Platform voor buurtontwikkeling

Doen is sneller dan praten

Burgerinitiatieven en de belofte van versnelling
afbeelding van Maria van der Harst  
20 juni 2019
Doen is sneller dan praten

Foto: stock (123rf)

Hoe duurzaam zijn bewonersinitiatieven? Een vraag die gemoederen bezig blijft houden. Maria van der Harst deed er onderzoek naar en zoomt hierbij in op de prangende kwestie van snelheid in relatie tot duurzaamheid.

 

Bewoners die actief zijn in burgerinitiatieven zien zichzelf graag als vlot en daadkrachtig. Ook breder in het publieke debat verschijnen lokale initiatieven als dynamische spelers die versnelling brengen. De belofte is dat vlotte, hands-on doeners stroperige, bureaucratische overheidsprocessen omzeilen of doorbreken. Tot op zekere hoogte kan het vasthouden aan een stevig tempo gunstig uitpakken voor de initiatieven zelf. Het streven naar een hoog tempo kan echter ook met een prijs komen.   

Met een grotere rol voor buurt- en dorpsinitiatieven op onder meer het gebied van zorg & welzijn, komt ook regelmatig de vraag naar voren hoe duurzaam dit soort initiatieven eigenlijk zijn. Hoe lang blijven initiatieven bestaan? In een recent uitgekomen onderzoeksrapport van de Universiteit voor Humanistiek komen deze vragen aan de orde. Eén van de conclusies lichten we uit in deze blog, namelijk de prangende kwestie van snelheid.  

Vlot en daadkrachtig

Het bereiken en vasthouden van een zeker tempo is belangrijk voor actieve bewoners om zelf gemotiveerd te blijven, maar ook omdat dit het bestaan van het initiatief legitimeert. De kracht van het initiatief ligt volgens hen voor een belangrijk deel in het behalen van zichtbare, en - bij voorkeur - aansprekende resultaten. Initiatiefnemers zijn er immers aan begonnen om iets te bereiken, iets bij te dragen aan de wijk of het dorp.

Initiatiefnemers verwijten de gemeente traagheid en stroperigheid en willen het zelf beter doen

Om de eigen snelheid te benadrukken, zetten zij zich regelmatig af tegen anderen die zij zien als (trage) praters, ‘niet-doeners’ of zelfs ‘passievelingen’. Het bekendst is wellicht het contrast met de gemeente en gelieerde organisaties zoals zorg- en welzijnsinstellingen. Initiatiefnemers verwijten de gemeente traagheid en stroperigheid en willen het zelf beter doen.

Gebrand op snelheid

Het zijn echter niet enkel de betrokken actieve bewoners die het belang van snelheid benadrukken. Ook bestuurders, gemeenteambtenaren en raadsleden lijken onderscheid te maken tussen de ‘logge’ gemeente en vlotte wendbare bewonersinitiatieven. Het is volgens hen een risico dat initiatieven als ze groter worden ook log en traag worden. Het meest gewaardeerd lijken de initiatieven die weten te ontsnappen aan praatsessies, de handen uit de mouwen steken en klein genoeg zijn om vlot en dynamisch te blijven.

Het bereiken van doelen en tonen van (vlot behaalde) zichtbare resultaten achten bewoners een belangrijke voorwaarde voor continuïteit van een initiatief. Vanaf de start is er aandacht voor het maken van de eerste, zichtbare slagen. Waar het lukt om al snel zichtbare resultaten te tonen, draagt dat bij aan het enthousiasme voor het initiatief en het geloof dat het initiatief iets voor elkaar krijgt. Vlotte successen kunnen een initiatief zelfs in een stroomversnelling brengen. Een gunstige stemming rondom het initiatief komt de moraal ten goede, meer mensen melden zich om waardering uit te spreken of actiepunten op te pakken. Actieve bewoners zijn kortom gebrand op snelheid omdat ze ervan uit gaan dat het enthousiasme van de start anders weg kan ebben, of de steun van buren of dorpsgenoten afneemt.

Zich voorbij rennen

Het lukt echter lang niet altijd de gewenste snelheid aan te houden. Al snel kunnen verschillen in capaciteiten om ‘snel te gaan’ tot spanningen leiden tussen betrokken bewoners. En onenigheden, of zelfs conflicten, met de gemeente gaan niet zelden over verschillen in snelheid of doorlooptijd.  

Verschillen in capaciteiten om ‘snel te gaan’ kunnen tot spanningen leiden tussen betrokken bewoners

Moeilijkheden dienen zich ook aan voor initiatieven als ze ‘te snel’ gegaan zijn in de opstartfase en vergeten zijn eerst te bouwen aan het ‘fundament’ van het initiatief. Een te grote snelheid in de beginfase blijkt een bedreiging voor het verduurzamen van initiatieven.

Ten slotte roept het streven naar snelheid de vraag op wie er nog aan mee kunnen doen. Heeft men, in de haast om resultaten te boeken nog het geduld om minder snelle buurtgenoten aan boort te houden? Hoeveel aandacht is er voor het verkennen of adresseren van eventuele tegengeluiden uit het dorp of de buurt?

Meer lezen?

In een recente publicatie presenteren onderzoekers van de Universiteit voor Humanistiek de bevindingen van een kwalitatief onderzoek dat zij hebben uitgevoerd in vijf gemeenten in Noord-Brabant: Landerd, Boxtel, Sint-Michielsgestel, Bernheze en Helmond. Twee centrale thema’s stonden in deze studie centraal: de duurzaamheid en democratische legitimatie van burgerinitiatieven.

De onderzoekers bespreken in het onderzoeksrapport vier beloftes waarvan doorgaans gedacht wordt dat burgerinitiatieven die waarmaken:

1. Belofte van vernieuwing
Burgerinitiatieven zouden zorgen voor nieuwe activiteiten en voorzieningen: inhoudelijk nieuw, op een nieuwe manier tot stand gekomen en/of voor nieuwe doelgroepen.

2. Belofte van versnelling
Burgerinitiatieven zouden sneller en krachtdadiger kunnen opereren dan gevestigde organisaties en instituties.

3. Belofte van gelijkheid
Burgerinitiatieven zouden zorgen voor meer gelijke verhoudingen, bevrijd van de hiërarchie van gevestigde organisaties en instituties.

4. Belofte van solidariteit
Burgerinitiatieven zouden nieuwe vormen van solidariteit genereren, zowel tussen mensen die elkaar al kennen of op elkaar lijken als tussen van elkaar verschillende groepen.

Lees meer over:
afbeelding van Maria van der Harst  

Maria van der Harst

Onderzoeker burgerinitiatieven - Betrokken bij vragen rondom duurzaamheid en democratische legitimatie.

Lees meer: