Platform voor buurtontwikkeling

Voorvechter van bewoners macht: Henk Cornelissen

Iconische buurtmakers
Artikel
afbeelding van Henk Krijnen  
19 januari 2022

Het gaat niet om de tekortkomingen van de bewoners, maar om hun ongebruikte potenties. Deze mantra omarmt Henk Cornelissen al vroeg als opbouwwerker en voert deze door tot diep in alle haarvaten van de grootste bewonersorganisatie: het LSA.

 

De bewoners verdienen meer zeggenschap over de kwaliteit van leven en wonen in de eigen buurt. Dit kenmerkende geluid van het Landelijk Samenwerkingsverband Actieve Bewoners (LSA) klinkt inmiddels vertrouwd in de oren. Niet verrassend dat in hun reactie op het nieuwe regeerakkoord de nadruk hierop ligt. Maar zo’n dertig jaar geleden was dit wel even anders. Toen was deze benadering geen gemeengoed. 

De denkwereld van Henk

De drijvende kracht achter het huidige gedachtegoed van het LSA is de ex-opbouwwerker Henk Cornelissen (1949). Midden jaren tachtig maakt hij zijn opwachting op het landelijke podium, dat dan nog wordt gedomineerd door het professionele opbouwwerk. Als Brabants opbouwwerker wordt hij actief in het LSA (de A staat dan nog voor Aandachtsgebieden) waaraan hij vanaf 1989 25 jaar leiding geeft. 

Henk is een opbouwwerker pur sang. Vanaf het begin van de jaren tachtig is zijn werkterrein Woensel-West, een Eindhovense stadvernieuwingswijk met fikse sociale problemen. Net als in een heleboel andere volkshuisvestingswijken in die tijd willen de bewoners dat hun huizen worden gerenoveerd in plaats van gesloopt. Henks organisatietalent blijkt uit de manier waarop hij samen met hen de strijd aanbindt. Hij schiet niet in de - voor die jaren gebruikelijke - radicale actiestand, maar zoekt in samenwerking met de bewoners naar een praktische uitweg.

Woensel-West is voor Henk Cornelissen, ietwat oneerbiedig gezegd, een ware proeftuin. Hij krijgt hier in de praktijk de ins en outs van het buurtgerichte werk onder de knie. Zijn overtuiging is dat een opbouwwerker praktisch en positief moet zijn, en dat het nodig is om een herkenbare werkwijze te ontwikkelen die aanslaat bij de bewoners. 

Kernmoment in de geschiedenis

Deze overtuiging van Henk illustreert een grotere ontwikkeling binnen het opbouwwerk van dat moment. Het vakgebied raakt vanaf de jaren tachtig in de verdrukking. Er is kritiek op de bureaucratisering en overinstitutionalisering van de professie. Critici spreken geringschattend over ‘subsidieverslaving’ en ‘betaalde oppositie’. In deze habitat worden de eerste zaadjes geplant voor de grootste bewonersorganisatie die we vandaag kennen: het LSA. 

De oprichting van het LSA kan - achteraf gezien - getypeerd worden als een kernmoment in de geschiedenis van het opbouwwerk. Het LSA laat het radicalisme en het heersende probleemdenken achter zich. Niet langer gaat het om de tekortkomingen van bewoners, maar om hun ongebruikte potenties. Deze radicale omkering zorgt voor een stortvloed aan LSA-projecten, zoals een bewonersnetwerk met landelijke politici genaamd Tweede Kamerleden adopteren een wijk. Ook de jaarlijkse Landelijke Bewonersdagen maken school, net als de bewonersbedrijven, de buurthuizen in zelfbeheer en de bewonersvouchers. En niet te vergeten: de buurtrechten, waaronder het momenteel populaire right to challenge dat zelfs op de eerste pagina van het regeerakkoord Rutte IV is opgenomen als ‘uitdaagrecht’. 

Oog voor paradoxen

Maar Henk is – zoals een goede opbouwwerker betaamt – niet voor één gat te vangen. Hij heeft nadrukkelijk oog voor paradoxen. Bewoners staan voor hem centraal, maar goede professionals zijn onmisbaar. Een opbouwwerker moet loslaten, maar ook richting geven. Hijzelf is de verpersoonlijking van een dergelijke ambivalente opbouwwerker: proactief en terughoudend tegelijkertijd. 

'Henks kracht is een heldere boodschap met een hoge ‘plakfactor’ en hij weet in zijn communicatie subtiel werkgebonden paradoxen te verweven.'

Het verhaal dat Henk Cornelissen vertelt, is kristalhelder en hij gelooft er echt in. Het is geen studeerkamer-verhaal, maar het is in de praktijk beproefd. Het is doorleefd. Des temeer overtuigingskracht krijgt het doordat hij zijn ideeën weet om te zetten in een aansprekend alternatief aanbod.

Ontegenzeggelijk heeft hij een broertje dood aan dure, bedilzuchtige professionals. Toch weet hij van het wantrouwen in de professionals iets positiefs te maken. Ze moeten bewoners gaan faciliteren. Ook van zijn aversie tegen te veel invloed van bovenaf weet hij iets productiefs te maken. Systeemafhankelijkheid dient vermeden te worden, maar geld is onontbeerlijk, evenals steun van politici en maatschappelijke ambassadeurs. In lokale bestuurders en in corporatiedirecteuren vindt hij nieuwe bondgenoten. Henks kracht is niet alleen dat hij een heldere boodschap uitdraagt, met een hoge ‘plakfactor’, maar ook dat hij op subtiele wijze dergelijke werkgebonden paradoxen in zijn stijl van communiceren weet te verweven. 

Terug van weggeweest

Als coördinator van het LSA introduceert Henk rond de eeuwwisseling de Amerikaanse ABCD-methode in Nederland. De methode gaat uit van de eigen kracht van bewoners, gekoppeld aan een slim gebruik van de aanwezige middelen en netwerken in een buurt. Cornelissen geeft de aanpak de naam Wijkontwikkeling op eigen kracht. Hij nodigt de bedenker ervan, de Amerikaanse hoogleraar John McKnight, uit naar Nederland en neemt zelfs een aantal bewoners mee naar Chicago om aldaar op training te gaan.

Inmiddels is de benadering van het LSA mainstream geworden. Dat is zeker niet alleen de verdienste van Henk Cornelissen. Henk legt er mede de basis voor, maar vanaf 2005 heeft het LSA het tij mee. Winsemius timmert met zijn rapport Vertrouwen in de buurt aan de weg en wordt minister, Ella Vogelaar tilt een landelijk wijkenbeleid van de grond, van regeringswege wordt de participatiemaatschappij afgekondigd en het begrip burgerkracht begint aan een furoretocht in welzijnsland.

Wat roet in het eten gooit, is de drastische verandering van het politieke klimaat. Een gure neoliberale wind waait door welzijnsland. Het opbouwwerk decimeert, de sociale buurtinfrastructuur brokkelt af en de individuele hulpverlening overvleugelt de samenlevingsopbouw. Maar anno 2022 ziet het LSA weer een lichtpunt: ‘Na jaren van afwezigheid doet de wijkaanpak gelukkig weer haar intrede in het regeerakkoord.’

Henk verlaat even stilletjes het opbouwwerktoneel als hij het betreedt. In 2014, als het LSA een gerespecteerd instituut is geworden, neemt hij afscheid. Onopvallend, zoals bij hem past. Maar zijn ideeën klinken door, zelfs in de LSA reactie op het regeerakkoord. Het is duidelijk: Henk Cornelissen mag al jaren met pensioen zijn, invloed heeft hij nog steeds.

 

Serie iconische buurtmakers

 

Wie heeft er een blijvend stempel gedrukt op de samenlevingsopbouw? Grondleggers en voortrekkers zijn belangrijk voor de ontwikkeling van een vakgebied. Voor buurtwijs portretteert Henk Krijnen buurtmakers die op een eigenzinnige en unieke manier hun sporen hebben verdiend.

 

 

Lees meer over:
afbeelding van Henk Krijnen

Henk Krijnen

Mijn hart ligt bij het buurtwerk. Een buurt is voor mij iets vanzelfsprekends. Ik groeide erin op. De verbondenheid met het buurtwerk begon eind jaren zestig, (jazeker, in die opstandige periode!) in de wijk waar nagenoeg mijn hele familie woonde.
afbeelding van Henk Krijnen  

Henk Krijnen

Mijn hart ligt bij het buurtwerk. Een buurt is voor mij iets vanzelfsprekends. Ik groeide erin op. De verbondenheid met het buurtwerk begon eind jaren zestig, (jazeker, in die opstandige periode!) in de wijk waar nagenoeg mijn hele familie woonde.