere vormen van persoonsgerichte aanpak/maatwerk -doelgroepen zoals we die met name bij veiligheidhuizen kennen?
Beste Hans,
Collega Andreas Tonneijck van reclassering verslavingszorg Novadic/Kentron en ook deelnemer aan proeftuin Ruwaard heeft hier vorig jaar een blog over geschreven, waar het specifieke wijkgerichte element in de samenwerking met de justitiële ketenpartners naar mijn mening goed beschreven staat. Zie hieronder:
‘De client weet het zelf vaak het beste' is een uitgangspunt dat ik de laatste jaren op verschillende manieren binnen de hulpverlening terug zie. Deze visie gaat soms moeilijk samen met het uitgangspunt van justitiële zorg en het opleggen van vrijheidsbeperkende voorwaarden. Denk bijvoorbeeld aan de verplichting tot het dragen van een enkelband bij een locatieverbod, of gedwongen vormen van behandeling. Hierbij ligt de nadruk meer op het verlagen van de kans op nieuwe delicten/slachtoffers (het maatschappelijke belang) dan bij de behoeften van de desbetreffende cliënt.
Deze twee verschillende uitgangspunten (of beter gezegd startpunten van zorg) blijken desondanks zeer succesvol samen te kunnen in de hulpverleningstrajecten van de Proeftuin Ruwaard in Oss. Dit is een samenwerkingsverband in de wijk de Ruwaard waar de verslavingsreclassering van NK als één van de partners samenwerkt met GGZ Oost-Brabant, Ons Welzijn Oss, Reclassering Nederland, de Raad van de Kinderbescherming, Bureau Halt, De William Schrikker Groep, Jeugdbescherming Brabant, Gemeente Oss, het OM en de Politie.
In de proeftuin Ruwaard lukt het om de hulpvraag van een wijkbewoner die verdacht wordt van het plegen van een strafbaar feit, te verenigen met het maatschappelijke belang van veiligheid; het voorkomen van recidive (herhaling).
Dit succes is het resultaat van intensieve samenwerking met lokale - niet justitiële – zorgpartners uit de wijk, aan het begin van een mogelijk reclasseringstraject. Mogelijk, want als er tussen de partners overeenstemming is dat hulpverlening buiten een strafrechtelijk kader (lees vrijwillig) vormgegeven kan worden, dan kan ook daartoe worden geadviseerd door de reclassering. Een lokale bekende jeugdwerker sluit soms beter aan dan een ietwat formele reclasseringswerker met een afwijkend accent.
Het gaat om maatwerk, en dat vrijwel direct vanaf het moment van aanhouding. Een burenruzie heeft een andere insteek nodig dan een inbraak met brandstichting.
De Proeftuin Ruwaard sluit naadloos aan op de reclasseringsambities zoals die zijn beschreven door minister van Rechtsbescherming Sander Dekker in zijn kamerbrief van november 2020. De reclassering als verbinder tussen het strafrecht, het lokale sociale domein en de specialistische zorg.
Het lukt in de Ruwaard. De politie merkt dat de leefbaarheid van deze wijk toeneemt. De betrokken partners ervaren trajecten van hogere kwaliteit . Tot slot kost deze werkwijze de samenleving minder geld. Investeren in creatieve samenwerking doet latere zorgkosten dalen .
Voor 2022 is het voornemen om ervoor te zorgen dat de justitiële partijen onderdeel kunnen blijven uitmaken van de Proeftuin Ruwaard. Van gesubsidieerde pilot naar een reguliere werkwijze. Hopelijk ontstaat er spoedig een duurzame financiering voor alle partijen, waarna uitbreiding naar andere wijken in het verschiet ligt.