Platform voor buurtontwikkeling

De bedreigde stad

Studie roept belangrijke vragen op voor sociale sector
Blog
afbeelding van Radboud Engbersen  
8 mei 2020
De bedreigde stad

In dit essay kijkt Radboud Engbersen wat de sociale sector kan leren van het onderzoek naar de maatschappelijke impact van corona op de stad Rotterdam.

 

 

De corona-uitbraak heeft onze wereld verkleind. We moeten het vooral doen met ons eigen huis, het ommetje in de buurt en het rondje op de fiets. Voor deze nabije wereld hebben we meer oog gekregen. Blind en doof liepen we er altijd langs, nu valt de bloeiende boom op en  horen we het gekwinkeleer van de merel. Maar hebben we ook meer oog gekregen voor de mensen om ons heen, in het bijzonder de kwetsbaren? De onlangs verschenen studie 'De bedreigde stad' over de maatschappelijke impact van COVID-19 op (met name) de stad Rotterdam geeft daarover eerste wetenschappelijke informatie. Voor de sociale sector is de informatie uiterst relevant, juist ook door de vragen die de studie oproept.  

Nieuwe kwetsbare groepen

De studie baseert zich op survey-gegevens die kort na de lockdown online zijn verzameld. Grote delen van de bevolking van Rotterdam blijken – niet helemaal verrassend - bevreesd te zijn voor hun positie en gezondheid. Niet alleen de traditioneel kwetsbare groepen voelen zich geraakt (en worden de facto getroffen), ook nieuwe groepen voelen zich in hun existentie bedreigd door besmetting en baan- en inkomensverlies. De onderzoekers wijzen op een ‘bedreigde middengroep’. Het gaan om zzp-ers, middelbaar opgeleiden met een (boven)modaal inkomen, bewoners die in de vrije sector huren en tijdelijk werkenden die uitzicht hebben – of hadden - op een vaste baan. 

Onder de koek van welvaart smeulde al langer een proces van groeiende sociale ongelijkheid. Nu heeft de coronacrisis een volgende mokerslag uitgedeeld.

Het is goed te realiseren dat de corona pandemie ons treft in een periode van hoogconjunctuur met historisch lage werkloosheidscijfers, maar tegelijkertijd in een periode van groeiende bestaansonzekerheid. Voor velen was de situatie al onvast en was het wiebelen en financieel koorddansen in tijdelijke onzekere banen. Bovendien waren maatschappelijk tegenstellingen zich al aan het verscherpen. SCP-directeur Kim Putters gebruikt daarvoor het beeld van de veenbrand. Onder de koek van welvaart smeulde al langer een proces van groeiende sociale ongelijkheid. Nu heeft de corona-crisis een volgende mokerslag uitgedeeld en is de situatie voor meer groepen precair geworden. En de huidige kwetsbaren wonen niet langer in perifere gebieden en aandachtswijken, maar ook in hippe stadsbuurten en economisch krachtige regio’s. 

Wederkerigheid bepalend voor solidariteit

Opbouwwerkers wezen in het verleden vaak op de zegeningen van een dreiging van buitenaf. Die dreiging was welkom om onderlinge solidariteit te smeden. Nu hebben we te maken met een dreiging van ongekende proporties. Staan we in onze buurten schouder aan schouder met de velen die in het bestaansonzekere schuitje zijn beland? Tot op zekere hoogte zijn de gelederen gesloten leert 'De Bedreigde Stad' ons. De coronacrisis heeft voor meer hulptroepen gezorgd. In het bijzonder jeugdigen en personen met een hoger opleidingsniveau en een hoger inkomen zijn meer gaan helpen. Maar de studie brengt ook in beeld dat er Rotterdammers zijn die aangeven (veel) minder dan voorheen hulp te ontvangen dan vóór COVID-19. Bovendien is onze solidariteit vooral gericht op familie en vrienden, iets minder op buren en nog weer minder op onbekenden. Voorts wijzen de onderzoekers erop dat we uit eerder onderzoek weten dat degenen die veel hulp geven, ook degenen zijn die veel hulp ontvangen. Wie zelf niet in staat is tot wederkerigheid lijkt ook in deze coronatijd buitenspel te staan. Zo ontnuchtert de studie. We hadden wellicht op meer definitief en onomstotelijk bewijs gehoopt – zeker met alle hartverwarmende en ontroerende mediaberichten op het netvlies – dat onze solidariteit juist ook de meest kwetsbaren had bereikt. 

Wie zelf niet in staat is tot wederkerigheid lijkt ook in deze coronatijd buitenspel te staan

Buurtrelaties lijken verbeterd? 

Eenzelfde nuchtere boodschap heeft de studie over de kwaliteit van de sociale relaties in een buurt. Kan de buurt bescherming bieden in een tijd van crisis? Internationale literatuur over ‘community resilience’ biedt daarvoor aanknopingspunten. Uit 'De Bedreigde Stad' leren we dat opvallend veel Rotterdammers vinden dat de relaties in de buurt sinds de crisis (veel) beter zijn geworden. Maar het zijn vooral gepensioneerden en hogere inkomensgroepen die dat vinden, terwijl uitgerekend de respondenten die hun gezondheid zelf als ‘slecht of matig’ inschatten – dus zij die juist gebaat zijn bij hulp en ondersteuning - minder positief zijn over de sociale relaties in de buurt, ook al vinden ze dat die wel zijn verbeterd sinds de uitbraak van het virus. Ook lager opgeleiden en mensen met een laag inkomen zijn gemiddeld negatiever over de kwaliteit van buurtrelaties dan personen uit de hoogste inkomensgroepen, al tekenen zij wel aan dat het vertrouwen in de buren sinds de uitbraak van het virus is verbeterd. De studie reikt ons dus ook op het punt van de kwaliteit van buurtrelaties zowel optimistische als meer sceptische informatie aan. Heeft de coronacrisis nu bestaande scheidslijnen bestendigd (mogelijk zelfs verdiept) of overbrugd? Voor zowel de optimistische als de meer sceptische kijk levert de studie bewijsmateriaal. 

Rol van sociaal werk onderbelicht

De studie gaat ook over vertrouwen in de overheid en in instanties als het RIVM, de GGD en de huisartspost. Dat roept de vraag op naar het vertrouwen van burgers in sociaal werk. Denk aan wijkteams en het buurt- en opbouwwerk. Hun werk is in de media voor zover ik het kan overzien nauwelijks belicht. Ook in 'De Bedreigde Stad' wordt aan hun rol geen aandacht besteed, terwijl juist het sociaal werk een rol kan vervullen in het organiseren van nabije solidariteit en het versterken van de kwaliteit van buurtrelaties.

En dat hebben sociaal werkers ook gedaan. Dat leerde ik onlangs bij een online leersessie van Movisie over sociaal werk als verbinder in deze coronatijd. Een kleine 80 sociaal werkers uit het hele land participeerden hierin en lieten een indruk achter van ongekende dadendrang en bedrijvigheid. Hier past ook een verwijzing naar de corona-actie van Opzoomer Mee. Bijna één derde van alle Rotterdamse straten blijkt daar aan mee te doen. Dat zijn meer dan veertienhonderd straten! Dit zijn ongekende aantallen, ze sluiten aan bij de zonnige statistieken in de studie 'De Bedreigde Stad'. De gemeente Rotterdam heeft eerder ingezet op grootschalige campagnes tegen eenzaamheid met getrainde vrijwilligers, maar vele Rotterdammers lieten zich daarmee niet bereiken. De netwerken van Opzoomer Mee – een bureau waarin opbouwwerktradities samenkomen - lijken daar op het eerste gezicht wel in te zijn geslaagd. 

Goed in wijken zelf gaan kijken

De online sessie van Movisie leerde voorts dat de crisis voor urgentie en nieuwe alertheid in het sociaal werk heeft gezorgd. Het is ernst. Online gebeurt er van alles en ook huisbezoek op straatniveau lijkt een revival door te maken. Buurt- en opbouwwerk lijken ook te profiteren van de verse nieuwe hulptroepen. Mogelijk zijn buurten inderdaad ‘community resilience’ aan het opbouwen, maar het is nog te vroeg om daarvoor stellige uitspraken te doen. We moeten nog beter in de wijken zelf gaan kijken. Met online surveys pak je niet de realiteit van de moeilijke straten in de aandachtswijken van Rotterdam met zijn grote aantallen (digitale) laag geletterden. Is het daar ook gelukt om nabije solidariteit te realiseren en de kwaliteit van buurtrelaties te verbeteren? Het vertrouwen in instanties en de overheid was daar nooit hoog. Bereiken we de kwetsbaren die zich met hun medicijnwinkel, gebrekkige mobiliteit en minimale sociale netwerk achter de voordeur hebben teruggetrokken? Het zijn de buurtgenoten die nauwelijks tot wederkerigheid in staat zijn. En: kunnen we de nabije solidariteit vasthouden en mogelijk uitbouwen als de pandemie achter de rug is en we met meer dan ooit elkaars steun nodig hebben? Het is de moeite waard om de corona-acties als die van Opzoomer Mee te evalueren. Daar is veel van te leren.

Lees meer over:
afbeelding van Radboud Engbersen  

Radboud Engbersen

Radboud Engbersen (expert Sociaal Domein van Movisie) probeert in zijn werk een brug te slaan tussen wetenschappelijk kennis en praktijken van sociaal werk.

Lees meer: