Platform voor buurtontwikkeling

Buurtkrant beweegt mee

Praktijkverhaal
15 mei 2023
Foto van kranten

Credits: Robert Lagendijk

Buurtkranten verdwijnen langzaam maar zeker van het toneel. Deze huis-aan-huisbladen zijn echter van grote waarde voor de buurt en haar bewoners. Hoe weet hoofd- en eindredacteur Roos Hendriks het enthousiasme voor de buurtkrant OpNieuw in de Amsterdamse Nieuwmarktbuurt vast te houden?

 

Nederlanders zijn over het algemeen geïnteresseerd in lokaal nieuws (Commissariaat voor de Media, 2022). Ook mensen die doorgaans minder geïnteresseerd zijn, hebben een voorkeur voor nieuws uit hun directe omgeving. Buurtkranten worden daarom goed gelezen. Vooral papieren kranten doen het goed bij ouderen. Voor 18 procent van de respondenten van dit onderzoek is het huis- aan-huisblad de enige informatiebron. Uit onderzoek van de Gemeente Amsterdam (2017) blijkt ook dat mensen die buurt- en wijkkranten lezen een hogere mate van verbondenheid met de buurt ervaren. Maar er zijn al langer zorgen over het verdwijnen van huis-aan-huisbladen. Een rondje Google leert dat veel kranten worden opgedoekt en grote uitgeefconcerns het huis-aan-huiskranten in de etalage zetten.

Belang voor de buurt

Kortom: buurtkranten hebben het moeilijk. Vrijwilligers zijn moeilijk te vinden en de drukkosten rijzen de pan uit. Het voortbestaan is deels afhankelijk van een subsidiepotje van de gemeente. De oudste buurtkranten in Amsterdam zijn met zevenenveertig jaar de van oorsprong krakerskranten PijpKrant en de Staatskrant. Andere buurtkranten hebben hun oorsprong in het welzijnswerk, weer andere zijn opgezet door ondernemers. Buurtkranten delen doorgaans informatie over woonspreekuren en hulpverlening. En natuurlijk is daar ook altijd de buurtagenda. Buurtkranten brengen hyperlokaal nieuws en zitten in de haarvaten van de buurt of het dorp. Het taalgebruik is voor iedereen prima te begrijpen en voor veel bewoners is de buurtkrant de enige krant die op de mat valt.

Verdwijnende kranten zijn slecht nieuws, aldus de Amsterdamse wethouder Lokale Media, Shula Rijxman, onlangs tegen AT5: ‘Buurtkranten bieden niet alleen informatie, maar vergroten ook de betrokkenheid van bewoners bij de buurt. Dit heeft een positieve invloed op de deelname aan buurtactiviteiten, imagoverbetering van de buurt, maar bijvoorbeeld ook op het tegengaan van eenzaamheid. Het college zet zich in voor een structurele oplossing.’ OpNieuw, de buurtkrant voor de Amsterdamse Nieuwmarktbuurt, is zo’n informatieve krant waar bewoners vier keer per jaar naar uitkijken. ‘Het is een gratis krant voor de buurt en door de buurt,’ vertelt Roos Hendriks, 71 jaar en de stuwende kracht achter het blad. Ze woont sinds 1980 in de Nieuwmarktbuurt en is sinds tien jaar eindredacteur, hoofdredacteur en ook nog voorzitter van het bestuur. De krant die sinds 1983 bestaat en in een oplage van vijfduizend wordt verspreid, wordt gerund door vrijwilligers. ‘En belangrijk: we zorgen dat de krant ook bij de politiek terechtkomt. De Stopera leest mee!

Foto: Duizendpoot Roos Hendriks op haar werkplek

Zware geschiedenis

De Nieuwmarktbuurt kent een zware geschiedenis. Na de oorlog kwam het plan om de wijk – die toch al sterk verkrot was, af te breken zodat er stadsvernieuwing kon plaatsvinden. Huizen en grote panden werden gekraakt. Na enorme veldslagen met politie en ME wonnen uiteindelijk de krakers. Hendriks: ‘OpNieuw was een initiatief van vrouwen uit de buurt toen begin jaren tachtig de wederopbouw van de buurt begon. Omdat dat hele proces met veel inspraak gepaard zou gaan was een buurtkrant wenselijk. Veel communicatie in de buurt verliep in die tijd nog via radio, telefoon en briefjes.’ De eerste jaren dat OpNieuw verschijnt, wordt de toon sterk bepaald door de actievoerders uit de buurt. Dat geluid blijft nog jaren de boventoon voeren. Hendriks: ‘Toen ik begon bij OpNieuw voelde ik het als een last dat ik net als mijn voorgangers moest actievoeren in de krant. Maar het blad en de makers hadden in de buurt eigenlijk een imagoprobleem. Men vond OpNieuw te activistisch, te negatief. Alleen de problemen veranderden door de jaren: de sociale woningbouw wordt uitgehold, sociale woningen worden verkocht en er komen yuppen in de buurt wonen. Er is veel autoverkeer, veel toeristen, veel horeca.’

Meebewegen met de yuppen

Het lukt Hendriks – die het werk voor OpNieuw ook maar in haar mik kreeg geschoven – aanvankelijk niet om genoeg enthousiaste vrijwilligers te vinden. Daar heeft ze vervolgens hard voor moeten knokken, vertelt ze. Lange tijd moest ze de krant in haar eentje drijvend houden. Pas als ze de omslag van het blad gebruikt als een smeekbede voor nieuwe vrijwilligers lukt het weer de gemeenschapszin boven water te krijgen en komt er opnieuw een enthousiast team. Wat bleek: er zijn jonge gezinnen in de buurt komen wonen.

Zij hebben zich ontfermd over de speeltuinvereniging en van daaruit wordt OpNieuw nu met veel enthousiasme verspreid. De jonge bewoners willen juist wel iets voor de krant doen – schrijven, fotograferen, maar dan met mooie interessante verhalen over hun fijne buurt en de leuke bewoners.’ En de krant om actie te voeren tegen de rijke patsers in dikke auto’s die de huizen in de buurt opkopen? Dat is van later orde, vindt Hendriks. ‘Eerst moet een nieuwe generatie echt een band met de buurt krijgen. Het is een buurtblad, dus als er meer jonge mensen, meer toeristen en meer yuppen in dikke auto’s in de wijk komen dan bewegen we daarin mee.’


Dit artikel is afkomstig uit digitaal magazine Terug naar de basis - over het versterken van buurten.

Lees meer over: