Platform voor buurtontwikkeling

Buurthuizen zijn het ‘ecosysteem’ van een sociale buurt

Wat maakt een buurthuis succesvol?
Artikel
afbeelding van Arthur van Vliet  
4 mei 2017
Buurthuizen zijn het ‘ecosysteem’ van een sociale buurt

Foto: Wijkvereniging Tuinwijk (Flickr Creative Commons)

Buurthuizen zijn allang niet meer alleen de traditionele gemeenschapshuizen van weleer. Nu bewoners het zelf doen, ontstaan er nieuwe plekken. Deze zijn niet éénvormig, maar het zijn innovatieve mengvormen van uiteenlopende functies geworden. Een paar voorbeelden.

Bij wijkcentrum Brukske in Venray lopen de Somalische, Turkse, Marokkaanse en Nederlandse gemeenschappen dwars door elkaar. Die verschillende groepen kwamen in het oude Brukske, een ‘donker wijkcentrum met lage plafonds’ – niet over de vloer. Maar inmiddels weten ze hun weg er wel naartoe te vinden. Dit is een belangrijk (en actueel) doel voor veel buurthuizen: nieuwe doelgroepen binnenkrijgen en ze laten deelnemen, in plaats van hen alleen iets voor hun eigen gemeenschap te laten organiseren.

Of zo’n missie slaagt, is afhankelijk van verschillende factoren. Bij Brukske hielp het dat een Iraniër in het nieuwe bestuur plaatsnam, wat een multicultureel sneeuwbaleffect tot gevolg had. In Den Haag groeide De Mussen, het oudste buurthuis van Nederland, mee met zijn buurt. De Haagse Schilderswijk transformeerde in de loop de jaren tot een cultureel diverse wijk met de nodige spanningen – De Mussen ontpopte zich daarbinnen tot ‘safe zone’ voor mensen van verschillende afkomst.

Verhuur is meer dan een manier om geld te verdienen

Voor de een is verhuur niets meer dan een bron van inkomsten, voor de ander is het één van de belangrijkste raisons d’être: ruimteverhuur. Zoals bij pionier ’t Schöpke. Dit wijkcentrum in Venray zat verscholen op de begane grond van een groot pand, ergens in een hoekje. Buurtbewoners kwamen niet op activiteiten af, maar voor het huren van ruimtes bleek wel animo. Dankzij gewijzigd beleid hebben nu diverse groepen van allerlei pluimage nu een plek om zelf iets te organiseren. Er ontstaan daardoor nieuwe ontmoetingen, waardoor het weer makkelijker wordt om vrijwilligers te vinden voor het beheer van het gebouw.

Verhuur kan betekenen: contacten onderhouden met de lokale yogaclub, de biljartvereniging of een schildercursus. Maar ook is het mogelijk om de kinderopvang, een naaiatelier voor vrouwen met een migratieachtergrond, of de lokale politiek die een vergaderlocatie zoekt, binnen te halen. Want verhuur is meer dan een manier om geld te verdienen. Door te selecteren voor welke activiteiten je plaatsmaakt in je ruimtes, beteken je iets voor de buurt.

Buurthuis als opstap naar de arbeidsmarkt

‘Niet om arrogant te doen’, stelt Christina Terpstra, voorzitter van buurthuis Het Voorhof in Delft, ‘maar ik denk dat wij het af en toe beter doen dan de mensen van de welzijnsorganisatie. Want wij doen het híer, op de werkvloer. We lopen tegen dingen aan. We struikelen, we moeten opstaan. En daardoor begrijpen we soms beter hoe de praktijk werkt dan de mensen die daar achter hun bureau van alles idealistisch zitten te bedenken en dat vervolgens loslaten op de buurt.’

Een buurthuis runnen is hard werken, maar het is ook een leerzaam proces. Voor veel mensen is de tijd in het buurthuis een nieuwe manier om hun professionele vaardigheden in te zetten voor een goed doel. Voor anderen betekent het zelfs de start van een nieuwe carrière. Bij Her-Ontdekt in Rotterdam bijvoorbeeld, kon een van de initiatiefnemers een nieuw bedrijfje starten om haar zelfgemaakte spullen te verkopen. Of bij ONS in Breda, waar mensen zonder werk aan de slag konden in de horeca, diploma’s halen en zo, al werkend, terugkeren naar de arbeidsmarkt.

En bij sommige plekken hoeft er niet zo’n concreet eindresultaat te zijn. Bij De Nieuwe Jutter in Utrecht bijvoorbeeld, vinden kwetsbare burgers een ‘veilige cultuur’, zo vertelt buurtpastor Titus Schlatmann. Buurtbewoners die vanuit het oude welzijnswerk gewend zijn om als object, als lijdend voorwerp behandeld te worden, krijgen er nu de leiding.

‘In het buurthuis hoeven zorgbehoevenden zich geen patiënt te voelen’

Steeds meer buurthuizen beginnen voorzichtig te kijken naar dagbesteding als activiteit om te ontwikkelen. In Limburg zet Spirato, vereniging van zelfstandige Limburgse gemeenschapsaccommodaties, zich vol in voor bewonersinitiatieven die iets willen betekenen voor de ouderen in hun buurt. In Brabant moedigt ’t Heft wijkaccommodaties aan om eens te kijken naar de mogelijkheden voor oudere bewoners. En bij de Nieuwe Jutter is de Ouderensoos uitgegroeid tot een wekelijkse activiteit.

Buurthuis als ‘ecosysteem’ van een sociale buurt

Het buurthuis is een plek waar zorgbehoevenden zich geen patiënt meer hoeven te voelen. Ze vinden er zorg in hun eigen buurt, met de mensen die ze vaak al tientallen jaren kennen. En het mes snijdt aan twee kanten. Kees Jongmans, oud-voorzitter van ’t Heft, benadrukt dat de participatie van bewoners veel groter wordt. Kees Fortuin, actief op meerdere fronten in Utrecht, spreekt van een ‘ecosysteem’, waarin bijvoorbeeld een voormalig dakloze een baantje vindt als kok voor de ouderen in de buurt.

Met zijn plek midden in de samenleving heeft het buurthuis ook een signaleringsfunctie. De vrijwilliger achter de bar kan misschien het eenzame gevoel bij een bezoeker niet wegnemen, maar kan hem of haar wel in contact brengen met de professionele zorg waarmee het buurthuis samenwerkt.

Wat maakt een buurthuis succesvol?

‘Ik vind een buurthuis succesvol’, vertelt de expert van Beheer je Buurthuis Frank Metsemakers, ‘als het zijn eigen programmering ter discussie durft te stellen. Niet: “maar dat doen we al jaren zo”. Daardoor blijf je veel te veel hangen in oude programmering. Neem bijvoorbeeld de bridgeclub die op woensdagmiddag komt bridgen. Dat is niet handig, omdat dan de kinderen vrij zijn van school. Dat is dus het enige moment om jongerenactiviteiten te organiseren. Dan moet die bridgeclub dus verhuizen naar een andere dag. Succesvolle buurthuizen zijn buurthuizen die oude afspraken ter discussie durven te stellen.’

Maar hoe beslis je welke nieuwe afspraken je maakt? Hoe beslis je wat voor buurthuis je wordt? Die beslissing kun je zelf maken. De kracht van een zelfstandig buurthuis is dat er decentrale initiatieven worden georganiseerd, activiteiten vanuit buurtbewoners voor buurtbewoners. Luister daarom naar je bezoekers, kijk wie je doelgroep is.

‘Je wilt weten welke betekenis het heeft voor bezoekers om naar je buurthuis te komen’, stelt onderzoeker Astrid Huygen. Een behoeftepeiling, een buurtenquête, regelmatig inspraakbijeenkomsten organiseren – het buurthuis is van de buurt, en de
buurt weet wat het nodig heeft.’

 

Drie jaar lang ondersteunde het LSA bewoners in het zelf beheren van een buurthuis. Dit artikel en andere kennis, ervaringen en verhalen vind je in de publicatie Beheer je Buurthuis.

Lees ook 'Lessen van het ondernemende buurthuis'

Lees ook 'Zo zorg je dat geld goud wordt voor de buurt'
afbeelding van Arthur van Vliet  

Arthur van Vliet

Voor het Landelijk Samenwerkingsverband Actieve bewoners (LSA) houd ik mij bezig met het project Beheer je buurthuis, over kennisdeling rondom zelfbeheer van wijkaccommodaties.