Platform voor buurtontwikkeling

Contactleggingskunde om bubbels te doorbreken

Een pleidooi voor gearrangeerd contact
Blog
afbeelding van Radboud Engbersen  
5 september 2019
Contactleggingskunde om bubbels te doorbreken

Foto: stock (123rf)

Gelijkgestemden zoeken elkaar graag op. Maar contact leggen met mensen die anders zijn dan jou is te leren. Radboud Engbersen ziet een cursus contactleggingskunde wel zitten.

 

Sociale wetenschappers delen weinig zekerheden met elkaar. Maar over één ding zijn ze het eens, en dat is dat mensen het liefst onder gelijkgestemden verkeren. Tegelijkertijd zijn lokale politici en beleidsmakers het op hun beurt hartgrondig met elkaar eens dat het een slechte zaak is als hun bewoners alleen maar met gelijkgestemden willen optrekken. De bestuurder of beleidsambtenaar die deze hokjesgeest wil doorbreken, krijgt snel het etiket Don Quichote opgeplakt, maar ik schaar me graag aan zijn zijde, want onze zogenaamde natuurlijke neiging tot segregatie verdient tegenspel.

Soort zoekt soort, houden de sociologen ons voor. Mensen willen gelijken als buren hebben, aldus Groenman in 1959

Maar lastig is het wel. Soort zoekt soort, houden de sociologen ons voor. De socioloog Groenman schreef al in een opstel uit 1959 over de sociale opbouw van wijken dat mensen gelijken als buren willen hebben en dat het mengen van sociale klassen niet meer dan een sympathiek droombeeld is.

Nadien heeft de sociologie ons weinig ander nieuws gebracht. De vorige directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau, Paul Schnabel, had het regelmatig over de behoefte aan Ons Soort Mensen, afgekort OSM. En de VROM-raad suggereerde tien jaar geleden in het advies Wonen in ruimte en tijd (2009) dat het wonen onder gelijkgestemden als dominante culturele trend zou verhevigen. Afgesloten woondomeinen, themawijken en etnische woon-zorgcomplexen waren daar voorbeelden van.

Zorgelijke beschouwingen van sociologen over kloven

Maar de laatste tijd lees ik van diezelfde sociologen steeds meer zorgelijke beschouwingen over kloven, toenemende segmentering, gescheiden werelden, ruimtelijke uitsortering, polarisatie en groeiende sociaaleconomische tegenstellingen. Vooral hoger opgeleiden zoals ik zouden zich met OSM omringen, waarbij we steeds gemakkelijker door technologische ontwikkelingen (internet, sociale media) al die lastige anderen die niet op ons lijken fysiek weten te vermijden.

Wat kan je eraan doen? Je ziet dat gemeenten het ideaal van de gemengde wijk weigeren los te laten en meer dan voorheen marktkrachten proberen te corrigeren door met quota te werken (zoveel koopwoningen, zoveel sociale huurwoningen in het middensegment, zoveel sociale huur). Dat is niet eenvoudig, omdat de sociale huursector in omvang is teruggelopen en de manoeuvreerruimte van woningcorporaties aan banden is gelegd.

Vooral hoger opgeleiden zouden zich met Ons Soort Mensen omringen, waarbij we steeds gemakkelijker door technologische ontwikkelingen al die lastige anderen fysiek weten te vermijden

Met een gemengde wijk is er nog geen contact

Maar met een gemengde wijk is er nog geen sprake van contact, ontmoeting en vruchtbare onderlinge kruisbestuiving. Die les hebben de sociologen er wel ingestampt. Is de verschansing en dekking van mensen voor andere groepen echt niet weg te halen? Ik heb dat jaren geleden met anderen onderzocht; we hebben natuurlijk niet het ei van Columbus gevonden, maar wel iets wat we toen enigszins balorig ‘contactleggingskunde’ hebben genoemd. Kern van contactleggingskunde is subtiele regie, ofwel het gearrangeerde contact.

Overwaardering van spontane contacten

We hebben toen vastgesteld dat er een overwaardering is van spontane contacten en dat we geregisseerde contacten te gemakkelijk afdoen als onnatuurlijk. Maar met strategieën van subtiele regie in settings van onderwijs, kerkelijk leven, opbouwwerk en mentoraatsprojecten bleek het wel degelijk mogelijk om klassenoverstijgende contacten te leggen. Heel diep gingen die contacten veelal niet, maar er was een ontmoeting en een begin van een gesprek.

Het ging eigenlijk vooral ook om wat taalkundigen en antropologen ‘fatische communicatie’ noemen, dat wil zeggen het leggen en openhouden van communicatiekanalen. Ogenschijnlijk gaan dit soort uitwisselingen nergens over, maar mensen zijn wél met elkaar in gesprek. In plaats van afgeschermd allerlei vooroordelen en fantasieën te construeren over groepen en personen die ze nooit zien en ontmoeten.

‘Alles goed? Alles goed!’

De gesprekken tussen mij en mijn Turkse buurman gaan ook bijna altijd nergens over (‘Alles goed?’ ‘Alles goed!’, ‘Ook alles goed met de kinderen?’ ’Ja ook alles goed!’ et cetera), maar soms is er een moment van verdieping en praten we over vaderschap, ouder worden en de schoonheid van de wisseling van de seizoenen. We kunnen wel degelijk groeps- en klassenoverbruggende contacten leggen, en als we het niet kunnen, dan kunnen we het leren.

Allemaal aan de contactleggingskunde, bij voldoende belangstelling begint Movisie snel met de eerste cursussen.

Radboud Engbersen is expert sociaal domein bij Movisie. Dit artikel verscheen eerder op Sociale Vraagstukken.

Lees meer over:
Inclusie, Opbouwwerk of bekijk onze nieuwsbrief
afbeelding van Danielle van Oostrum

Danielle van Oostrum

Ik werk als communicatieadviseur bij Movisie. Voor Buurtwijs verzorg in de webredactie, onderhoud ik het Facebookaccount en maak ik de nieuwsbrieven.
afbeelding van Radboud Engbersen  

Radboud Engbersen

Radboud Engbersen (expert Sociaal Domein van Movisie) probeert in zijn werk een brug te slaan tussen wetenschappelijk kennis en praktijken van sociaal werk.

Lees meer: