Platform voor buurtontwikkeling

ABCD-methode is actueler dan ooit tevoren

Wat kunnen we leren van het verleden?
Artikel
afbeelding van Peter Rensen  
5 januari 2021
houten figuren van mensen en huisjes

Hoe komt het toch dat interventies komen en gaan? De opkomst en ondergang van de ABCD is een leerzame casus. En belangrijker: we hebben een nieuwe kans om te leren van de fouten uit het verleden, want ABCD is momenteel razend populair.

Assets, hulpbronnen, spelen een centrale rol bij de uitvoering van de aanpak Asset-Based Community Development. Als onderzoeker bij Movisie volgde ik uit interesse een dagcursus ABCD. Cormac Russell, de onvermoeibare pleitbezorger en trainer van ABCD in Europa, stuurde ons de eerste dag van de cursus de wijk in. Rond Buurthuis De Nieuwe Jutter in Utrecht gingen we op zoek naar hulpbronnen in de buurt. Met drie cursisten knoopten we gesprekken aan met passanten en inwoners. 

Bij terugkomst zetten we onze inzichten letterlijk op de kaart: daarmee hadden we een tweede belangrijke stap gezet: asset-mapping. De Rivierenwijk begon voor ons te leven. De wijk bleek vol te zitten met kleurrijke personen, welwillende inwoners, gekke initiatieven en supermarkten die best bereid leken een bijdrage te leveren aan ‘de mensen’ in de Rivierenwijk. 

Hulpbronnen als startpunt

Een jaar later volg ik een driedaagse cursus ABCD in Deventer. Ik leerde meer over de visie van ABCD. Russell laat er geen twijfel over bestaan: wanneer je niet de moeite neemt om de hulpbronnen van een wijk te ontdekken, ben je niet bezig met het toepassen van ABCD. In elke wijk, in elk dorp hebben de bewoners en gebruikers de talenten, de vaardigheden en de mogelijkheden om te bouwen aan een prettige en stimulerende leefomgeving. Het is aan de sociaal professional om die krachten op te laten bloeien. Met of zonder medewerking van autoriteiten of buurtbonzen. 

De decentralisatie van het sociaal domein is altijd verdedigd met de belofte van nabijheid en het benutten van de eigen kracht van burgers. Met de inzet op hulpbronnen lijkt ABCD hier een positieve bijdrage aan te kunnen leveren. De vraag is: gebeurt het ook in Nederland? 

Neem je het heft in handen en blijf je staan als sociaal professional wanneer het niet van een leien dakje loopt om hulpbronnen te betrekken?

Het maakt nogal wat uit of je over hulpbronnen praat, of dat je er ook iets mee doet. Ga je echt de wijk in, durf je dat aan, maak je een kaart? Neem je het heft in handen en blijf je staan als sociaal professional wanneer het niet van een leien dakje loopt om hulpbronnen te betrekken? Dat vraagt een stevige wijkprofessional. En dus een degelijke opleiding en structurele ondersteuning van ABCD als visie en methodische onderlegger voor buurtmaken. 

Opkomst en ondergang

Sinds een jaar of vier is ABCD zeer populair in Nederland. De vraag van professionals naar kennis erover is zo toegenomen dat het LSA, de vereniging van en voor actieve bewoners, een ABCD-academie in het leven roept. Op veel plekken werken sociaal professionals geïnspireerd door de uitgangspunten van ABCD. Dat komt dus wel goed, want met deze ontwikkeling komt de belofte van nabijheid nabij. Toch is dat twijfelachtig.

Al eerder was ABCD zeer populair in Nederland. Jan Steyaert en anderen hebben de korte geschiedenis van ABCD tussen 2000 en 2005 opgetekend in een sprekende, sociologische casusbeschrijving. Zij laten zien hoe de aanpak in vijf jaar opkwam en onderging. In de prachtwijken van Ella Vogelaar stond de kracht van de wijk centraal. Missie en visie van ABCD liepen gelijk op met het beleidsparadigma en ABCD werd omarmd. In vrijwel alle grote steden werd met ABCD of verwante aanpakken geëxperimenteerd. Onderzoekers liepen mee, maakten kritische kanttekeningen en vonden lichte bewijsvoering voor werkzaamheid. Beleid, onderzoek en praktijk discussieerden over ontwikkelrichtingen. ABCD-achtige aanpakken werden ‘uitgerold’ naar 27 projectgebieden verdeeld over 16 steden. Maar met de val van de wijkenaanpak, raakte ook ABCD en de varianten daarop in onbruik. En waren we terug bij af.

Leren van het verleden

Tien jaar later is ABCD terug. Was het rond de eeuwwisseling op de golven van de wijkenaanpak; ditmaal is het op de golven van collectief, preventief werken, van de sociale basis en het voorveld. Opnieuw kan het beleid wel wat nabijheid en eigen kracht gebruiken en wordt het van origine Amerikaanse paard van stal gehaald. 

Oude onderzoeken worden uit de bibliotheek gehaald

Beleidsmakers raken weer geïnteresseerd, het ministerie van BZK laat onderzoek doen naar de impact. Onderzoekers gaan het weer volgen. Oude onderzoeken worden uit de bibliotheek gehaald. Ik ben nu zelf één van die onderzoekers. Samen met LSA vernieuwen we de beschrijving van ABCD in de databank Effectieve sociale interventies. We lezen nationaal en internationaal onderzoek om bewijs te vinden voor de werkzaamheid. Net als tien jaar geleden. Zelden herhaalt de geschiedenis zich zo precies. 

Jan Steyaert zei het al: ‘De omloopsnelheid van nieuwe methodieken is vaak beperkt tot vijf à tien jaar’. Gelukkig is vaak niet altijd. We kunnen leren van het verleden. Het is nu zaak om de cyclus van opkomst en ondergang te doorbreken. Ruimte bieden aan langdurige experimenteren, volgen en verbeteren van deze stevig uitgewerkte vorm van community development. Om te leren over de mogelijkheden en onmogelijkheden van het benutten van eigen kracht in wijken en dorpen.   

afbeelding van Peter Rensen  

Peter Rensen

Ik ben werkzaam bij Movisie als programmaleider Effectiviteit en vakmanschap en onder andere betrokken bij de databank Effectieve sociale interventies. Doel van dit project is de kwaliteitsverbetering van aanpakken in het sociaal domein.

Lees meer: