Platform voor buurtontwikkeling

De collectieve strijd tegen de krottenkoning van Rotterdam

Welke rol speelt opbouwwerk bij woonprotesten?
Praktijkverhaal
afbeelding van Peter Rensen  
15 november 2021
Protest over woningmarkt en woningtekort

Onlangs gingen duizenden mensen de straat op om zich uit te spreken tegen de huidige wooncrisis. Hoe ging dat in de jaren 70? En welke rol nam het opbouwwerk daarin?

 

Het is eind jaren 70, de tijd van grootschalige stadsvernieuwing in Rotterdam. Brede wegen worden aangelegd en oude wijken gesloopt. Dick Fennis - sigaar, bontjas, jaguar en woonachtig in Wasse-naar - grijpt zijn kans en koopt duizenden panden in de oude wijken in Rotterdam. In afwachting van de sloop, verhuurt hij deze woningen en wacht op de verkoop ervan die hem miljonair zal maken. Maar het loopt anders.

Te mooi om waar te zijn 

De woningen van Fennis gaan als zoete broodjes, maar de bewoners ontdekken vrij snel dat ze met een beruchte huizenspeculant te maken hebben. Administratiekosten krijgen ze niet terug, onderhoud aan de - veelal in slechte staat verkerende - woningen wordt niet of nauwelijks gedaan. Wie moeilijk doet, krijgt te maken met intimidatie. Het gaat Fennis overduidelijk niet om de huurders, maar om de waarde van de woningen wanneer deze gesloopt gaan worden.

Wie durft?

De jaren 70 worden ook gekenmerkt door de huurdersverenigingen, de sociaal advocaten en de opbouwwerkers. De onrust onder de bewoners wordt dan ook opgemerkt door verschillende opbouwwerkers. In hun wijk overleggen bespreken ze deze signalen en zij komen er snel achter dat deze praktijken breder zijn dan enkele individuele gevallen. 

Andere Tijden portretteert direct betrokkenen, onder wie een opbouwwerker. Samen met andere opbouwwerkers mobiliseert hij een aantal actieve bewoners, en neemt zo het voortouw in de strijd tegen Fennis. Dankzij goede contacten met de lokale pers en vele lijntjes naar de bewoners, weten ze steeds meer bewoners te bereiken die zich verenigen in de bewonersorganisaties die acties begint te ondernemen tegen Fennis. De basis voor een lange weg van strijd is gelegd.  

In het hol van de leeuw

Naast mobiliseren van de bewoners, spelen de opbouwwerkers ook een rol in het mobiliseren van de organisaties die de bewoners kunnen ondersteunen. Mede door hun inzet zetten de huurdersverenigingen de gemeente ertoe aan om Fennis aan te schrijven voor de achterstallig onderhoud. Doet hij er niks aan, dan repareert de gemeente het op Fennis’ kosten. Helaas blijkt Fennis geen cash geld te hebben, maar vooral veel hypothecaire leningen op zijn potentieel kapitaal. De vorderingen van de gemeente leveren dus niet veel op en Fennis gaat tegen elke aanschrijving in beroep. 

Bewoners besluiten daarom zelf de confrontatie aan te gaan en ondernemen een busreis naar Wassenaar waar Fennis woont. Een verregaande actie. Fennis is alleen niet thuis daarom worden de protest-pamfletten door het WC-raam geduwd. Het gaat de bewoners niet alleen om gezien te worden, maar ook om de eisen duidelijk onder de aandacht te brengen.

Ook Jo Boer, de oermoeder van het opbouwwerk, pleitte voor opbouwwerk dat bewoners moest helpen om zichzelf effectief te organiseren en zich vrijelijk een mening te vormen. Bekijk hier het portretten van Jo Boer en andere iconische buurtmakers die een blijvend stempel hebben gedrukt op de samenlevingsopbouw.

Er is veel politie, maar de sfeer is en blijft goed. De bewoners gaan rustig naar huis en zingen onderweg: ‘Er moet nu iets gebeuren, we wachten al zo lang. En dan zal Fennis vallen, want hij is maar alleen en wij zijn met z’n allen. Kijk maar ‘ns om je heen!’

Tevergeefs, ook deze actie maakt niet het verschil. Ondertussen wordt er druk overlegd met de ge-meente en op de achtergrond werken advocatencollectief, huurdersvereniging en opbouwwerk sa-men. De bewoners voelen zich gesteund en besluiten een stap verder te gaan. Ze bezetten het kantoor van de Westland Utrecht Hypotheekbank, de bank die een groot deel van de leningen van Fennis blijkt te financieren. De acties krijgen steeds grotere bekendheid.

Bewoners staan er niet alleen voor

Om de druk op te voeren wordt, met hulp van een advocatencollectief die de juridische procedures voor de bewoners doet, een samenwerkingsverband van bewoners opgericht. Er wordt geen huur meer aan Fennis betaald, maar deze wordt gestort in dit samenwerkingsverband. Fennis derft daardoor honderdduizenden guldens aan inkomsten. 

Ondertussen blijven de bewoners met de hulp van de opbouwwerkers actie voeren en de bouw- en woningtoezicht aanschrijven. De pers zit er bovenop. Uiteindelijk is ook voor de banken de maat vol. Wanneer Fennis zijn hypotheken niet meer kan afbetalen, laten ze hem vallen. Het pokerspel van de krottenkoning is uit en Fennis is genoodzaakt om 2000 panden voor ruim 30 miljoen aan de gemeente te verkopen. Toch gaat ook dit bijna mis.

Gewone mens vs het grootkapitaal

Op de openbare veiling waar de panden van Fennis worden geveild, willen andere speculanten de huizen van Fennis opkopen. De bewoners laten zich dat niet gebeuren en gaan ook naar het veiling-huis.

In de Andere Tijden documentaire vertelt bewoner en activist Emile: ‘Die zaal zat dus vol met… hoe zeg je dat netjes ‘makelaars’. Wij met z’n allen ernaartoe. Met wel 150 à 200 mensen. Wij willen dat de gemeente die huizen koopt. Overal agenten, politiehonden. Wij mochten er niet in. De burgemees-ter greep in: het is een openbare veiling, iedereen mag naar binnen. 

Wij zaten overal verspreid door de zaal. We gingen om en om iets doen. Ik zat naast mevrouw Hoogenboezem uit de Gerrit van der Lindenstraat. Maar die was hartstikke zenuwachtig. Kun je je voorstellen: een paar honderd mensen in de zaal en dan in je eentje opstaan en iets doen. Ik zeg tegen mevrouw Hoogenboezem: ‘Het lukt wel, gewoon opstaan en iets doen, maakt niet uit wat.’ En mevrouw Hoogenboezem staat op en zegt ‘Boe’. Gewoon boe. Op dat moment is de veilingmeester net aan z’n taks. Die werd me toch boos. Hamer stuk. Direct een agent naar mevrouw Hoogenboezem. ‘Nou,’ zegt mevrouw Hoogenboezem, ‘dat is wel erg overdreven. Ik zeg alleen maar boe’. 

De panden worden uiteindelijk opgekocht door de gemeente. Het spel is echt uit. De val van de Rotterdamse krottenkoning leert ons dat de inzet en volharding van de bewoners cruciaal is, maar dat deze staat of valt bij de betrokkenheid en steun vanuit het maatschappelijk veld. Het opbouwwerk was daarbij steeds aanwezig als een stille kracht om bewoners te helpen het zelf te doen.  

Lees meer over:
afbeelding van Peter Rensen

Peter Rensen

<p>Projectleider Effectieve sociale interventies Movisie Socioloog en verslaggever</p>
afbeelding van Peter Rensen  

Peter Rensen

Ik ben werkzaam bij Movisie als programmaleider Effectiviteit en vakmanschap en onder andere betrokken bij de databank Effectieve sociale interventies. Doel van dit project is de kwaliteitsverbetering van aanpakken in het sociaal domein.