Platform voor buurtontwikkeling

Een Haarlemse opbouwwerker leert collega’s buurtgericht te werken

Hoe gaat dat in de praktijk?
Praktijkverhaal
afbeelding van Sterre ten Houte de Lange  
afbeelding van Annette van den Bosch  
30 januari 2017
Een Haarlemse opbouwwerker leert collega’s buurtgericht te werken

Foto: schaaflicht (Flickr Creative Commons)

 

 

Sociaal werkers in wijkteams zijn vaak experts in individuele hulpverlening. Ze zijn daardoor minder bekend met buurtgericht werk. Een opbouwwerker leert daarom haar collega’s de waarde van een bakkie koffie in de buurt.

 

Samenwerking tussen sociale (wijk)teams en buurtbewoners en buurtinitiatieven is een van de methodes om preventief en wijkgericht werken goed vorm te geven. Juist deze samenwerking blijft nogal eens achter in de ontwikkeling van sociale (wijk)teams. Wat valt er te leren van dit succesverhaal uit Haarlem?

Een brede blik is essentieel voor het wijkteam

Met een thermoskan koffie en een campingtafeltje de wijk in. Buurtbewoners uitnodigen voor een kop koffie en een goed gesprek. Je moet het maar durven. Opbouwwerker Eva van der Randen en haar team deden het. Zo maakte het wijkteam zich bekend bij de buurtbewoners en werden ze er nog een stukje wijzer van ook.

De basis voor deze directe werkwijze kwam voort uit de training DichtErBij. Deze training is gericht op de kennis, vaardigheden en houding die de sociale professional nodig heeft om preventief te werken en aan te sluiten bij wat een cliënt (nog) kan, met of zonder hulp van zijn sociale netwerk. Van der Randen was enthousiast over deze training: ‘Het begint allemaal bij het bewustzijn van de medewerker. Het vergt een brede blik om te kijken vanuit wat iemand kan en wil. Dat is essentieel voor het wijkteam. Als opbouwwerker ben ik dat meer gewend.’

Samen werken aan de wijkgerichte aanpak

Van der Randen is opbouwwerker bij welzijnsorganisatie Dock en maakt vanaf het eerste begin deel uit van het wijkteam Noord-Zuid in Haarlem. Zij pakt binnen het team de opbouwwerkachtige werkzaamheden op en draagt aan haar collega’s over hoe zij preventief en collectief kunnen werken. Van der Randen: ‘Het voelt af en toe wel dubbel: ik neem het werk mee in mijn team, maar ik neem het team ook mee in mijn werk.’

Het wijkteam bestaat uit: een maatschappelijk werker, een ambtenaar Wmo en Werk & Inkomen, een wijkverpleegkundige, een sociaal raadsman en een medewerker cliëntondersteuning. Deze sociale professionals zijn van oudsher meer thuis in het inspelen op individuele hulpvragen. Vandaar dat de inbreng van Van der Randen een nuttige aanvulling is op hun werkzaamheden. Ieder teamlid werkt achttien uur per week in het sociale wijkteam en voor de rest werken ze voor de moederorganisatie. Gezamenlijk geven ze vorm aan de wijkgerichte aanpak.

Het team sluit aan bij wijkgerichte activiteiten

Het wijkteam heeft het eerste jaar nadrukkelijk gewerkt aan het ontwikkelen van een meer brede blik: de wijk en haar bewoners. Bij het opstarten van het team hebben ze een sociale kaart gemaakt. En ‘netwerk’ staat wekelijks als agendapunt op de teamvergadering. De insteek is altijd: wat kan en wil het team doen aan wijkgerichte activiteiten en waar wil iemand op aansluiten? Van der Randen vertelt ook over de laatste ontwikkelingen in het aanbod van vrijwilligersorganisaties en zij legt met name verbindingen met dagbesteding, activering, opvoedondersteuning, welzijn op recept en maatjesprojecten. Op deze manier vervult ze een communicatierol binnen het team, maar ook tussen het team en de omgeving.

De basis van wijkgericht werken is het bouwen aan een netwerk, vindt Van der Randen. En kennis van dat netwerk is nodig om aan te kunnen sluiten bij wat iemand kan en wil. Door iemands wens te verbinden aan een persoon of aan een activiteit, werk je aan het vergroten van iemands participatie en welzijn. De opbouwwerker geeft het voorbeeld van een mevrouw die door schulden een laag zelfbeeld had en weinig naar buiten durfde. Door haar te begeleiden naar vrijwilligerswerk, waarin ze anderen tot steun kon zijn en als vraagbaak fungeerde voor anderen, voelt deze vrouw zich nu een stuk sterker en is zij beter in staat aan haar problemen te werken.

Manieren om te bouwen aan het netwerk in de wijk

Contacten leggen en een netwerk opbouwen kost tijd. De wijkteamleden maken daarom waar mogelijk tijd vrij om de wijk in te gaan. Enerzijds zoekt het team verbinding met professionals en vrijwilligers die contact hebben met bewoners. Anderzijds richt het team zich op de wijkbewoners zelf. Bijvoorbeeld door bij te dragen aan De Buurtcamping. Dat is een breed, landelijk initiatief waarbij bewoners voor één weekend het stadspark omtoveren tot buurtcamping. Door aanwezig te zijn op de buurtcamping Nelson Mandelapark Haarlem Noord, heeft het wijkteam een aantal nuttige contacten opgedaan met actieve buurtbewoners.

'Bakkie in de Wijk'

Contact zoeken met bewoners is niet voor alle leden van het team even vanzelfsprekend of makkelijk. Van der Randen ziet het dan ook als haar rol om haar collega’s ‘mee te nemen in de waarde van het gesprek’.

Halverwege dit jaar heeft Van der Randen met haar teamleden een aanpak ontwikkeld om gemakkelijker kennis te maken met bewoners in de wijken: het ‘Bakkie in de Wijk’. Op een tijdstip dat werd aangekondigd in een huis-aan-huisflyer, trok het hele wijkteam met een campingtafeltje en kannen koffie en thee de wijk in. In duo’s werd huis aan huis aangebeld om zich voor te stellen en het gesprek aan te gaan over wat de buurtbewoner vindt van de wijk: of hij het team kent, of hij weet wat er speelt. Bewoners werden ter plekke uitgenodigd om een bakkie te komen doen.

De waarde van gesprekken

Van tevoren had Van der Randen het team goed voorbereid: hoe stel je je voor, waar ga je het gesprek over aan? Hoe sluit je aan bij wat de bewoner je vertelt? Achteraf keek het team gezamenlijk welke informatie er uit de buurt is opgehaald. Wat is de waarde van de gesprekken, welk beeld is er ontstaan, wat is het effect geweest, welke concrete vragen en aanknopingspunten zijn er gehoord?

‘De eerste keer was ik redelijk nerveus om aan te bellen en wisten we niet goed wat we ervan moesten verwachten. De tweede keer is dat al een stuk makkelijker’, vertelt Tom Reedijk die als sociaal raadsman in het team zit. ‘Het ‘Bakkie in de Wijk’ is een mooie start om zicht te krijgen op bewoners die mogelijk een hulpvraag hebben, en welke krachten er in de buurt aanwezig zijn. Ik kwam laatst bij een Marokkaanse mevrouw met autisme. Zij wilde graag een Nederlandse taalcursus volgen, maar kwam daar vanwege haar Portugese paspoort niet voor in aanmerking. Vroeger had ik daar niet echt een oplossing voor gehad, maar nu heb ik haar aan een taalmaatje kunnen koppelen. Door breed naar een wijk en haar bewoners te kijken, zijn we minder gefocust op het probleem of de hulpvraag en zie je eerder andere oplossingen.’




Lees verder in de publicatie Toeval bestaat niet.

Lees meer over:
afbeelding van Sterre ten Houte de Lange  

Sterre ten Hout...

<div>&nbsp;</div> <div> <p>Sterre is socioloog en freelance journalist bij o.a. voor het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken, Vileine.com, Buurtwijs en Elsevier.