Platform voor buurtontwikkeling

In beweging

Hans Hoogvorst over 40 jaar ervaring in het buurtwerk
Interview
afbeelding van Tanja Bubic  
12 december 2017
In beweging

Foto: Joneser005 (Flickr Creative Commons)

Mijn eerste kennismaking met Hans Hoogvorst was tijdens een leergang bij de School voor Gebiedsgericht Werken. We ontmoetten elkaar weer op het Krachtproef festival in oktober. Daar ontdekte ik dat Hans ook wel de ‘rockster van het opbouwwerk’ wordt genoemd en dat hij bezig is met een boek.

 

'Ik heb veel verhalen die ik af en toe kwijt moet.' Zo begon Hans toen ik hem vroeg wat hem tot het schrijven heeft bewogen. Hans vertelt anekdotisch over zijn verworven wijsheden. Met zijn boek hoopt hij zijn inzichten te delen met de toekomstige generatie. ‘Ik zie een herhaling van de tijd’, zegt hij. ‘We leven weer in een tijd van prestatieafspraken en resultaten. Een tijd waar geen ruimte is voor de vraag ‘hoe gaat het met jou?’ Aandacht voor jou als persoon. Het doet me denken aan de tendens die heerste in de jaren ‘80 en ‘90.’

Cover van het boek 'In Beweging'

 

Een hart onder de riem

Met zijn boek In beweging wil Hans mensen die iets voor elkaar willen krijgen in de wijken en buurten een hart onder de riem steken. Hij roept op tot onafhankelijk denken. Lef hebben. Ruzie maken. Eigen grenzen respecteren. Hoogvorst: ‘We hebben nu ook de tijd mee. Er is een grote vraag naar buurtwerkers en hun opdracht is om het vertrouwen te herstellen tussen de overheid en de bewoners. Alleen…die opdracht werkt niet! Alles is tegenwoordig dichtgespijkerd waardoor er geen ruimte is voor buurtwerk. Buurt- en gebiedswerk kan niet functioneren binnen het keurslijf dat op dit moment leidend is en dat opgelegd wordt door de instellingen en, indirect, door de financiers (gemeentes, red.).’

Wat kan in deze paradoxale situatie betere houvast geven dan de praktijkverhalen? Daar kunnen mensen zich in herkennen. Theorie is een afstandelijke abstractie van de werkelijkheid. Ook mooi, maar voor veel mensen hangt de wereld juist van gebeurtenissen aaneen. Anekdotes waren dan ook fijne bouwstenen voor Hoogvorst bij het schrijven van In beweging. Na vier decennia kijk je toch echt anders terug op je ervaringen. Je trekt er andere lessen uit, zo is de ervaring van Hans.

Leerschool: de kraakbeweging

‘De kraakbeweging heeft mij geleerd om te gaan met uiteenlopen mensen.’ Van huis uit had Hans al meegekregen dat er verschillen zijn in de samenleving en dat er ook in Nederland zoiets als een ‘klassenmaatschappij’ bestond. Maar communiceren met verschillende groepen leerde hij pas echt toen hij als twintigjarige huizen kraakte voor gezinnen die in verpauperde omstandigheden in Haarlem woonden. Via de kraakbeweging ontdekte Hans hoe je toegang kunt krijgen tot nieuwe netwerken die je nieuwe mogelijkheden bieden. Je komt in aanraking met mensen die heel anders zijn, maar met wie je opeens gewoon een biertje blijkt te kunnen drinken en waar je gewoon een spelletje kunt doen. Het praktische karakter van het kraken maakte dat mensen met verschillende achtergronden en standpunten zich toch verbonden voelden. Het was essentieel om uit je cocon te kruipen. Om geen vooropgezette mening te hebben over mensen. Dat deze niet goed of slecht zijn alleen omdat ze tot een bepaalde kring behoren.

 

Hans Hoogvorst

 

Bingo draaien, stoelen sjouwen

Dit gegeven ziet Hans ook terug in het buurtwerk en gebiedsgericht werken: ‘Je moet je niet te goed voelen om mee te doen met de mensen in de buurt. Ook al betekent dat dat je gevraagd wordt om een avond Bingo te draaien of met stoelen te sjouwen. Dit zou nooit goedgekeurd worden door het management, maar juist door die ruimte te pakken als sociale werker of participatiemedewerker (van de gemeente, red.) ontstaat er mogelijkheid om mensen echt te leren kennen en een plek binnen de gemeenschap te verwerven.’ Tot zijn teleurstelling ziet Hans hoe die ruimte de afgelopen jaren werd ingeperkt en hoe dat ten koste ging van het benutten van potentie van werknemers en van kansen in de buurten.

Durf ruzie te maken als je merkt dat je grenzen worden overschreden.

Ontzieling van onze betrokkenheid

Dit geldt ook voor de bewonersbetrokkenheid. Daar waar in het verleden vrijwilligers het kloppende hart waren van het buurtwerk (tijdens de verzuiling), zie je hoe de (terechte) komst van de sociale wetgeving leidde tot de inzet van georganiseerde, gefinancierde krachten die het (onterecht) overnamen van de bewoners die het vrijwillig deden. Dit was in eerste instantie een goede ontwikkeling, maar het is doorgeschoten. De vrijheid om het zelf te doen werd weggenomen en de overheid begon zich in toenemende mate te bemoeien met de onderlinge relaties in de samenleving. Door de ‘organisatiedrang’ van de overheid werd betrokkenheid van de bewoners ontzield.

Het is dan ook op zijn minst opmerkelijk dat er nu geroepen wordt dat mensen het zelf moeten doen. De ruimte die mensen rest in het publieke domein is zo klein geworden dat het niet meer gaat. Hoogvorst: ‘De overheid kan dan weliswaar dingen niet meer doen, maar de vrijwilligers uit de tijd van de verzuiling zijn niet meer oproepbaar.’ De betrokkenheid is de buurtbewoners destijds uit handen genomen waardoor we het vrijwillige betrokken-zijn verleerd lijken te zijn en dat we nu vooral het gevoel hebben dat we ‘recht hebben’ op overheidsdiensten.

Onderzoek je beweegruimte

Het kraken in Haarlem was iets concreets voor Hans waarmee je iets kon doen aan de ongelijkheid: ‘Je kon werkelijk iets beteken. Je had invloed!’ Volgens Hans zie je dit ook terug in een wijk. Een wijk is een micro-wereld. Door de schaalgrootte en de diversiteit heb je meer invloed en dus meer effect. ‘Ik zeg tegen iedereen: kijk naar waar je invloed op kan hebben. Onderzoek je beweegruimte. Wie bevindt zich in je directe omgeving? Wie heeft welke contacten? Welke ‘assets’ zijn aanwezig? Er is namelijk meer ruimte dan we denken. We vinden het alleen eng om die te benutten.’

Ga conflict niet uit de weg

Hans vindt daarom dat we het onze werkgevers best wat lastiger mogen maken: ‘Neem desnoods bewoners mee als je geen stoelen mag sjouwen, zoals in het voorbeeld in het boek. Durf ruzie te maken als je merkt dat je grenzen worden overschreden. Het is namelijk wel je leven dat je misschien aan het verdoen bent! En vergeet daarbij niet dat je salaris betaald wordt van gemeenschapsgeld. Durf te staan voor de verantwoordelijkheid die je over jezelf en over de samenleving draagt.’

Onthoud: het niet zeker zijn van je zaak siert je!

 

 

Ik sluit het gesprek af met de vraag naar de meest dierbare les van Hans. ‘Poeh… als sociaal werker bevind je je natuurlijk vaak in lastige situaties: je werkt in lastige buurten, met mensen die uiteenlopende belangen hebben. Het is niet altijd mooi en leuk. Het kan soms heel frustrerend en moeilijk zijn. Hou je grenzen daarom goed in de gaten! En onthoud: het niet zeker zijn van je zaak siert je! Je hoeft het niet alleemaal per se zelf te weten.’

Het boek In beweging is geschreven door Erik Lugtmeijer en is te vinden op de site van de School Voor Gebiedsgericht Werken. Ook kan het hier worden gedownload.

 

afbeelding van Tanja Bubic  

Tanja Bubic

Als sociale ontwerper creëer ik ruimte die uitnodigt om de ander in een ander daglicht te zien dan dat we dat gewend zijn. Ik doe dat door het gebruik van het woord, beeld, maar ook de fysieke omgeving waarin we elkaar ontmoeten. Meer over mij?

Lees meer: