Platform voor buurtontwikkeling

Focus je op het bos of op de bomen?

Hoe werkt het wijkteam aan samenlevingsopbouw?
Praktijkverhaal
afbeelding van Sanneke Verweij  
8 september 2022

Een portret van opbouwwerker Arzu Karadeniz over buurtmaken in een wijkteam. Een verhaal over omgaan met werkdruk, keuzes maken en balanceren tussen focus op individuele problemen (de bomen) en zicht houden op het bos. 

 

Vanaf het moment dat Arzu Karadeniz, opbouwwerker in Almere Haven, Corrossia – theater, bibliotheek, café én werkplek van het gebiedsteam en wijkteam – binnenkomt is het een komen en gaan van mensen. Ze zit met haar laptop in een kantoortje op de eerste verdieping. Achter haar een grote kaart van Almere. De deur is altijd open. Een eindeloze stroom van korte gesprekjes met mensen die langskomen, telefoontjes, even een appje sturen, de Facebookgroep bijhouden en snel even iets regelen. Het is bijna niet bij te houden.

Arzu: ‘De meeste dagen lopen anders dan van tevoren verwacht. Omdat ik met meerdere dingen tegelijk bezig ben komen er altijd weer andere taken bij op mijn to do lijst. Vaak gebeuren er onverwachtse dingen, waar ik meteen iets mee moet.’

Van betekenis zijn voor anderen, dat vindt Arzu belangrijk. Opgeleid als opbouwwerker met een focus op multi-etnisch welzijnswerk, ging ze ruim een kwarteeuw geleden in verschillende functies aan de slag als opbouwwerker. Na een master sociale wetenschappen werkte ze een tijdje op beleidsniveau. Ze miste het werken met mensen en keerde 7 jaar geleden terug naar het opbouwwerk toen in Almere wijkteams opgericht werden.

Rol van opbouwwerk

Arzu is de enige opbouwwerker in het multidisciplinaire wijkteam. Haar wijkteam collega’s zijn veelal individueel georiënteerde hulpverleners – zoals de Wmo-consulent, de maatschappelijk werker of de consulent van MEE. Net als collega’s werkt Arzu vanuit individuele vragen en problemen. Wel vanuit een andere focus: ze kijkt naar structurele oorzaken onder problemen en zoekt naar mogelijke verbinding met een collectieve activiteiten. Bijvoorbeeld toen het wijkteam meermaals merkte dat bewoners passende dagbesteding mistten. Daarom ontwikkelde ze in samenwerking met partners de dagbesteding Kleurrijk Grijs: een huiskamer waar oudere migranten elkaar wekelijks ontmoeten.

In haar werkkamer gaan we dieper in op haar rol als opbouwwerker in het wijkteam: ‘Opbouwwerkers zijn er voor de bewoners, staan naast de bewoners en moeten toegankelijk zijn’ vindt Arzu. Om haar functie goed uit te voeren is Arzu niet bevoegd om Wmo-beschikkingen toe te kennen. Dat helpt om open contact te houden met bewoners omdat ze geen slecht nieuws hoeft te brengen. Natuurlijk zijn er ook andere situaties die de relatie met bewoners beïnvloeden. Bijvoorbeeld wanneer een burenruzie een slangenkuil dreigt te worden: ‘Zo’n situatie kan je als opbouwwerker wel opbreken. Je moet dan voorzichtig en onpartijdig zijn en oppassen wat je zegt en belooft aan bewoners. 

Leercafé Blik op samenlevingsopbouw

Nadat de focus in hulp en ondersteuning jarenlang vooral individueel gericht was, wordt het belang van samenlevingsopbouw weer volop erkend. Maar hoe zet je community building effectief in bij het aangaan van uitdagingen op het gebied van welzijn, duurzaamheid, veiligheid, groen en meedoen? Die vraag stond centraal in het leercafé ‘Blik op samenlevingsopbouw. Uitdagingen en keuzes’ dat Movisie en De Schoor samen organiseerden. Het leercafé vond plaats op 22 november van 13.30 tot 18 uur in Buurtcentrum Filmwijk in Almere.

‘Ik ken ze’

Op de vraag hoe bewoners haar vinden antwoordt Arzu ‘ik ken ze’. Via buurtactiviteiten zoals de plantjesdag of het buurtzingen. Bewoners lopen gemakkelijk even bij haar binnen: kan je me helpen met de aanvraag voor een wijkbudget, waar is de activiteit, ik heb last van mijn buren, onze buurttuin moet gesnoeid worden, het ruilkastje in mijn straat is kapot, waar kan ik werk vinden, wat staat er in deze brief? De vragen zijn talloos. 

Toch stelt niet iedere bewoner gemakkelijk een hulpvraag, weet Arzu. Regelmatig geeft ze informatie en advies over het wijkbudget zodat bewoners zelf een aanvraag kunnen doen. Toch schrijft Arzu ook wel eens zelf de volledige aanvraag als het bewoners niet lukt. Telkens maakt ze de inschatting: ‘Wie heb ik voor me?’. Het ondersteunen van initiatieven van bewoners blijft balanceren: ‘goed luisteren naar bewoners en zaken voor hun doen, maar geen beloftes doen die je niet kunt waarmaken’.

Anders kijken

Arzu laat zien hoe ze Facebook als ‘thermometer’ gebruikt om zicht te houden op wat er speelt bij bewoners, hoe er bijvoorbeeld gedacht wordt over Zwarte Piet of over iets nieuws in de buurt. Ook zit ze in verschillende appgroepjes, van bewoners, buurten of groepen of activiteiten. Ze heeft er nog nooit vervelende ervaringen mee gehad. Soms bellen mensen op vreemde tijdstippen met een vraag of de activiteit doorgaat of zo, maar dat is dan ook alles. Dit raakt ook aan de manier waarop ze kijkt. ‘Als opbouwwerker ben ik gewend vanuit de samenleving te kijken. Individuele werkers kijken meer vanuit gezin, individu.’ Dit is een wezenlijk ander vertrekpunt. Juist doordat Arzu dus dicht bij bewoners staat, benoemt ze hoe belangrijk het is je plaats te realiseren: ‘Wij zijn een passant in het leven van de bewoners. Want zij leven hun eigen leven en leven met elkaar samen in de wijk met de vraagstukken die dat zich meebrengt’.  

‘Het blijft vaak aan je kleven’

Het komt niet als verrassing dat Arzu met een duizelingwekkende hoeveelheid partners samenwerkt: van vrijwilligers tot consulent Werk & Inkomen, van de woningbouwvereniging tot actieve bewoners, van de politie tot GGZ-instellingen, van wijkverpleegkundigen tot diverse medewerkers van de gemeente, van een actieve bewonerscommissie tot een taalvrijwilliger van een inloopactiviteit. 

Arzu zoekt verband tussen individuele problemen en zet haar contacten in om ‘korte klappen te maken’ door de juiste personen met elkaar in contact te brengen. Zij noemt die werkwijze ‘verbinden, makelen en schakelen’. Ze hoorde bijvoorbeeld van wijkverpleegkundigen gebrek aan betaalbare warme maaltijdservice voor ouderen aan huis. Daarom zocht Arzu contact met het leerwerkbedrijf in de buurt en ontwikkelde met hen een huis-aan-huis maaltijdservice tegen een goede prijs. Als zo’n initiatief eenmaal draait is het de vraag hoe je het overdraagt aan een professional of vrijwilliger met tijd en ruimte. Arzu is eerlijk over de inzet die dat vraagt; ‘het blijft vaak aan je kleven’.       

‘Als je het heel druk hebt met zoveel bomen, dan komt er ook nog eens iemand die het hele bos erbij trekt’

Werkdruk, het bos en de bomen

Ondanks het succes blijft het lastig om collega wijkteamleden mee te krijgen in haar manier van werken als opbouwwerker. Naast hoge werkdruk zijn personeelswisselingen niet bevorderend om met het team deze collectieve manier van werken eigen te maken. 
Arzu: ‘Iedereen is druk, er zijn veel meldingen. Eigenlijk zouden ze met mij mee moeten gaan, om een beter beeld te krijgen van opbouwwerk en het nut ervan voor hun werk in te zien’. Grappend trekt ze de vergelijking met het bos en de individuele bomen; ‘als je het heel druk hebt met zoveel bomen, dan komt er ook nog eens iemand die het hele bos erbij trekt’. 

‘Je kunt dat blijven signaleren en agenderen maar er verandert niets’

Toch is het werken voorbij individuele problemen nodig volgens Arzu. De focus van het wijkteamwerk ligt op microniveau, zoals de huisbezoeken. Als opbouwwerker is ze ook actiever op mesoniveau: zoals de inloop of wijkactiviteiten. Vroeger was er meer aandacht voor het macroniveau; het structureel samenwerken en beïnvloeden van beleid. Nu zijn er bijvoorbeeld veel signalen over huisvesting en dak- en thuisloosheid; ‘je kunt dat blijven signaleren en agenderen maar er verandert niets.’ 
Structureel samenwerken aan een oplossing blijft tijdrovend ook al heeft Arzu goede contacten met medewerkers van de gemeente; ‘het beïnvloeden van beleid en het agenderen van terugkerende problemen zijn lange en taaie processen.’

Inmiddels is het einde van de dag in zicht. Ons gesprek wordt onderbroken door een bewoner die nog gauw komt vragen of er als nieuws is over haar aanvraag voor het wijkbudget. Er wachten nog wat onbeantwoorde mailtjes en telefoontjes. Door het raam ziet Arzu buiten de buurtambassadeur staan die ze nog op haar bellijstje heeft staan. Ze loopt vlug van de trap en regelt snel nog wat met hem. 

Sanneke Verweij volgde Arzu van oktober tot december 2021 en sprak met haar over haar werk in het kader van De Terugkeer van Samenlevingsopbouw.

Meer lezen en leren over de terugkeer van de samenlevingsopbouw?

afbeelding van Sanneke Verweij  

Sanneke Verweij

Onderzoeker bij Movisie op het gebied van burgerbetrokkenheid, sociaal werk praktijken en professionele besluitvorming.