Platform voor buurtontwikkeling

​Het Netwerkspel

Zo organiseer je een fijn gesprek over sociale contacten
Instrument
afbeelding van Mieke de Lange  
11 juli 2017
Het Netwerkspel

Foto: Rienk Jan Schurer (Flickr Creative Commons)

Het in kaart brengen van het informele netwerk van bewoners met een hulpvraag is niet gemakkelijk voor een medewerker van een wijkteam. Mensen zeggen vaak dat ze niemand hebben en dan houdt het gesprek snel op. Het Netwerkspel helpt.

Bewoners die bij een wijkteam aankloppen zien vaak zelf niet meer welke contacten ze nog hebben en welke mensen dicht bij hen staan. Als opbouwwerker stel ik dan praktische vragen om erachter te komen met wie ze nog contact hebben. Ik vraag ze bijvoorbeeld om hun mobieltje erbij te pakken en te kijken wie in er in de contactenlijst staan. Later vraag ik verder: wie zou je kunnen vragen om te helpen bij het snoeien van de heg? Op die manier worden mensen zich bewust van de hulp die ze aan anderen kunnen vragen.

Voor sociaal werkers met een hulpverleningsachtergrond werkt dat anders. Ze zijn gewend om vanuit zorg- en hulpverlening te denken en zijn er minder bedreven in om het informele netwerk van een bewoner aan te spreken.

Wijkteamwerkers ervaren hoe het is om over sociale contacten te praten

STAMM CMO vroeg ons in 2013 om wijkteammedewerkers te coachen bij het versterken van informele netwerken. We begonnen bij de medewerkers zelf. Hoe ziet jouw eigen netwerk er eigenlijk uit? Hoe is het voor jou om die in kaart te brengen? Zo ervaarden ze hoe het is om zelf vragen voorgelegd te krijgen en waren ze beter in staat zich in te leven in de positie van de bewoner.

We merkten daarbij dat er bij de wijkteamwerkers behoefte was aan een speels en praktisch hulpmiddel. Iets wat je uit je tas kunt pakken, wat op een leuke manier helpt om een gesprek te hebben over sociale contacten. Uiteindelijk is dat Het Netwerkspel geworden. Luchtig, toegankelijk en toepasbaar voor een brede doelgroep.

Zo werkt Het Netwerkspel

 

Je kunt het spel met 1-5 deelnemers spelen. Iedereen krijgt een eigen speelbord. Om de beurt pakt een speler een vragenkaart en leest deze voor. Vervolgens plaatst iedereen zijn pion op het speelbord: de ‘netwerkpizza’, op de plek die voor de speler het beste past. In de legenda kun je opmerkingen plaatsen. De verschillende kleuren geven verschillende soorten steun aan (zoals praktische, emotionele, cognitieve en sociale ondersteuning). Als er meerdere bewoners meespelen kunnen ze van elkaar leren aan de hand van oplossingen en tips. En zodoende kunnen ze elkaar met hun eigen netwerk weer verder helpen.

Een praktijkvoorbeeld van een jongerencoach

Zo speelde een jongerencoach onlangs het spel met een meisje met een licht verstandelijke beperking. Zij gaf telkens aan dat ze niemand had. Maar door het spel te spelen kwam het meisje erachter dat ze eigenlijk best veel mensen in haar netwerk heeft. Zelfs zoveel dat op een gegeven moment het hele bord vol met pionnen stond. Vervolgens kon het meisje bedenken welke contacten voor haar van waarde zijn en hoe ze die contacten onderhoudt. De vraag was nu: durft ze die mensen om hulp te vragen als ze dat nodig heeft en als ze dat doet, hoe doet ze dat dan? En zijn er ook contacten bij die niet zo positief voor haar zijn? Hoe gaat ze daarmee om?

Op een volgend moment dat de jongerencoach weer langskomt, kunnen ze eenvoudig het overzicht er weer even bij pakken. En over een half jaar spelen ze samen opnieuw het spel om te zien wat er veranderd is.

Zonder een juiste houding en met de verkeerde vragen werkt het spel niet. In de training leren sociaal werkers onder andere hoe ze het eigenaarschap bij de bewoner kunnen laten. En ze leren hoe je samen behapbare doelen stelt voor de toekomst. De wens of het verlangen van de bewoner moet te allen tijde het uitgangspunt blijven. Alleen vanuit die intrinsieke motivatie werkt netwerkverbetering.

De training en het spel zijn ontwikkeld door Mariska Kappert en Mieke de Lange. 

Lees meer: